Poppen uit de serie Dappere Dodo, het pak van Pipo de Clowns Indiaanse vriend Klukkluk, de tafel waaraan Swiebertje een ‘kopjen kofjen’ dronk in de keuken van Saartje. Dat allemaal en nog veel meer is te zien in het Museum van de 20e Eeuw in Hoorn op de tentoonstelling Kijkbuisvrienden, vol herinneringen aan kinderprogramma’s van weleer.
“Wij hebben elk jaar minstens één grote familietentoonstelling”, legt museumdirecteur Hans Stuijfbergen uit. “We hebben eerder wel eens exposities gehad over de series Floris en Ja zuster, nee zuster en een meer algemene tentoonstelling over kindertelevisie, maar daar toonden we vooral merchandising. Nu zie je vooral originele objecten, kleding en rekwisieten. De tentoonstelling is samengesteld door acteur Ydwer Bosma, die zelf in onder andere Snuf de hond speelt en regelmatig in Het Klokhuis te zien is.”
Bosma: “Ik heb een passie voor kindertv, en doordat ik zelf acteur ben, weet ik wat er allemaal ligt te verstoffen. Het is zonde om met al die objecten niks te doen, met deze tentoonstelling willen we de herinneringen aan die programma’s levendig houden.” Bosma vindt dat er veel te weinig aandacht is voor tv-programma’s voor de jeugd. “Die tv-programma’s dragen bij aan de opvoeding, iedereen heeft er herinneringen aan. Mensen kunnen moeiteloos hun favoriete programma’s van vroeger opnoemen, maar zijn allang vergeten wat ze vorige week zagen. Via Sesamstraat hebben ze leren tellen, de kinderprogramma’s die ze zagen hebben invloed gehad op hun taalontwikkeling, ze konden er bij wegdromen over verre landen.” Daarbij ziet Bosma duidelijke verschillen tussen de publieke en de commerciële omroepen. “Voor de commerciële stations is kwantiteit belangrijker dan kwaliteit, het gaat uiteindelijk toch om de cijfers. Bij de publieke omroepen is kwaliteit juist belangrijk, ze weten dat de programma’s invloed hebben. Daarom schakelden ze bijvoorbeeld mensen als Willem Wilmink, Harry Bannink en Joop Stokkermans in.”
Chronologisch opgezet
Waar ligt precies het begin van kindertelevisie, en hoe maak je een keuze uit de enorme hoeveelheid materiaal die in de loop van de laatste zeven decennia voor kinderen is gemaakt? “De tentoonstelling begint bij het begin en is chronologisch opgebouwd”, vertelt Stuijfbergen. “Het eerste echte kinderprogramma was Dappere Dodo van de KRO in 1955. Dat werd gemaakt door poppenspeler Bert Brugman en zijn gezin, het was dus een poppenkastvoorstelling op tv. Het leuke is dat er nog kinderen van Brugman zijn, die aan de serie hebben meegewerkt, en dat er nog originele poppen zijn.”
Bosma wijst erop dat Dappere Dodo wel de eerste kinderserie was, maar dat televisie voor kinderen al eerder interessant was, bijvoorbeeld door de intocht van Sinterklaas uit te zenden. “Bij het samenstellen van de expositie heb ik me afgevraagd wat er is blijven hangen bij de doelgroep van het museum, die 50plus is. Veel programma’s liepen maar één seizoen en roepen nu nog maar weinig herinneringen op. We zijn dus uitgegaan van de meest bekende titels, maar van andere programma’s tonen we bijvoorbeeld wel foto’s. Er ligt een nadruk op de oudere programma’s en de tentoonstelling loopt door tot ongeveer 2010. Daarna raakt kindertv erg versnipperd, zijn er geen grote programma’s meer waar iedereen naar keek. We wilden zoveel mogelijk origineel materiaal tonen. Dat is gelukt, ik schat dat 95 procent van alle objecten origineel is. Er zijn stukken bij, zoals het pak van Klukkluk, die nooit eerder geëxposeerd zijn. Dat is heel bijzonder.”
Selfie met Swiebertje
Stuijfbergen: “We hebben ook kleding van Pipo de Clown en Mammaloe, pruiken, de make-updoos die Herbert Joeks als Klukkluk gebruikte, het hoedje en de bril van Ton Lensink uit Ti-ta-tovenaar, poppen uit Rikki en Slingertje, Paulus de boskabouter, de Fabeltjeskrant, kleding van Theo en Thea en ga zo maar door. De keuken van Saartje uit Swiebertje hebben we nagebouwd met deels originele rekwisieten. Je kunt aan de tafel gaan zitten om een selfie te maken met cut-outs van de hoofdrolspelers. Er zijn fotocollages van programma’s en we vertonen televisiefragmenten op schermen. We hebben uit onze eigen collectie en aantal oude televisietoestellen neergezet, maar de fragmenten zijn op nieuwe schermen te zien. De oude toestellen zijn te brandgevaarlijk.”
Bij de tentoonstelling horen ook een boek over kinderprogramma’s (70 jaar KinderTV) en een podcast waarin Ydwer Bosma praat met acteurs en actrices uit kinderseries.