Nu in Studio 1 van de Stichting Omroep Muziek (voorheen het Muziekcentrum van de Omroep) in Hilversum een groot concertorgel zal worden gebouwd, komt de naam van de ooit zo beroemde en populaire organist Pierre Palla weer vaker in de krantenkolommen voor. Pierre Palla (1902-1968) begon zijn muzikale carrière in het Amsterdamse Tuschinski Theater, waar hij pianist was in het populaire theaterorkest van de grote Max Tak. Daarnaast bespeelde hij het Tuschinski Theaterorgel. Zijn landelijke populariteit groeide echter snel door zijn wekelijkse bespelingen van het AVRO-Concertorgel, dat voor de bezoekers van de studio’s in het centrum van Hilversum een vast hoogtepunt in de rondleiding betekende. Het is dit orgel dat binnenkort zal worden herbouwd. Het imposante instrument was behoorlijk vervuild en in onderdelen opgeslagen in een oude loods, zo blijkt uit een persbericht van Stichting Pierre Palla Concertorgel. Elk theaterorgel ontleent zijn populariteit aan de toegevoegde min of meer muzikale geluiden die het kan produceren. In dit geval worden trots genoemd: een brandweerbel, een tamtam, een Chinese gong, regenvogel en klokkengeluiden. Ik herinner me als kind totaal overdonderd te zijn geweest toen Palla in de AVRO-studio zijn orgel demonstreerde voor onze zangklas die onder leiding stond van Henk van der Heide Wijma. Dat het geluid van een complete volière uit dat omvangrijke muziekinstrument kon komen leek ons een wonder.
Inmiddels vroeg ik me af of de VARA, immers de oorspronkelijke bewoner van het gebouw van de Stichting Omroep Muziek, niet ook een derg lijk orgel bezat. Ik meen van wel. In ieder geval een vaste organist, Johan Jong, die exclusief voor de VARA speelde. En zo ja, waar zou dat instrument dan gebleven zijn?
Uit de jaren dertig van de vorige eeuw toen naast foto’s ook vaak getekende portretten van musici werden afgebeeld, stamt bijgaande afbeelding uit De Gramophoon Revue. Pierre Palla aan de speeltafel van het Tuschinski-orgel, waarvan regelmatig nieuwe opnamen verschenen, uiteraard op 78-toeren schellakplaten.