Surround radio: Een experiment dat nooit doorbrak

Het leek allemaal zo fraai te beginnen, medio jaren ‘80. Omringd door geluid uit je tuner, net zoals in de bioscoop. Twee extra effect-luidsprekers achter je plaatsen en je beleeft een concert alsof je erbij bent. Inmiddels lijkt het surroundgeluid enkel iets voor liefhebbers te zijn. De bezwaren zijn: moeilijk op te stellen, te veel luidsprekers, veel gedoe…

In september 2004 startte de Concertzender, een onderdeel van de publieke omroep, als eerste radiostation in Nederland met experimentele uitzendingen in surround sound. Lopende deze proef kwam in 2008 NPO Radio 4 erbij, met live surround klassieke concerten. Deze testuitzendingen werden beëindigd in oktober 2010.

Aether reconstrueert de geschiedenis en waagt een voorspelling van de toekomst, gebaseerd op de inzichten en herinneringen van Walter Huijten (Service Manager NPO Radio), Sem de Jongh (directeur Concertzender) en Robert Andriessen (NPO Radio 4).

Voortrekkersrol
De Nederlandse Publieke Omroep heeft altijd een voortrekkersrol vervuld in het ontwikkelen van producten en technologieën. Het idee was destijds: er zijn zoveel set-top boxen en geluidssystemen in de Nederlandse huiskamers aanwezig – eigenlijk bedoeld voor speelfilms – waarom gaan we niet die opstelling ook gebruiken voor surround radio? Dan bieden we de luisteraar iets extra’s! De gehanteerde structuur was volgens het Dolby Digital 5.1 protocol.

Surroundgeluid “speelt” in feite al heel lang, zeker in de hifi wereld. Er bestond al quadrofonie in de jaren ’70; denk aan de beroemde LP Introspection van fluitist Thijs van Leer. Platenmaatschappij Decca probeerde nog even ‘Phase-4’-grammofoonplaten uit en later, begin jaren ’90, verscheen een compact disc met zogeheten ‘Q-sound’-encryptie van popster Madonna.

Proeftuin
Er ontstond bij het grote publiek gaandeweg wel meer behoefte aan surroundcontent. Dat vormde een mooi moment voor de NPO om ermee te gaan experimenteren. Wat ook hieraan heeft bijgedragen, is dat er superaudio-CD’s op de markt werden geïntroduceerd. Die SACD zou ongetwijfeld op termijn de CD gaan vervangen, zo veronderstelde men. Dit bleek een misvatting.

De Concertzender legde een proeftuin voor surround radio-uitzendingen aan. Er kwam een zware computer met Pro Tools-software, waarmee meerkanaalsmuziek (opgenomen met minstens zes microfoons) gescheiden kon worden geregistreerd. Een hifi-winkel in Amsterdam doneerde een SACD-speler.

Radiotechnici gingen eerst in opleiding bij Polyhymnia in Baarn, het voormalig ‘Philips Classic Recording Centre’, een opname- en masteringstudio. Immers, de microfoonopstelling voor de concertregistratie en het afmixen vereisen een heel andere manier van luisteren en werken dan met alledaagse mono- of stereoregistratie.

Een belemmering in het omroepproces is dat je SACD-content niet kunt rippen: de muziek kan niet als een digitaal bestand worden gekopieerd. De programmatechnicus moet die zes kanalen dus echt 1:1 in ‘real-time’ opnemen op de computer, alvorens deze te kunnen uitzenden.

Mogelijkheden en uitdagingen
De luisteraar thuis kon surround radio-uitzendingen via drie methodes ontvangen: 1. via ADSL-internet – vanaf een PC met Windows Microsoft Media Technologie (het streamen), 2. via een digitale kabel – met gebruik van de Ziggo Mediabox, het digitaal DTS-systeem, 3. via de Astra-satelliet – hiervoor moest eerst een eigen schotelantenne worden geïnstalleerd.

In aanmerkelijk korte tijd werd 120 uur aan klassieke muziek in 5.1 opgeslagen, die in de studio via een SACD-carrousel werd afgespeeld. Trouwens, klankbeelden, reportages of audiodrama in surround uitzendingen zijn er nooit geweest.

De signaaldistributie bleek het kwetsbaarst te zijn bij surround-radio. Het was noodzakelijk speciale glasvezellijnen tussen concertpodia en studio’s te gaan aanleggen. In technisch opzicht vormden zich meer obstakels, want de Optimod-zendlijnbegrenzer wist geen raad met de achterste twee effectkanalen. Maar ook in financieel verband was er een struikelblok: de startkosten van het experiment bedroegen 20.000 en de huur van de Astra-satelliet kostte 80.000 per jaar.

Voor het overige is er weinig publiciteit aan dit surround radioproject gegeven, er zijn geen landelijke promotiecampagnes opgezet. Uiteindelijk hebben relatief weinig luisteraars kennisgenomen van surround radio. Je kunt dus stellen dat dit experiment enkel werd onthaald door de happy few.

Buitenland
In Duitsland en Noorwegen worden nog mondjesmaat 5.1 surround-radioprogramma’s uitgezonden. De Britse BBC doet proeven met voetbalwedstrijden, waarbij de luisteraar dan het gevoel heeft echt in het stadion te zitten (immersive audio). Bij de EBU, de Europese publieke omroeporganisatie, was er aanvankelijk veel enthousiasme, vooral op klassiek gebied, maar er is nooit een internationale samenwerking van de grond gekomen en er is evenmin programmamateriaal uitgewisseld. De Concertzender en Radio 4 mochten wèl voor dit experiment vol trots de Innovation Award Trophy in ontvangst nemen.

Toekomstmuziek?
Radio beluister je doorgaans als je er tegelijkertijd iets anders bij doet. Je moet echter bij surround-radio er speciaal voor gaan zitten en je mag je hoofd dan niet meer draaien, dat vraagt enige volharding. Bij het volgen van een speelfilm zijn je ogen gefixeerd op het beeld; je beweegt je hoofd daarbij niet.

Een opstanding van surround-radio valt niet te verwachten, ondanks snellere streamings-diensten. Het relatief jonge DAB-systeem (Digital Audio Broadcast) vindt vooral zijn weg in de auto en de muziekindustrie blaast een stille aftocht met de SACD. Bij ‘het grote publiek’ blijkt weinig interesse in deze levensechte geluidsbeleving. Want veel luisteraars luisteren via oortjes of in hun auto, niet in een huiskamer waarin 6 luidsprekers staan opgesteld. En wie echt een realistische surround ervaring wil ondergaan, loopt wel naar de bioscoopzaal. Parallel hieraan investeren game-ontwikkelaars 3-D (immersive) audio, een afgeleide van kunsthoofd-stereo. Technici van Radio 4 onderzoeken nu liever een hogere kwaliteit stereogeluid, door de bitrate van de internetstream op te schroeven van de huidige 192 kbps naar een kwaliteit die ook audiofielen met hoogwaardige apparatuur kan bekoren.

Op de foto: Sem de Jongh, rechts Walter Huijten in de studio van NPO Radio 4

gerelateerde artikelen