Rudolf Spoor: Een glanzende carrière van 45 jaar

Het is nu of nooit. Na deze woorden van zijn voormalige buurman en uitgever Aernoud Oosterholt ging Rudolf Spoor twintig jaar na zijn pensionering goed nadenken over het boek dat er onvermijdelijk moest komen over zijn loopbaan als televisieregisseur. De uitgever was niet de eerste die dat vond. “Van zoveel mensen hoorde ik dat ik mijn verhalen moest opschrijven”, zegt Spoor.

“Het is toch niet te geloven wat ik allemaal heb meegemaakt”, zegt Spoor (84) met zichtbare dankbaarheid. In ons gesprek zou hij dat nog enkele keren herhalen. Met op schoot een fotomap uit zijn 45-jarige omroepcarrière haalt Spoor herinneringen op: van intochten van Sinterklaas, Prinsjesdagen, Koninginnedagen en herdenkingen tot specials over een zonsverduistering in Kenia, de Concorde en het 150-jarig bestaan van de NS. Als Spoor vertelt, weet hij van geen ophouden. “Ik kan goed praten, maar niet schrijven.” Gelukkig kwam kort na het ‘het nu of nooit’ tekstschrijver Kevin Kraan op zijn pad.

Argentijnse tango
Het resultaat is ‘Van Maan tot Traan’, waarin verwijzingen zitten naar het begin en het einde van Spoors loopbaan. Het begin: Spoor (net dertig) op de regiestoel van de uitzendingen over de Apollovluchten en de maanlandingen. Het einde: ‘De Traan’ van Máxima die Spoor registreerde tijdens de huwelijksplechtigheid in de Nieuwe Kerk in Amsterdam van het huidige koningspaar. Het beeld ging heel de wereld over, bij veel kijkers staat het in het geheugen gegrift.

Het huwelijk op die tweede februari 2002 was Spoors laatste uitzending; toen de kijkers de traan op het scherm kregen was hij 25 minuten verwijderd van zijn pensioen. Spoor legt de fotomap weg en pakt het draaiboek van de uitzending uit de Nieuwe Kerk, waaruit een voorbereiding blijkt tot in de kleinste details. “Weet je, bij live-uitzendingen moet het in één keer goed gaan. Je kunt niet zeggen, we doen het nog eens over.”

Het was dan ook verre van toeval dat camera 2 precies op het moment van de tranen op de bruid inzoomde. Spoor had zich uitvoerig ingeleefd in de Argentijnse tango Adiós Nonino die op dat moment werd gespeeld en wist precies het moment in de muziek te vinden dat de ontroering bij Máxima teweeg zou brengen. Hij had het zelfs thuis geoefend met zijn vrouw Mer.

Hoogwerker in de Nieuwe Kerk
Er kwam veel bij kijken om de uitzending op die zonnige zaterdag vlekkeloos te laten verlopen. Zo moest voor het overzichtsshot een hoogwerker de kerk in. Maar hoe krijg je zo’n ding door de krappe ingang naar binnen? En hoe voorkom je dat de vloer beschadigd raakt? Spoor laat zich niet afschrikken. De gentleman zegt: “Ik ben een drammer”.

Máxima zei: “Meneer Spoor, u maakt er toch geen studio van?” Dat werd het niet. Spoor zette een als musicus verklede cameraman in het orkest, minicamera’s verborg hij onder bloemstukken. Om het helemáál af te maken, dringt Spoor er met succes op aan dat de bloemen voor het begin van de plechtigheid worden besproeid zodat ze fris de huiskamers bereiken.

De schrijver van dit verhaal merkt al bij het maken van de interviewafspraak dat Spoor het regie nemen niet is verleerd. Spoor denkt prettig met de verslaggever mee over eventualiteiten als uitvallende treinen en slecht weer op de dag van de afspraak. Telefoonnummers worden nogmaals uitgewisseld. In het sfeervolle boerderijtje in het Gelderse Voorst waar de gastheer (in de ware zin van het woord) en zijn vrouw wonen, liggen de mappen die hij wil tonen klaar.

