In Aether 139 stond Martin Maas al stil bij violist en dirigent Nico Treep. In deel 2 van dit tweeluik staat zijn echtgenote Hélène Cals centraal.
In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw was Hélène Cals coloratuursopraan in de opera, bij oratoriumuitvoeringen en als Liederzangeres. Haar grootste populariteit verkreeg zij door haar vele radio-optredens. Volgens een van haar collega’s bij de radio, Antoinette van Dijk, was Hélène Cals “een geboren zangvogel”. Het volume van haar stem was niet bijzonder groot, maar zij had als coloratuursopraan een prachtig stemgeluid.
De zangeres werd als Helena Theresia Emilie Cals geboren op 25 juli 1903 in de Watergraafsmeer. Zij was de dochter van Martin Hubert Emil Cals (1876-1957), die leraar in de Duitse taal was, en Maria Theresia Niël (1877-1954). Hélène had nog een jongere zus, Antonia Maria Cals, die op 13 augustus 1918 werd geboren. Haar zangkwaliteiten had Hélène geërfd van moeders kant. Tante Gertrude Niël was bijvoorbeeld een bekende actrice en sopraan in Maastricht. Ongetwijfeld is Hélène door haar tante tot de klassieke zang geïnspireerd. Hélène’s moeder kon ook heel goed zingen.
Op weg naar het concertpodium
Na de lagere school ging Hélène naar de tekenacademie. Tijdens een gezellige avond bij kennissen thuis liet Hélène haar vocale kwaliteiten horen. Een van de aanwezigen die avond was Alphons Vranken. Hij was koordirigent en tevens een goede vriend van haar vader. Vranken was heel enthousiast over Hélène’s zang en zei: “Kind, je hebt een fortuin in je keel. Waarom studeer je geen zang?” Maar Hélène’s ouders wilden het in eerste instantie niet hebben. Vranken kon uiteindelijk haar vader zover krijgen dat hij ermee akkoord ging om zijn dochter te laten voorzingen bij de bekende zanglerares Rose Schönberg, waarbij zij zichzelf op de vleugel begeleidde. Ze had nooit noten leren lezen en speelde en zong allerlei aria’s uit opera’s uit haar hoofd. Mevrouw Schönberg, die hoofdlerares was aan het Amsterdamse conservatorium, vond haar een natuurtalent en was heel enthousiast over wat zij hoorde. Hélène maakte de overstap van de tekenacademie naar het conservatorium, waar Schönberg, die later werd vermoord in het concentratiekamp Auschwitz, haar zanglerares werd. Na vijf jaar studie aan het conservatorium, behaalde Hélène Cals in 1926 het einddiploma, cum laude.
Carrière
Haar carrière als zangeres kwam vervolgens al snel op gang. Op 21 december 1926 werkte zij voor de Hilversumse radio mee aan een vooravondconcert door het H.D.O.-orkest o.l.v. Nico Treep, haar latere echtgenoot. Egbert Veen begeleidde haar aan de vleugel. Toen Mengelberg, de dirigent van het Amsterdamse Concertgebouworkest, begin 1927 wekenlang wegens ziekte was uitgeschakeld, kwam er een vervanger, de Franse dirigent Pierre Monteux, die het Concertgebouworkest in februari/ maart 1927 regelmatig leidde. Toen hij Hélène Cals hoorde zingen was ook hij erg onder de indruk van haar zang. Hij engageerde haar meteen voor een volksconcert in het Concertgebouw op 20 november 1927, waarbij hij de leiding had over het orkest. Angelo Ferrari, een van de beroemdste Italiaanse dirigenten uit die tijd, die in Holland dirigent van de N.V. Italiaansche Opera was, wilde Hélène graag engageren voor de rol van Mimi in Bohème. Dit stuitte echter op bezwaren van haar ouders.
De soort muziek die Hélène het liefste zong, was het dramatische genre. Zij bracht echter ook graag Mozart ten gehore, net als oude Italiaanse aria’s van Mozarts tijdgenoten en voorgangers, bijvoorbeeld Domenico Cimarosa en Giovanni Paësiello. Verder liet zij werken van Bach en Strauss horen. Ook Schubert’s liederen zong zij graag. Hélèna Cals zong tientallen verschillende operarollen tijdens concerten en voor de radio. Zij deed ook oratoriumwerk en trad op tijdens Liederavonden. Met dit alles was ze heel succesvol, ook in andere landen zoals België en Duitsland. In 1928 trad Hélène op met het bekende mannenkoor de Mastreechter Staar. In mei 1935 trad ze toe tot het Hollandsch Vocaal Kwartet, waarmee zij in veel concerten en oratoria zong.
In ons land trad Hélène Cals op in vele grote concertzalen en theaters. Tevens nam zij ook deel aan kerkconcerten. Tijdens een uitwisselingsconcert in de Salle du Conservatoire, Parijs, op 17 oktober 1933, dirigeerde Nico Treep een orkest dat bestond uit musici van verschillende Franse orkesten. Hélène Cals zong een aantal liederen. Beiden maakten een uitstekende indruk bij hun Parijse debuut.
