Sixties worden echt geschiedenis: Golden Earring en Boudewijn de Groot houden ermee op

Zestig jaar geleden begonnen de Sixties, een periode waarin de jeugd het behoorlijk voor het zeggen kreeg. Dat gold zeker voor de populaire muziek: met de opkomst van de Beatles en Rolling Stones in Engeland en Bob Dylan in Amerika. Een nieuw tijdperk was aangebroken. Nieuwe formaties dienden zich aan: The Who, Animals, Jimi Hendrix Experience, Byrds, Cream, Led Zeppelin.

Nederland deed goed mee. Nieuwe beatgroepen lieten van zich horen, vooral uit Den Haag en omgeving: Golden Earring, Q65, Motions, Sandy Coast, Tee Set, Shocking Blue. Uit Amsterdam kwamen de Outsiders, uit Haarlem Rob Hoeke, uit het noorden Cuby & The Blizzards, uit Noord-Holland de meer melodieuze Cats en George Baker Selection. In navolging van Bob Dylan uit de VS kregen we te maken met Armand uit Eindhoven en Boudewijn de Groot, die in Batavia, het huidige Jakarta, geboren was en in Haarlem opgroeide.

Het duurde enige tijd voor de groepen zich adequaat konden presenteren. Voor hun aanhangers moest de muziek lekker hard klinken. Fabrikanten van elektrische gitaren (Gibson, Fender) deden goede zaken. De Brit Jim Marshall bouwde versterkers waardoor muzikanten als Jimi Hendrix, Pete Townshend, Eric Clapton en Jimmy Page hun muzikale kunsten voor een groot publiek konden vertonen. In plaats van piano en saxofoon werd de gitaar hét instrument van de popmuziek. Om indruk te maken werden lichtinstallaties ontworpen.

Naar popmuziek luisteren was voor de Sixties-jeugd een must. Zeezender Radio Veronica (192 meter) nam de rol over van de Engelse uitzendingen op Radio Luxemburg (208 meter). Enkele jaren later verschenen de Britse piratenzenders Caroline en London, in 1965 aarzelend gevolgd door de eerste uitzendingen van Hilversum 3, de popzender van de publieke omroep. Deejays (presentatoren van grammofoonplatenprogramma’s) gingen een toonaangevende rol spelen, vooral die van Veronica: Willem van Kooten (Joost den Draaijer), Tineke, Jan van Veen, Rob Out, Lex Harding. Wat zij aanprezen, had grote kans om succesvol te worden. Op de televisie werd met muziek geëxperimenteerd in programma’s als Moef Ga Ga (Bob Rooyens, AVRO) en Fanclub (Ralph Inbar, VARA).

De gedrukte media haakten ook in op de muzikale belangstelling van de jeugd. Steeds meer kranten besteedden er serieus aandacht aan. Tienertijdschrift Muziek Expres zag zijn oplage sterk groeien, tot maandelijks (naar eigen zeggen) honderdduizenden exemplaren. Nieuwe popkranten en muziekbladen belandden in de kiosken: Hitwezen, Hitweek, Kink, Teenbeat, Aloha. In de popbladen kon je niet alleen lezen over muziek. Andere onderwerpen kwamen eveneens aan de orde, zoals mode, het experimenteren met drugs (LSD), vrije seks en niet te vergeten: de oorlog in Vietnam.

Levensbehoefte
Tieners en jonge volwassenen kwamen bij elkaar om muziek van de nieuwste artiesten en groepen te beleven, eerst in kleine zaaltjes, voormalige bioscopen, kerkelijke recreatieruimtes, rolschaatsbanen, later in grotere locaties, concertzalen, hallen, sportvelden, stadions en tenslotte in gecreëerde open ruimtes waar tienduizenden tot honderdduizenden ‘hippies’ samenkwamen, om naar rockmuziek te luisteren, drugs te gebruiken en te protesteren tegen de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Vietnam – tijdens het drie dagen durende Woodstock-festival in augustus 1969. Een nieuw tijdperk was geboren – de ‘Age of Aquarius’, gelanceerd in de rockmusical Hair.

