Het was 15 november 1924. In het gebouw van de Christelijke Vereeniging van Jonge Mannen in Den Haag zat een uitgelezen gezelschap bijeen, afkomstig uit verschillende hoeken van het protestantse erf. Doel: de oprichting van een ‘christelijke vereeniging voor draadloze telefonie’. Aan het eind van de middag waren de handtekeningen gezet, een bestuur geïnstalleerd en een naam gekozen: de Nederlandsche Christelijke Radio Vereeniging was een feit. Op kerstavond van datzelfde jaar vond de eerste NCRV-uitzending plaats. Daarmee werd, honderd jaar geleden, de publieke omroep in Nederland geboren.
![](https://i0.wp.com/recordermagazine.nl/wp-content/uploads/2025/01/Wim-Berkelaar.jpg?resize=800%2C448&ssl=1)
De komst van de religieus of ideologisch geïnspireerde omroepen is van enorm belang geweest voor de Nederlandse samenleving, zegt historicus Wim Berkelaar. “Kolossaal! Ze hebben enorm emanciperend gewerkt.” Berkelaar (63) is verbonden aan het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, en medeauteur van de uitgebreide geschiedschrijving van de NCRV, Verkondiging en verstrooiing (Amsterdam, 2014).
Het nieuwe massamedium radio verscheen in een tijd dat Nederland verzuild was. En dus waren ook de omroeporganisaties representanten van de verzuiling. Berkelaar: “Dat kon niet anders. Het liberalisme had het eind 19e eeuw al verloren. Tussen 1918 (Cort van der Linden) en 2010 (Mark Rutte) hebben we nooit een liberale premier gehad. Daartussen altijd confessioneel of rooms-rood.”
Lichte muziek
Tot het eind van de verzuiling, ruwweg de jaren zestig, hadden de verzuilde omroepen een wat hij noemt ‘pionierend karakter.’ “Emanciperend, educatief, niet bevoogdend.” De NCRV bijvoorbeeld had een grote rol in het ‘vrijer maken’ (lees: wereldser worden) van het gereformeerde en hervormde volksdeel. Berkelaar: “Het kán nooit met alleen informatie. Mensen hebben ook vertier nodig. Lichte muziek was al snel populair. Het NCRV-bestuur heeft van begin af aan die spanning gevoeld.” Hij noemt de popmuziek, bij de NCRV geïntroduceerd door de ‘zeer beschaafde’ Skip Voogd en het hoofd van de afdeling Muziek, de latere algemeen directeur drs. M. Geerink Bakker, die puur op het klassieke genre was gericht. Berkelaar vertelt de – volstrekt ongeautoriseerde – anekdote dat Geerink Bakker uit pure afkeer ooit een stapel grammofoonplaten met popmuziek uit zijn handen liet vallen. Nog in 1966 moest toenmalig voorzitter ds. J. Ozinga uitleggen dat hij niet zou weten ‘waarom klassieke klanken christelijker zouden zijn dan de meer lawaaiige’.
Veranderende tijdgeest
Vanaf de jaren zestig veranderde de tijdgeest. Het was een periode ‘van toenemende welvaart, de opmars van het televisietoestel, een rebelse generatie en het begin van een opzienbarend muzikaal tijdperk’ (aldus de Canon van Nederland). De televisie (in Nederland anno 1951) kreeg een steeds prominentere plaats in de huiskamers. Die veranderende tijdgeest had aanvankelijk geen invloed op het ledental van de NCRV.
“Het geloof liep samen op met de tijdgeest.” Bij het 55-jarig bestaan in 1969 kon zelfs het 500.000e lid worden genoteerd. “Dat liep nog door tot ruwweg 1980”, aldus Wim Berkelaar. “De leegloop begon daarna, vanaf de jaren negentig. De verklaring? Het zal de algehele teloorgang van het geloof zijn geweest, de ontkerkelijking. Het is eigenlijk een treurige paradox dat de wat progressieve sfeer van de NCRV de afkalving van het ledental juist heeft versneld.” Een soortgelijke tendens was te zien bij de VARA, zegt Berkelaar. “Immers ook een ideologische omroep. De arbeider was tevreden met zijn autootje en zijn pilsje en keek naar de programma’s van de TROS.”
Commerciële omroep
In de jaren zestig deed ook de commerciële omroep zijn intrede in Nederland. Radio Noordzee, Radio Luxemburg waren de eerste. Intussen zijn we gewend aan een veelkleurig aanbod van publieke en commerciële zenders en zien we de opkomst van de streamingdiensten die een behoorlijke invloed hebben op het kijkgedrag.
Aan de publieke omroep zijn al die veranderingen niet voorbij gegaan. Politieke steun voor het bestel is niet vanzelfsprekend meer, er ging – gedwongen – een fusiegolf door Hilversum. KRO en NCRV gingen in 2014 samen, een fusie die in 2019 werd voltooid door beide verenigingen in elkaar te schuiven. Grote invloed kent Berkelaar toe aan de opkomst van de social media. “De burger gaat zelf op zoek, is niet afhankelijk van de massamedia. Zoekt zijn websites, maakt ze zelf. Het kijkgedrag van jonge mensen erodeert de omroepen.”
Toch ziet hij ze niet snel verdwijnen (“al moet je een historicus nooit naar de toekomst vragen”): “Ze zijn betrekkelijk goedkoop, pluriform en eigenlijk heel democratisch, elk met zijn eigen achterban. Ik zie niet snel gebeuren dat we in Nederland één omroeporganisatie krijgen.”