REM eiland. Foto: Evert Kooij

Zestig jaar na opkomst en ondergang het REM-eiland

Commerciële televisie kreeg in 1989 vaste grond onder de voeten, maar Nederland had 25 jaar daarvoor al een voorproefje gehad met uitzendingen vanaf een platform in de Noordzee: het REM-eiland. Een verbod liet niet lang op zich wachten. Dit najaar is het zestig jaar geleden dat de overheid een einde maakte aan RTV Noordzee.

Op 17 december 1964 iets na negen uur in de ochtend ging de radiozender van de REM plotseling uit de lucht. Luisteraars die daarna afstemden op de Hilversumse zenders hoorden van de Radio Nieuwsdienst ANP wat er was gebeurd: “Hefschroefvliegtuigen en een schip hebben politiemannen en opsporingsambtenaren van de PTT op het REM-eiland afgezet”. Het avontuur op het kunstmatige eiland negen kilometer uit de kust bij Noordwijk had slechts vier maanden geduurd, maar lang genoeg om Nederland in rep en roer te brengen. Televisiebezitters kochten massaal speciale antennes om de beelden vanaf het eiland op het scherm te krijgen, anderen fabriceerden er één van een kledinghanger.

In de eerste week waarin het tv-station in de lucht was stonden 650.000 toestellen één of meerdere malen per week op TV Noordzee afgestemd, vooral in het westen van het land waar de ontvangst het beste was. Dat was meteen al goed voor twee miljoen kijkers. Nederland telde in 1964 ruim twaalf miljoen inwoners, maar lang niet elk huishouden had televisie.

Verstrooiend en horizontaal
De REM (Reclame Exploitatie Maatschappij) bracht de kijkers voor het eerst in aanraking met televisiereclame. Op z’n minst ánders dan op de nationale televisie was de aard van de (ingeblikte) programma’s, namelijk verstrooiend. En je wist wanneer er wat werd uitgezonden: The Saint, De onzichtbare man en het Sprekende paard Ed waren horizontaal geprogrammeerd. Directeur Jo Brandel had als motto: Zorg dat je een paard, hond, baby of dokter in een serie hebt, dan zit je goed.

Niet alleen bij de kijkers was de opwinding groot, maar op een andere manier ook in de politiek en bij de omroepverenigingen. Het overheersende sentiment in Den Haag en Hilversum was dat het omroepbestel, een afspiegeling van de nog stevig verankerde zuilenmaatschappij, verdedigd moest worden tegen de kapitalistische concurrent uit internationale wateren. Uiting van de weerstand tegen de commerciële zender was de weigering van KRO, NCRV en VARA om samen te werken met artiesten die in programma’s van de REM opdoken.

De AVRO deed aan de boycot niet mee. Voorzitter H. Slotemaker zei volgens een bericht in dagblad De Stem dat ‘Hilversum’ de komst van de commerciële concurrent aan zichzelf te danken had door televisiereclame steeds maar uit de weg te gegaan. Al stonden etherreclame en commerciële omroep in Den Haag en Hilversum hoog op de agenda, het schoot niet op.

Adverteerders in de rij
In het blad Televizier stelde schrijver Godfried Bomans: “De REM en (Radio) Veronica komen als verschijnsel voort uit gebrek aan inzicht bij de tegenpartij. Deze wat malle situatie zou nooit zijn ontstaan als de reclame eerder zou zijn toegelaten. Men heeft de omroepboom aan de ene kant gesnoeid zonder te voorzien dat aan de andere kanten nieuwe loten zouden groeien.”

Dat de REM in het daardoor ontstane vacuüm sprong, was tot genoegen van de adverteerders. Ze stonden al in de rij voordat TV Noordzee in de lucht kwam; van Antigrippine, “de echte pijnbestrijder” tot Tima (lingerie), “meer dan prima” en Eurofrost, “meer vitamines en smaak dankzij een hypermodern systeem van diepvriezen”.

De oprichters en aandeelhouders in de REM hadden goed gezien dat er een markt was voor commerciële omroep. Het waren niet de minste die in het station hadden geïnvesteerd: de spraakmakende scheepsbouwer Cornelis Verolme en de zakenlieden Reinder Zwolsman, Pieter Schelte Heerema en Sydney van den Bergh. Door de uitgifte van volksaandelen konden ook kijkers en luisteraars geldschieter worden. In enkele dagen tijd werden 350.000 aandelen van twintig gulden verkocht.

Ruime Kamermeerderheid voor verbod
In politiek Den Haag was de kwestie wel of geen omroepreclame ingehaald door de vraag óf en wat er moest worden gedaan tegen uitzendingen vanuit de Noordzee. In het kabinet-Marijnen van KVP, ARP, CHU en VVD was alleen die laatste voorstander van commerciële omroep. Wat deze partij betrof kon de REM zijn gang gaan, maar de drie ander deelnemers aan de coalitie wilden uitzendingen vanaf het eiland zo snel mogelijk verbieden.