Radio
Hélène had een mooi en uniek stemgeluid waarvoor zij overal werd geprezen. Maar door het niet al te grote volume van haar stem, kwam zij in grote zalen, en met het zingen bij een groot orkest, niet altijd goed over. Haar zang door de radiomicrofoon kwam veel beter tot haar recht, en bezorgde haar een grote populariteit. De Radio Luistergids van 17 december 1926 bevatte voor de eerste maal de aankondiging van haar optreden voor de radio. Op 15 januari 1929 meldde het dagblad Het Volk het interessante bericht dat “de zangeres Hélène Cals zich verbonden heeft om alleen voor den AVRO-microfoon te zingen”. Als enige artieste kreeg zij een meerjarencontract voor opera-avonden bij de AVRO. De radio-uitzendingen in Hilversum vonden meestal plaats in de studio of in het Hof van Holland. Alleen als het technisch gezien moeilijk was, werden concerten ergens anders gegeven. Hélène zong voor de AVRO aria’s, opera-fragmenten, Strauss-walsen, volksliederen enz. enz.
Zij werd daarbij vaak begeleid door het Omroeporkest o.l.v. Nico Treep. Tevens werkte zij voor de AVRO mee aan radio-opvoeringen van hele opera’s en operettes. Tijdens concerten van het Concertgebouworkest uit Amsterdam, die vaak op de radio werden uitgezonden, is zij driemaal als soliste opgetreden. Ze werkte ook mee aan propaganda-avonden van de AVRO in het land, zogenaamde ‘stedenavonden’, ook ‘stedenkennismakingsavonden’ genoemd. Deze optredens werden rechtstreeks door de radio uitgezonden. Ook voor de Duitse radio trad zij regelmatig op en haar prachtige stemgeluid was ook op Indische zendstations te horen.
Huwelijk
Door haar contract bij de AVRO kwam Hélène in veelvuldig werkcontact met de ambitieuze dirigent Nico Treep. Hij was de leider van ensembles die Hélène begeleidden, en hij raakte helemaal in de ban van haar persoon en haar artistieke kunnen. Nico werd op 17 maart 1896 in Groningen geboren. Nadat Treep van zijn eerste vrouw, de toneelspeelser Madeleine Vink, was gescheiden, trouwde hij met Hélène Cals op 13 april 1932 in Amsterdam. De bevlogen vakman ontpopte zich tot een ideale partner voor Hélène, en uit hun artistieke samenwerking ontstonden talloze memorabele radio-uitzendingen. Nico Treep overleed op 18 juni 1945 in Blaricum.
Hélène ging ook zangles geven bij haar thuis. De Gramophoon Revue van januari 1930 meldde dat er een groot bord naast de deur van haar huis hing met de tekst: “gedipl. Leerares solozang”. In maart 1934 werd zij benoemd tot hoofdlerares voor solozang aan het Conservatorium in Utrecht.
Overlijden
In juli 1937 vertoefde Hélène Cals met vakantie in Rimini in Italië, om lekker uit te rusten op het strand aan de Adriatische Zee. Zij kreeg daar angina, werd erg ziek en moest in het ziekenhuis van Rimini worden opgenomen. De angina zorgde voor een algehele bloedvergiftiging, die haar dood veroorzaakte. Hélène Cals stierf op 31 juli 1937 in het bijzijn van haar man en de zanger Louis van Tulder. Enkele dagen later werd ze in Rimini begraven. Ruim een jaar later werd haar stoffelijk overschot naar Nederland overgebracht en op 17 december 1938 in alle stilte op Begraafplaats Zorgvlied in Amsterdam herbegraven. Tijdens de uitzending op 3 augustus 1937 herdacht de AVRO haar geliefde medewerkster.
78-toerenplaten
Hélène Cals maakte ca. juni/ juli 1929 in Amsterdam haar eerste opnamen die op grammofoonplaten werden uitgebracht. Van His Master’s Voice en Odeon had zij uitnodigingen ontvangen om plaatopnamen te komen maken. Zij tekende uiteindelijk een contract met Odeon. Uiteindelijk maakte ze in 1929 en 1930 in totaal zo’n 43 opnamen, waarvan een aantal in Amsterdam, maar de meeste in Berlijn. Haar platen werden voornamelijk uitgebracht op het Odeon label; een paar verschenen op het Parlophone label. Op een aantal opnamen wordt zij begeleid op vleugel/ piano of orgel door Pierre Palla, of door het trio Pierre Palla. Deze bekende Nederlandse pianist, organist en koordirigent tekende ook voor de arrangementen van een aantal stukken. Er waren opnamen bij gezongen in het Latijn, Italiaans, Frans, Engels en Duits. Op twee opnamen zingt Cals een duet met de bas-bariton Jo Lammen.