Ruiten aan diggelen
Het verhaal over de regisseur Spoor begint bij de tiener Rudolf, die van alles en nog wat verzamelt over de luchtvaart. “Dat had ik van mijn grootmoeder”, zegt Spoor wijzend op een portret van zijn oma in de woonkamer. “Zij had vijf plakboeken vol knipsels over de KLM, zoals de kerstvlucht van de Pelikaan, het verongelukken van de Uiver en de Melbournerace.” De kleinzoon richt zich in de late jaren vijftig op de ruimtevaart die dan in opkomst is. Hij knutselt een raketje in elkaar dat in de tuin van de ouderlijke woning in Heemstede wordt gelanceerd. De SP1 ontploft, ruiten gaan aan diggelen, brokstukken liggen in omringende tuinen en een onderdeel verdwijnt spoorloos. Het incident is nieuws. De Telegraaf kopt: Raketten zijn geen speelgoed. Dat lezen ze op de redactie van VARA’s Achter het Nieuws, dat met een reportagewagen bij de Spoors langskomt. Hier maakt de latere regisseur kennis met de televisiewereld, hij is meteen gefascineerd. Spoor mag komen kijken in studio Vitus in Bussum. Het zou dan niet voor het laatst zijn dat hij daar rondloopt. Na zijn militaire dienst gaat de 21-jarige Spoor bij de NTS aan de slag als dollyduwer, het hulpje dat cameramensen met een verrijdbaar onderstel naar de gewenste plekken manoeuvreert. Weldra wordt Spoor zelf cameraman.

Correspondentie met astronauten
Als hij een regisseursopleiding heeft afgerond, ziet omroepbaas Carel Enkelaar in Spoor de ideale regisseur voor de uitzendingen over de Apollovluchten. De keuze ligt voor de hand, Spoor had niet alleen de SP1 gelanceerd, hij correspondeerde ook met astronauten en met Wernher von Braun, de raketdeskundige zonder wie de Saturnusraket er niet was gekomen.

Van 1968 tot en met 1972 worden Nederlandse kijkers met honderden uren televisie geïnformeerd over het maanproject van de NASA. Henk Terlingen (‘Apollo Henkie’) is het gezicht van de uitzendingen, samen met studioverslaggever Joop van Zijl en deskundige Chriet Titulaer. Grote man achter de schermen is Rudolf Spoor.

Schaalmodel naar Hilversum
Meer dan eens reist hij naar de Amerikaanse ruimtevaartcentra. De Nederlandse televisieregisseur krijgt ongekende toegang tot de lanceerbasis in Florida, het vluchtleidingscentrum in Houston en de raketfabriek in Huntsville, Alabama. “We mochten de draaiboeken van de vluchten meenemen naar Nederland. Als er weer een missie was geëindigd maakten we een samenvatting die we bij het bezoek voor de volgende vlucht vertoonden. De Nederlandse omroep was de enige die dat deed, daardoor kregen we een geweldige klik.” In Houston zag Spoor een schaalmodel van een Saturnus-raket dat hem wel geschikt leek om in de studio te hebben. Hij had het lef te vragen of hij het model mee naar Hilversum mocht nemen. Spoor is er nog verwonderd over dat hij dat durfde. “Moest je het gezicht zien van die man aan wie ik het vroeg, hij moest zó lachen. Maar later die dag kreeg ik hem mee. Het model zou geregeld in beeld komen. Spoor herinnert zich de quasi-waarschuwing van het hoofd public affairs in Houston: “Sluit de bureauladen, Rudolf is back in town”.

Een deken om de camera
Tussen De Maan en De Traan zitten dertig jaar waarin Spoor in Nederland dé regisseur van live-uitzendingen is. Voor zijn boek nam de hoofdpersoon Kraan mee naar plekken vanwaar hij gedenkwaardige uitzendingen maakte. De dan 40-jarige schrijver laat zich verrassen door Spoors herinneringen uit een televisiegeschiedenis die Kraan niet of niet bewust heeft meegemaakt.

De twee gaan naar een regiekamer in Hilversum en natuurlijk naar de Nieuwe Kerk, maar ook naar het bruggetje in Bartlehiem waar Spoor in 1963, toen nog als cameraman, stond te blauwbekken tijdens de Elfstedentocht die de geschiedenis inging als De Hel van ‘63. Met een deken om de camera tegen de kou en zijn voeten in klompen met stro, gekregen van boer Miedema die daar honderd meter vandaan woont. De eerste schaatser die voorbijkomt is Reinier Paping die de tijd neemt om enkele woorden te zeggen tegen verslaggever Arie Kleiwegt. Spoor heeft er een foto aan overgehouden waarop hij met de schaatser poseert, kort voordat Paping als winnaar over de streep komt.

The Last Post
Spoor neemt Kraan mee naar het War Cemetery in Oosterbeek, de begraafplaats waar 1754 geallieerde militairen liggen die zijn gesneuveld in de operatie Market Garden. Hier regisseerde Spoor zijn eerste herdenkingsdienst. Spoor tegen Kraan: “Ik wil dat je het voelt”. Als ze het ereveld verlaten draait Spoor zich nog eenmaal en hoort in zijn herinnering The Last Post zoals die bij de herdenkingen klonk. “Kippenvel! Ik stond hier bijna veertig jaar geleden voor het eerst en ik heb het nog steeds.”