Het was voor de REM een verloren strijd. Minister Ynso Scholten (Justitie, CHU) kreeg in de Tweede Kamer een ruime meerderheid (114 tegen 19 stemmen) voor een verbod van uitzendingen vanuit het Nederlandse deel van de Noordzee. De wetstekst sprak nadrukkelijk over uitzendingen vanaf eilanden, waardoor het zendschip Veronica de dans ontsprong.

Het eerdergenoemde blad Televizier ruimde een hele pagina in voor ingezonden brieven over de zogeheten anti-REM-wet. Bijna alle briefschrijvers beklaagden zich over de overheidsingreep. De Hilversumse zuilen kregen ervan langs, een trouwe PvdA-stemmer keerde deze partij de rug toe en Jan Wolkers werd van repliek gediend omdat die in hetzelfde blad had gezegd dat de regering een kruiser naar het platform moest sturen. “Het eiland moet de grond in worden geboord, gewoon zonder juridische flauwekul”, aldus de schrijver.

Stroomversnelling in discussie omroep
In Het REM-eiland, de onstuimige geschiedenis van Radio en TV Noordzee, citeert Hans Knot cabaretier Wim Kan. Hij vond dat het REM-eiland moest blijven omdat Nederland in het verleden al zo veel eilanden was kwijtgeraakt. “Het is adembenemend te zien hoe snel de regering zo snel handelt, het belooft voor de woningnood ook veel.” Toneelspeelster Ellen Vogel had in die tijd zelf geen televisie, maar vond het wel enig dat het REM-eiland bestond: “Ik begrijp niet waarom dit nu weer verboden dient te worden. Concurrentie is altijd stimulerend. Ik geloof dat de meeste Nederlanders, naast de bestaande omroep, ook wel eens iets anders willen hebben.”

De REM ging niet uit eigen beweging uit de lucht toen de wet op 12 december inging. De kerstprogramma’s lagen al klaar, maar ruim een week voor de Kerst moest de bemanning toezien dat de zendinstallaties door de opsporingsdienst van de PTT onklaar werden gemaakt. De kijkers konden de antennes weer verbuigen tot kledinghanger.

Liefhebbers van de REM kwamen niet helemaal met lege handen te staan. In de weken waarin het einde in zicht was, riep het station kijkers en luisteraars op lid te worden van een nieuwe organisatie die weldra in Hilversum een voet tussen de deur kreeg: de TROS. In minder dan tien jaar tijd groeide de TROS uit van aspirant- tot A-omroep in 1974.

Geraadpleegde bronnen: Het REM-eiland, de onstuimige geschiedenis van Radio en TV Noordzee (Hans Knot, 2014) en Andere Tijden (maart 2000). 

Hugo van Gelderen/Anefo
Op 17 december 1964 zette een helikopter politiemensen op het platform af.
Foto: Hugo van Gelderen/Anefo

Tien jaar politiek strijd over omroep

Al vanaf halverwege de jaren vijftig werd gestreden over de wenselijkheid van commerciële omroep. Een belangengroep van grote bedrijven met onder meer kranten- en tijdschriftuitgevers beriep zich op een grote publieke behoefte om adverteerders een plek te geven op radio en televisie. Maar hoe krachtig de lobby ook was, de weerstand was sterker.

In De Televisie, een cultuurgeschiedenis (2021) schrijft mediahistoricus Huub Wijfjes dat niet omroepreclame het probleem was, maar de vrees van ondermijning van het omroepbestel. Wijfjes: “Al vrij snel werd de strijd voor commerciële omroep daarom een strijd om vernieuwing van het in de tijd gestolde omroepstelsel rond vier grote maatschappelijk politieke stromen”. Het REM-eiland had de discussie op scherp gezet. Ook na het verdwijnen van het zendstation kon de regering de kwestie niet langer voor zich uitschuiven. Twee maanden later viel het kabinet-Marijnen over de toekomst van de omroep.

Het daaropvolgende kabinet-Cals slaagde erin een nieuwe omroepwet door het parlement te loodsen. Het tot dan toe gesloten omroepbestel werd geopend voor nieuwe omroepen. Het was de TROS die daar als eerste van profiteerde. Er kwam ook omroepreclame waarvoor in 1965 de STER werd opgericht. Commerciële omroep zou nog een kwart eeuw op zich laten wachten.

Oude buren

Het REM-eiland heeft nog tot 2006 voor de kust bij Noordwijk gestaan. Na het uitzendverbod is het jarenlang een meetpost van Rijkswaterstaat geweest. Het platform staat tegenwoordig in de Houthaven in Amsterdam. De poten en het onderstel zijn vernieuwd en er is een etage bovenop gekomen. Het eiland doet dienst als restaurant.

Curieus is dat op dezelfde hoogte aan de overkant van Het IJ het schip Norderney van Radio Veronica is afgemeerd. Op zichtafstand, dichter bij elkaar dan toen platform en zendschip buren waren op de Noordzee.

gerelateerde artikelen