Nieuw binnen: een MX-39A/TIQ-2 turntable van het Amerikaanse leger

Het jaar 2023 is nog nauwelijks begonnen of we hebben alweer een aantal zeer interessante objecten aan de collectie van Beeld en Geluid kunnen toevoegen. Wat dacht u van de bel en toeter uit Top of Flop (met Herman Stok) of de laatste (qua kleur bij elkaar passende) mok en in de uitzending gedragen trui van Jan de Hoop – stem én gezicht van RTL ontbijttelevisie? Meerdere interessante televisietoestellen, een tweetal mappen met fotomateriaal van de bouw van het Media Park in Hilversum. Het kwam allemaal binnen tussen eind december en half februari. Dat betekent dat het dus moeilijk kiezen is. Maar er kwam iets geheel anders binnen, een object dat je echt niet dagelijks (of zelfs jaarlijks) wordt aangeboden. Dit keer gaat het om een platenspeler. Daarvan hebben we er in de collectie vele honderden. Dus waarom nog een aannemen? Heel makkelijk, het betreft hier een apparaat uit militaire productie en door de geallieerden geïntroduceerd in Europa. Dergelijke apparaten kom je wel eens tegen, maar er worden vaak hoge bedragen voor betaald. Zoals met wel meer zaken die door de geallieerden werden gefabriceerd gaat het om een massaproduct. Maar tegenwoordig hebben ze een zekere “cult” waarde gekregen. Dat het hier massaproducten betreft, maakt het lastiger om iets te weten te komen over deze specifieke draaitafel. Toch zijn er wel aanknopingspunten.

MX-39A/TIQ-2 turntable
We kregen een onbeschadigde MX-39A/TIQ-2 turntable, gebruikt en meegenomen door het Signal Corps van het Amerikaanse leger. Fabrikant van dit materiaal was de Utility Electronic Products Corporation in Newark, New Jersey. Dit werk werd ook uitbesteed aan de Cardwell Manufacturing Company “The Allen D” in Brooklyn, New York. Utility Products maakte ook walkie-talkies en zogeheten “Jeep-Systems” – complete communicatiesystemen die men in de jeep kon inbouwen. De platenspeler maakte in principe ook deel uit van een communicatiesysteem, zoals de afbeelding uit de handleiding (helaas niet meer bij het object aanwezig) laat zien. Men noemde dit een “Public Adress Set”. Soms kom je deze opstellingen nog wel eens in complete toestand tegen, vooral verzamelaars van legermaterieel (zoals Keep Them Rolling) die vaak op bevrijdingsfestivals optreden gebruiken ze wel eens voor het oorspronkelijke doel: informatieverzorging. Ze konden worden gebruikt op een vliegveld of in het veld, als er een hooggeplaatst persoon “in the field” een toespraak kwam houden. Zoals op de afbeelding te zien is hoorde er ook andere delen (zoals luidsprekers) bij. Al deze apparatuur wordt genoemd in de op internet vindbare handleiding (netjes op het plaatje op de platenspeler vermeld): TM112586 uit 1955, waarbij TM stond voor Technical Manual.

Deze apparatuur (waaronder dus ook de platenspeler) werd vanaf 1944 geproduceerd en door het Amerikaanse leger meegenomen. Wegens de schaarste na de oorlog werd veel van deze apparatuur ook civiel of binnen onze eigen defensie gebruikt. De platenspeler werd (voor zover kon worden nagegaan) tot ongeveer 1964 geproduceerd. Deze unit heeft op de originele houten transportkist opschriften die erop duiden dat ook dit apparaat nog gebruikt is bij onze Nederlandse landmacht. In de TM11-2586 staat overigens netjes het doel van de hele set aangegeven (vrij vertaald): Iemand kan met een microfoonset via de luidspreker een menigte toespreken. Maar men kon er ook, ter entertainment van de troepen te velde plaatjes mee draaien – wat niet genoemd werd in de handleiding…

Platen
Naast deze bijzondere platenspeler kregen we in dezelfde schenking ook een flinke stapel grammofoonplaten. Ook deze hebben een militaire link, al hebben ze waarschijnlijk niet direct iets met de MX-39A/ TIQ-2 te maken. Het is echter qua verhaal net zo interessant en gaat ook om een “product” van het Amerikaanse leger dat werd meegenomen naar Europa of verstuurd. Het betreft een aantal 40cm 33-toeren vinylplaten van de Armed Forces Radio Service en een stapel V-Discs.

Dergelijke platen kan men eigenlijk samenvatten onder de noemer “morale boosting”. Om toch af en toe even te kunnen bijkomen en als oppepper voor het moraal van de in Europa actieve Amerikaanse troepen, langzaam toewerkend naar de bevrijding werden deze grammofoonplaten naar Europa gestuurd. Kapitein Howard Bronson (zelf ooit muzikant in het niet-militaire orkest van marsenkoning John Philip Sousa) werd in 1941 benoemd tot muzikaal adviseur van de sectie die voor het welzijn van de soldaten zorgde. Het was zijn idee om van radioshows, waar de commercials tussenuit waren gehaald, transcriptieplaten te maken en deze naar de troepen te sturen. Dit werd op vinyl gezet, belangrijk, want de breekbare schellakplaten kwamen natuurlijk nooit heelhuids aan. De platen werden gevuld met hits uit die periode – vooral swing en big band muziek, maar ook jazz en klassieke muziek. Men kreeg in Amerika echter te maken met een muzikantenstaking, uitgeroepen door de vakbonden (die van 1942 tot in 1944 zou duren) waardoor het opnemen van (nieuwe) platen en muziek problematisch werd, juist op het moment dat de jongens overzee deze ontspanning nodig hadden.

