Nieuw binnen: Is het een trompet? Is het een trombone? Een hoorn? Nee, een Sax-zesventieltrombone!

Het was dit keer moeilijk om iets te kiezen voor deze rubriek. Zo kwamen een fraaie 16mm Arriflex camera met toebehoren, decortekeningen en kleding van de immens populaire serie Te land, ter zee en in de lucht in de collectie van Beeld & Geluid in de afgelopen periode. Ook werd een fraaie eenlamps radio-ontvanger (gebruikt in de oorlog) geschonken. Wellicht kom ik daar later nog wel eens op terug. Het voorwerp dat we op 1 november uit handen van schenker en Ramblers-liefhebber Nol van Bennekom mochten ontvangen, is echter zo merkwaardig dat het hier toch even voor het voetlicht gebracht moet worden.

Beeld & Geluid is alweer enige tijd geleden gefuseerd met het in Rotterdam gehuisveste Muziekweb. Een muziekbibliotheek met een enorme collectie van honderdduizenden platen en cd’s, te leen voor iedereen. Beeld & Geluid zelf is altijd wat meer gericht geweest op het “beeld”, en stelt daarvan ook veel tentoon in de museumruimte en het bezoekersdepot. Maar het fenomeen “geluid” kun je ook laten zien. Aan de hand van platenspelers, radio’s, bandrecorders… Bij geluid (maken) denkt men wellicht ook aan muziekinstrumenten. Deze nemen we voor onze collectie alleen aan als er een zeer bijzonder verhaal aan zit. Of een beroemd persoon het instrument heeft bespeeld. Zo hebben we inmiddels het Magic Organ (Keizerwaard orgel) waar onder andere Cor Steyn en Stef Meeder op speelden. En we kunnen natuurlijk de beroemde Toeterix van Tobi Rix (Tobias Lacunes) laten zien. Daarbij past dan de schenking van Nol van Bennekom perfect.

Sax-zesventieltrombone Wat is het? Wanneer men achteloos de foto’s bij dit verhaal bekijkt, zal het misschien moeilijk zijn om een naam te bedenken voor het instrument. Is het een trompet? Is het een trombone? Een hoorn? Eigenlijk geen van alle – we kijken naar een Sax-zesventiel-trombone, ook wel tenor-ventieltrombone genoemd. Een verbetering van een bestaand instrument, en voor het grootste gedeelte bedacht door de meest beroemde instrumentmaker ooit: Adolphe Sax. In 1791 werd in Dinant (B) Charles-Joseph Sax geboren. Hij leerde al snel een instrument (serpent) te bespelen en besloot een fabriek van muziekinstrumenten op te richten. Het vak van muziek- instrumentenmaker leerde hij zichzelf. Zijn fabriek in de Brusselse Bisschopsstraat werd al snel beroemd en de vervaardigde instrumenten wisten te bekoren, want Charles Sax kreeg een grote opdracht: hij mocht op verzoek van Koning Willem I het leger (toen nog van België én Nederland samen) voorzien van muziekinstrumenten voor de destijds daar aanwezige orkesten.

Adolphe Sax
Zoon Antoine-Joseph (Adolphe) Sax werd (eveneens in Dinant) als oudste van 11 kinderen geboren in 1814. Zijn vader leerde hem de kneepjes van het vak van instrumentmaker en in 1835 werd Adolphe de leider van de fabriek in Brussel. Zelf studeerde Adolphe Sax fluit en klarinet en werd snel een bijzonder goede muzikant. Hij besloot zelf de klarinet te gaan perfectioneren, en deed dat zo goed dat destijds beroemde componisten als Halévy, Berlioz en Meyerbeer dat oppikten en hiervoor specifiek gingen schrijven. Als je een klarinet verlengt en dat extra stukje ook nog met een boogvorm smeedt, heb je al een instrument dat lijkt op een saxofoon. Inderdaad, we kennen tegenwoordig de naam Sax nog altijd als uitvinder van vooral de saxofoon. Hij presenteerde de eerste (bas-)saxofoon op de Industriële Tentoonstelling van Brussel in 1841. Hij wilde een instrument ontwikkelen met meer kracht in het geluid dan de klarinet, maar ook met het sonore van een strijkinstrument. In Brussel kreeg Sax te maken met gedoe, rechtszaken en jaloezie waardoor hij besloot te verhuizen naar Parijs. Daar had hij toch minder succes. Het ontwikkelen van de groep van 7 saxofoonsoorten (Sopranino, Sopraan, Alt, Tenor, Bariton, Bas en Contrabassax) was van enorme invloed op de muziekontwikkeling, de klank sprak aan en het instrument was relatief eenvoudig om aan te leren. De destijds (zeer belangrijke) markt van militaire- en civiele harmonieorkesten nam het over en introduceerde deze instrumenten. In Parijs werd in 1846 saxofoon een apart vak. Met Adolphe Sax als docent!