Hoeveel herdenkingsuitzendingen Spoor ook maakte (Bijlmerramp, Herculesramp, de Volendambrand) en hoeveel feestelijke evenementen als Koninginnedag en de Nijmeegse Vierdaagse hij regisseerde, het wordt nooit routine. Elke keer ziet Spoor er een uitdaging in om iets extra’s toe te voegen. Zoals de ja- en nee-schuddende camera tijdens de intocht van Sinterklaas, waarmee presentator Aart Staartjes antwoord krijgt op de vraag of de stoomboot al in zicht is. Het was een suggestie van een cameraman, Spoor zorgde ervoor dat het idee jarenlang in de uitzendingen terugkeerde.

Bushokje uit beeld
Zoals Spoor een hoogwerker in de Nieuwe Kerk kreeg, zo wist hij de gemeente Utrecht te bewegen een bushokje te verwijderen omdat dat het beeld zou verstoren. Cameraman Rudi Komaromi in Van Maan tot Traan: “Als regisseur kun je niet altijd de lieve jongen zijn. Maar Rudolf blijft klasse. (…) Als hij streng moest zijn deed hij dat op een heel nette manier.” Michel Kerbosch, vele jaren Wegwijspiet bij de Sinterklaasintochten zegt het zo: “Rudolf kon op een heel chique manier de vreselijkste dingen zeggen”.

Hoe ziet Spoor dat zelf? “Het klopt dat ik geen grove jongen ben. In mijn opvoeding heb ik geleerd respect te hebben voor anderen. Het is niet om een brave man uit te hangen, maar ik heb in de regiekamer nooit gevloekt. Natuurlijk gaat er wel iets fout, maar niets is erger dan afgebrand te worden terwijl iedereen het op de koptelefoon hoort.”

De diplomatieke aansturing van vaak vele tientallen technici, droeg bij aan wat Spoor ‘een fantastische sfeer’ noemt in en om de uitzendingen. “Doordat ik zelf cameraman ben geweest wist ik hoe fijn het is dat jouw bijdrage belangrijk wordt gevonden. En weet je, dat werkt. Het gebeurde wel dat cameramensen na een Sinterklaasintocht zich al opgaven voor volgend jaar.”

Vier dagen aanpoten
Het verhaal over de loopbaan van Spoor is ook het verhaal van meer dan veertig jaar televisiegeschiedenis. De beginjaren van het medium zaten er nog maar net op toen Spoor in 1959 de tv-wereld betrad. Nederland heeft dan slechts een televisienet dat vrijwel alleen in de avonduren in de lucht is. Satellietbeelden zijn er nog niet, het beeld is zwart-wit. Televisie maken is heel omslachtig. Neem de langdurige bewerkingen die nodig zijn om filmmateriaal te ontwikkelen en monteren. “Voor twintig minuten televisie moest je vier dagen aanpoten.” Nog heel lang moesten camera’s aan kabels worden gekoppeld, soms met een grote lengte. Spoor: “Als de cameraman achteruit moest lopen op bijvoorbeeld de kade van Zutphen, kregen we wel eens hulp van scholieren die de kabels terugtrokken. Dat repeteerden we eerst. Dat houd je nu niet meer voor mogelijk, maar zo was het.”

Waar blijft Frits van Turenhout?
Spoor herinnert zich een spannend moment achter de schermen van het zondagmiddagprogramma Monitor, waarin Frits van Turenhout de voetbaluitslagen voorlas. Op het moment dat het onderdeel aan de beurt is heeft Van Turenhout zich nog niet laten zien. “Kijken wij uit het raam waar hij blijft, zien we dat hij voor de spoorwegovergang wacht tot de trein voorbij is. In de uitzending wordt iets gezegd van: u wacht natuurlijk op de voetbaluitslagen, maakt u zich geen zorgen, de heer Van Turenhout is onderweg, maar hij staat voor een gesloten spoorwegovergang.”

Onder de indruk
Hoe kijkt Spoor ruim twintig jaar na zijn afscheid naar de televisie van nu? “Ik ben zeer onder de indruk van wat er technisch mogelijk is en hoe de regisseurs daar mee omgaan. Wij vonden het al spectaculair als we met een camera op een hoge stelling konden staan. Nu gaat een drone de lucht in waarmee zo veel mooie dingen worden gedaan. Daar kan ik ademloos naar kijken.” Spoor stelt zelf de vraag die nu niet kan uitblijven: “Mis ik het? Nee. Ik heb zo’n fantastische periode gehad. Op een gegeven moment moet je met pensioen, maar ik ben ongelooflijk gelukkig dat ik de kans heb gehad om dit allemaal te mogen doen.”

  • Uitgeverij Edicola
  • Nederlands
  • Paperback
  • 9789493300149
  • 21 april 2023
  • 192 pagina’s

gerelateerde artikelen