V-Discs
Luitenant George Robert Vincent had een goed idee. Deze technicus van de Armed Forces Radio Service kende Bronsons transcriptieplaten en probeerde een opnameproject te starten. Hij wist het geld ook los te krijgen en betrok Steve Sholes, voormalig werknemer van RCA Victor erbij om een en ander te gaan begeleiden. De naam – V-Disc was ook snel bedacht. Victory…. En Vincent! Het leger nam een en ander zelf op en platenmaatschappijen gingen de V-Discs persen. Een deel verscheen eveneens als vinylplaat maar een groot deel werd (door onenigheid met de platenmaatschappij Colombia) als schellakplaat uitgebracht. Het lukte ook om de (in Amerika allesbepalende) vakbonden mee te krijgen – de ban op het maken van opnamen werd onder voorwaarden voor het leger opgeheven. Die voorwaarden waren onder andere: niet voor commerciële doeleinden gebruiken en niet verkopen. Ook werd gesteld dat de platen (net als overigens de apparatuur van de “Public Adress Set”) moesten worden vernietigd als de oorlog voorbij was. Opnamen werden vaak op locatie gemaakt met mobiele apparatuur (lees: zware apparatuur!) en zo konden live-jazzconcerten worden meegesneden. Veel platen bevinden zich thans in particuliere collecties.

AFRS
De AFRS (American Forces Radio Service) platen waren oorspronkelijk voor uitzending bedoeld, en eigenlijk niet om “in het veld” op locatie te draaien. Deze AFRS werd in 1940 opgezet vanuit de “Morale Service Division” (Special Service  Division vanaf 20 juli 1942), en in november 1943 omgezet in Armed Forces Radio Service. AFRS zette een systeem op met uitzendingen voor Amerikaans legerpersoneel (via korte golf) en maakte van deze uitzendingen “kits” of “packages” voor (mobiele) radiostations in Europa waar de Amerikanen vochten. AFRS werkte voor deze uitzendingen samen met allerlei radiostations in de Verenigde Staten. Als er opgenome moest worden deed met dat vooral in de CBS studio (Hollywood – wat ook op de labels en hoezen staat) of NBC studio O.

Er bestaan ook programma’s waar DJ’s plaatjes draaiden en interviews deden. Deze kwamen als een geheel op de platen terecht. AFRS had zo’n 300 medewerkers, allen goed opgeleide radio-technici en programmamakers die in Amerika en Europa werden ingezet om de radiostations te bemannen. AFRS zelf was gestationeerd in Los Angeles. Men gebruikte eerst 12 inch discs (30cm) – later alleen nog 16 inch (40cm). In deze schenking zitten veel AFRS-platen die opgenomen werden met live publiek, zoals de Command Performance en G.I. Journal.

Het ging om grote oplagen: per maand werden duizenden transciption-records geperst (7891 in januari 1943, 11.7695 in oktober 1945 – bron D.M. Spragg). De zendingen bestonden uit telkens twee dozen (A en B) met in totaal 110 platen, om zo het gewicht aan te kunnen en om het verloren gaan van platen te voorkomen. Men beschikte uiteindelijk over een wereldwijd netwerk voor distributie en uitzending.

Maar de taak van de AFRS zat erop. De meeste werknemers keerden terug naar de entertainment-industrie en de (radio-) studio’s tegen het einde van 1946. Maar men stopte niet met uitzenden: geleidelijk werd de AFRS omgevormd tot de AFRTS (Radio & Television) en het onderdeel American Forces Network (AFN) dat nog altijd uitzendingen verzorgt als AFN Europe op internet.

Zo zijn we met deze, zeer op de Tweede Wereldoorlog gerichte schenking weer in het heden beland. Onze bevrijders namen niet alleen zeer populair geworden moderne muziek mee, maar ook de middelen om deze muziek te kunnen uitzenden, beluisteren en ontvangen. De platenspeler en de grammofoonplaten zullen dat verhaal binnen de collectie van Beeld & Geluid blijven vertellen.


 

Bronnen/meer informatie:

  • archive.org/details/V-discs100-1991944 – geeft overzicht van geproduceerde V-Discs
  • Dennis M. Spragg, The Armed Forces Radio Service (Glenn Miller Archive, University of Colorado)
  • Martin Maas, ‘V-discs: platen voor soldaten’, in magazine De Weergever, 42e jaargang no. 2, 2020)
  • Met dank aan Niels Zack, Rinus Blijleven.

gerelateerde artikelen