Vanuit de saxofoon werden door Adolphe Sax ook andere instrumenten ontwikkeld, zoals in 1845 de Saxhoorn familie. Deze instrumenten, die qua klank nog het meeste tussen de huidige hoorn en bariton inzitten werden ontwikkeld voor bereden (cavalerie-)orkesten. De instrumenten werden in België maar ook Frankrijk zeer goed verkocht. Na de Franse revolutie van 1848 veranderde dat en nam men nog nauwelijks Saxinstrumenten op in de orkesten. Adolphe bestreed het besluit om zijn instrumenten niet meer te gebruiken met rechtszaken, die hij ook heeft gewonnen. Ondertussen bleef hij nieuwe blaasinstrumenten bedenken. Daarmee komen we dan aan bij het instrument dat onlangs aan Beeld & Geluid werd geschonken: de zes-ventielstrombone. Trombones met 3 ventielen waren er al, maar hadden als probleem de slechte intonatie (vrij vertaald: het spelen van de juiste, zuivere toon). Sax bedacht een complex instrument met maar liefst zes ventielen, gebaseerd op een ontwerp van de Oostenrijker Stölzel uit 1830. Ook deze instrumenten waren in de eerste plaats bedoeld voor bereden militaire orkesten bij cavalerie en artillerie. Sax moderniseerde het idee, vroeg er in 1859 patent op aan en ontwierp zo een trombone waarmee men zeer goed kon intoneren. Hoe zuiver dat wel klinkt kan men op het internet bekijken en beluisteren. Zoek op https:// www.youtube.com/ watch?app=desktop&v=u6mDDYnXASs en Trent Hamilton demonstreert het instrument. In België sloeg het instrument erg aan. Dat verklaart waarschijnlijk ook het feit dat de oorspronkelijke eigenaar, trombonist Marcel Th ielemans deze ventieltrombone heeft gebruikt tijdens zijn opleiding aan het conservatorium van Brussel, waar hij studeerde bij professor Dax. Een en ander is zelfs in de beker van het instrument gegraveerd. Nadeel van de zesventieltrombone is dat het toch wel heel erg moeilijk is om hierop goed te leren spelen, en dat het instrument fysiek gezien erg zwaar is door het grote gewicht waardoor de trombone ook niet zo heel makkelijk in de hand ligt. Uiteindelijk nam de (nu zeer bekende) schuiftrombone de functie van deze toch wat vreemde uitvinding over. Dit instrument is gemaakt door de Belgische fabriek Van Engelen. Opgericht door de kopersmid François-Joseph van Engelen in 1826 werd het een van de leidende muziekinstrumentfabrieken in België, en was gevestigd in Lier (provincie Antwerpen). Uiteindelijk namen drie kleinzonen het bedrijf over en zetten het voort als Van Engelen Frères – Gebroeders van Engelen, in die periode (rond 1900) moet het aan Beeld & Geluid geschonken instrument zijn vervaardigd.

Marcel Thielemans
Nol van Bennekom gaf dit qua geschiedenis interessante object aan ons, maar het instrument werd destijds ook aan hem geschonken. En wel door de bespeler: zanger, trombonist en bandleider Marcel Thielemans. Hij behoorde lange tijd tot de meest populaire zangers van Nederland. Bekend van titels als Hij wel, Dag Schatteboutje, Als sterren flonkrend aan de(n) Hemel staan, Sous mon Parapluie d’Amour, Zeg kleine Schooljuffrouw en Fietsen op de heide was hij tussen 1930 en 1965 samen met zangers als Eddy Christiani en Max van Praag steevast een van de meest beluisterde vocalisten op de radio. Thielemans werd in Schaarbeek (bij Brussel) geboren op 13 mei 1912 en overleed in Hilversum op 15 mei 2003. In 1933 werd hij aangenomen als trombonist (met een ‘gewone’ schuifttrombone) bij het radio – dansorkest The Ramblers. Daar werden al snel zijn zangkwaliteiten met veel succes ingezet. Samen met Jack Bulterman, Wim Poppink en (later) Jany Bron zorgde hij voor het vocale geluid bij deze bekendste dans- en swingband van Nederland. Het op 1 september 1926 opgerichte orkest The Ramblers verpakte swingende nummers in attractieve shows op de bühne, waarbij ruimte was voor humor. Zo werden kleine, muzikale toneelstukjes opgevoerd (bijvoorbeeld Het Proces van Pietertje Swing) naar voorbeeld van het Franse orkest Ray Ventura. In de tweede helft van jaren ’30 maakten Th e Ramblers internationaal furore met hun zuivere jazzopnamen samen met de (voor de jazzgeschiedenis) zeer belangrijke tenorsaxofonist Coleman Hawkins (1904-1969) en andere Amerikaanse gastmuzikanten.