Een film, gemaakt op Woodstock, creëerde anno 1970 een nieuwe generatie, de Wood- stock-generatie. In Rotterdam zetten jongelui eenmalig in Kralingen het eveneens drie dagen durende Holland Pop Festival op. Er waren concerten van Jefferson Airplane, Byrds, Soft Machine, Pink Floyd en de Nederlandse groep Supersister. Frontman Robert Jan Stips: “In juni 1970 stonden we op het grootste festival in Europa. Iedereen moest uitvinden hoe je je er gedroeg. Natuurlijk hadden we het afgekeken van Woodstock. Iedereen deed behoorlijk Woodstockerig”. Uit Kralingen vloeide organisatiebureau Mojo voort, dat een monopoliepositie opbouwde voor het organiseren van rockconcerten en grote popfestivals. De Limburger Leon Ramakers manifesteerde zich.

In het voorjaar van 1970 vond onder leiding van Jan Smeets in Zuid-Limburg het Pinkpop-festival plaats waarbij Nederlandse groepen als de George Baker Selection, Opus en Livin’ Blues zich dankzij de Golden Earring en de door hen beschikbaar gestelde apparatuur in de open lucht aan tienduizend bezoekers konden presenteren. Dat was de start van een traditie tot op de dag van vandaag: grote festivals met soms tienduizenden muziekliefhebbers, die enkele dagen met elkaar optrekken. Tijdens de coronacrisis is het bezoeken van die festivals uitgeroepen tot ‘eerste levensbehoefte’.

Nederlandse popmuziek veroverde de wereld. In 1970 verschenen Shocking Blue, Tee Set en George Baker Selection hoog in de internationale hitlijsten, weldra gevolgd door de Golden Earring, Cats en Focus.

Sixties voorbij
De sixties zijn voor velen legendarisch geworden, maar het tijdperk hebben we inmiddels achter ons gelaten. Heel wat popmusici, jong in de jaren zestig, zijn ons ontvallen: John Lennon, George Harrison, Brian Jones, Jimi Hendrix – in Nederland: Hans Vermeulen (Sandy Coast), Rob Hoeke, Wim Bieler (Q65), Harry Muskee (Cuby), Mariska Veres, Peter Tetteroo (Tee Set), Armand. Rob Out van Veronica is niet meer, Leon Ramakers heeft Mojo verkocht aan een Amerikaanse organisatie, Jan Smeets heeft zich teruggetrokken als directeur van Pinkpop.

Golden Earring ging door. Evenals de Rolling Stones bleef de groep concerten geven – totdat het niet langer meer mogelijk was als gevolg van de ernstige ziekte van George Kooymans. De gitarist had tot voor kort nog plannen om onder het mom ‘Vreemde kostgangers’ verder op toernee te gaan met twee generatiegenoten: Henny Vrienten en Boudewijn de Groot.

De zanger van nostalgische songs als Verdronken vlinder, Avond en Testament begon negen jaar geleden al aan een “laatste lange afscheidstoernee”. In 2015 verklaarde hij: “Ik heb veel van die oude nummers vijftig jaar lang gezongen, op een gegeven moment is het genoeg”. In 2018: “Het einde komt steeds dichter bij”. In 2020 liet hij weten klaar te zijn met concerten. “Naarmate dat ik ouder word, gaat het me steeds meer moeite kosten. De stress wordt groter. Ik krijg slapeloze nachten – voor het eerst in vijftig jaar last van zenuwen. Wat mij betreft, schrijf ik een liedje en dan is het klaar”.

Vanwege de coronacrisis moest de toernee van de Vreemde Kostgangers uitgesteld worden. Maar Kooymans kan door ALS niet meer optreden. Op zijn website schreef Boudewijn in april: “Zoals inmiddels duidelijk is geworden zal de tour van 2022 niet door kunnen gaan. Corona, in eerste instantie, en de ziekte van George, hebben ons genoopt onze laatste tour voortijdig te stoppen. Een trieste zaak, die uiteraard in het niet valt bij de ellendige situatie van George. Daar komt nog bij dat we de laatste voorstelling tevens hadden gezien als mijn allerlaatste optreden. Het zou voor mij een soort afscheidsavond zijn geweest na een carrière van 56 jaar liveoptredens. In dit geval dus de spreekwoordelijke nachtkaars.’

De afscheidsbrief van Boudewijn de Groot was niet louter negatief. Terecht gaf hij aan: “De platen blijven natuurlijk eeuwig”. En zo is het ook. Veel van wat zich in de Sixties heeft ontwikkeld, is en wordt vastgelegd – op grammofoonplaten, in kranten, tijdschriften, boeken, en in digitale vorm. De sixties zijn geschiedenis geworden, die nog steeds van invloed is op het heden, het derde decennium van de een-en-twintigste eeuw.

gerelateerde artikelen