Na 1945 kende het Ramblers orkest nog een periode van ongeveer 10 jaar met vele successen, niet in het minst door de stem van Marcel Thielemans. Grappig detail is dat Thielemans ook wel eens optrad bij het KRO Amusementsorkest van Klaas van Beeck (Tierlantijnentijd) wat men bij de werkgever van The Ramblers, de VARA weer niet zo leuk vond. Het Franse chanson was overigens in die dagen ook zeer populair en werd door Marcel Thielemans met een klein ensemble onder leiding van accordeonist Addy Kleijngeld met veel succes gebracht. Al dit repertoire is (bijvoorbeeld via Muziekweb) te beluisteren op de vele cd’s en platen die van het orkest zijn verschenen. Thielemans deed in 1957 en 1960 mee aan Nederlandse songfestivals en speelde na het stoppen bij The Ramblers ook nog bij de Big Band van Boy Edgar. Maar dat betrof (toen) moderne bebop – bigband muziek. The Ramblers bleven onder leiding van Theo Uden Masman actief tot in het jaar 1964, maar de moderne muziek verdrong dit repertoire en de (dure) grotere orkesten steeds meer. Men poogde nog met vocalisten als Rob de Nijs en Anneke Grönloh om zich bij de jeugd aan te sluiten, maar de populariteit daalde. Op 11 april 1964 vond de laatste (VARA) uitzending van het orkest plaats. Een jaar later, op 27 januari, overleed de leider Theo Uden Masman. Hij was zeer bekend geworden door zijn tijdens de eindtune Farewell Blues uitgesproken woorden “Maarrrrr wij komen terug!” Muziek bij de VARA werd voortgezet door het VARA Dansorkest onder leiding van (Ramblers orkestlid) Charlie Nederpelt. Het “Maarrrr wij komen terug… bleek juist, want in 1974 werden The Ramblers heropgericht. Eerst onder leiding van Jack Bulterman en na diens overlijden stond van 1978 tot 1998 Marcel Thielemans voor het orkest. Ook werden toen de bekende oude Ramblers-hits weer opnieuw opgenomen met zang van Marcel. Na 1998 kwamen Jacques Schols en Cees Kranenburg (zoon van Ramblers-drummer Kees Kranenburg) als leider. Sinds 2022 wordt de band geleid door trompettist Loet van der Lee, en zijn als vocalisten Janne Schra en Ronald Douglas aan het orkest verbonden. Het feit dat men nog steeds optreedt is (al in 1992) in het Guinness Book of Records gekomen, want daar staat men als oudste dansorkest ter wereld (wat nog altijd optreedt) vermeld.

Dit merkwaardige muziekinstrument met zijn directe link naar de grote Adolphe Sax is dus om meerdere redenen ontzettend leuk om in de collectie te hebben, want zo kan ook het verhaal van zanger Marcel Thielemans en het beroemde orkest The Ramblers ook worden verteld. Het instrument ligt nu bij de accordeon van John Woodhouse, het Magic Organ en de Toeterix en zal zich daar zeker thuisvoelen. Samen vertellen ze de geschiedenis van de Nederlandse amusementsmuziek en de vele muzikanten uit dat genre.

  • Erwin Voorhaar is selecteur van de objectencollectie van Beeld & Geluid
  • Bronnen: Nol van Bennekom, Francis Pieters The History of the Wind Band in Belgium Part 1 
  • Foto: Marinke Hilders/Nieuwsblad voor Huizen

gerelateerde artikelen