Op 25 juni jl. was het 25 jaar geleden dat door een fusie, teweeggebracht door de overheid, het bedrijfsarchief van de Publieke Omroep (fonotheek en film- en beeldbandarchief verenigd in AVAC), het Filmarchief van de Rijksvoorlichtingsdienst, Stichting Film en Wetenschap en het Nederlands Omroepmuseum bijeen werden gebracht. Voor de nieuwe organisatie was de naam Nederlands Audiovisueel Archief bedacht met als vestigingsplaats Hilversum.
Mies Bouwman en Paul Witteman verzorgden de presentatie van het NAA in het studiocentrum. Twee en een half jaar eerder was de stap al gezet door de commissie Vonhoff. In een advies aan Aad Nuis, staatssecretaris van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had men voorgesteld om tot één nationaal archief op audiovisueel gebied te komen. Grote achterstanden in de conservering en archivering van historisch archiefmateriaal; lagen aan deze beslissing ten grondslag.
In het voortraject waren al knelpuntnota’s verschenen en een marktonderzoek gedaan. Aanvankelijk waren bij de onderhandelingen ook nog het Filmmuseum in Amsterdam betrokken, maar de directie trok zich terug. De vier ‘bloedgroepen’, gehuisvest op verschillende plekken in het land, moesten uiteindelijk onder één noemer en dak worden ondergebracht. Om dit doel te bewerkstelligen werd een nieuwe directeur aangesteld: Edwin van Huis, voorheen als zakelijk directeur verbonden aan het Rijksmuseum. Onder zijn leiding werden onder andere
de huisvestingskosten teruggebracht. Zo werd de huur van het monumentale pand aan het Haagse Noordeinde 64 (publieksdienst RVD) opgezegd. Slechts de bunker in de duinen bij Scheveningen bleef gehandhaafd voor de opslag van brandbare nitraatfilm. Ook de vestiging in Rijswijk werd opgeheven. Een soortgelijk lot trof stichting Film en Wetenschap. Aanvankelijk in Utrecht, in 1989 verruild voor een gezamenlijke behuizing met het IISG in Amsterdam aan de Zeeburgerkade werd vervangen door kantoorruimte op het Media Park in Hilversum. Op deze locatie was het bedrijfsarchief van de Publieke Omroep al gevestigd.
Het Nederlands Omroepmuseum
Aanvankelijk kleinbehuisd in een villa aan het Melkpad, had het museum in 1993 al een sprong voorwaarts genomen door zich op de Oude Amersfoortseweg te vestigen. Op deze locatie werd niet alleen een nieuwe tentoonstellingsruimte, maar ook een centraal depot ingericht. Bovendien werd het Fonografisch Museum, dat een kommervol bestaan leidde in het Utrechtse winkelcentrum Hoog Catharijne, aan de collectie toegevoegd. Museumdirecteur Jan Vos, voormalig voorzitter OR van de NOS en directeur van omroeporkesten en koren wist via zijn contacten in Den Haag en Hilversum (omroepen) 2.500.000 gulden bijeen te brengen voor de verhuizing en inrichting. Naast enige stafmedewerkers werden circa 130 vrijwilligers bij de werkzaamheden betrokken. Bij het vergaren van de noodzakelijke gelden speelden KRO-bestuursvoorzitter Ben Schmitz, beleidsambtenaar Harry Kramer en Vos een zeer belangrijke rol. In de periode 1993-2001 zou het Nederlands Omroepmuseum in
totaal circa 500.000 betalende bezoekers ontvangen.
Inmiddels was Pieter van der Heijden, werkzaam bij het Rijksmuseum, Tropenmuseum en vervolgens Lakenhal, aangetrokken om het nieuwe concept te bedenken: de Experience. Van Huis, Van der Heijden en Vos aangevuld met de auteur van dit artikel legden werkbezoeken af aan het
Franse themapark Futuroscope bij Poitiers, het Newseum in Washington, het Haus der Geschichte in Bonn, de nationale bibliotheek en het natuurhistorisch- en het muziekmuseum in Parijs. Piet van Wijk, overgekomen van SFW wist als plaatsvervangend directeur en hoofd collecties de registratie en archivering van uitgezonden programma’s (radio en tv) van de publieke zenders in Nederland te stroomlijnen. Ook stond hij aan de wieg van de Kennisredactie. Organisatieadviseur Jan Vriezen, voorheen betrokken bij de verzelfstandiging van rijksmusea, had samen met Van Huis, Van der Heijden en externe projectleider Chris van Beers zitting in het Bouwteam.
Onderwijsprojecten en Fonos
Het NAA heeft, mede ingegeven door het ministerie van OC& W zich ook ingezet als inhoudsleverancier voor het onderwijs. Scholen voor basis-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs in Nederland, aangesloten op een digitaal, breedbandig onderwijsnetwerk kregen de beschikking over Edunet, sinds 1999 Kennisnet geheten. In 1998 werd samen met een uitgever, de gemeente Hilversum en twee scholengemeenschappen het proefproject ‘NAA in de klas’ opgezet. Contactpersoon op het Media Park was Pim Slot.
Vervolgens kwam het hoger onderwijs aan de beurt door de introductie van Davideon, een samenwerkingsproject met de Rijksuniversiteit Groningen, de universiteit van Amsterdam en de Christelijke Hogeschool Windesheim. De aanzet voor Fonos (afkorting Fonotheek NOS), de online catalogus voor het nationale muzikale erfgoed stamde ook uit deze periode. Het ging hierbij om LP’s of CD’s die niet meer in de
reguliere handel verkrijgbaar waren tegen betaling beschikbaar te maken voor een breed publiek. Machgiel Bakker, destijds manager muziek was de grote inspirator; gaf ook de opdracht voor het NAA-logo via het Amsterdamse ontwerpbureau Fabrique. Arjo van Loo was de projectleider van het digitale archiefsysteem iMMix, afgestemd op omroepdienstverlening.
Nieuwbouw, publicatie en acquisitie
Al voor de Europese aanbesteding door het NAA van de nieuwbouw had het Spaanse architectenbureau MBM uit Barcelona reeds een impressie in het Masterplan voor het Media Park vastgelegd. Uit 27 reacties werden het Engelse Alsop & Stormer en de Nederlandse bureaus Architecten Cie, Benthem Crouwel, Neutelings Rietdijk en Mecanoo geselecteerd. Vervolgens ontvingen deze vijf architectenbureaus
een uitnodiging om aan de hand van een Programma van Eisen een maquette te vervaardigen. Uiteindelijk viel de keuze op het ontwerp van Neutelings Rietdijk uit Rotterdam. Onder auspiciën van het NAA werd ook een begin gemaakt met Kathedralen en luchtkastelen van de omroep in Hilversum, dat in 2002 bij uitgeverij Waanders verscheen. Het 628 pagina’s tellende boek schetste de architectuurgeschiedenis van alle ooit in Hilversum gerealiseerde omroepgebouwen. Tevens een overzicht van niet gerealiseerde bouwprojecten voor de publieke omroep aan
de hand van tekeningen en maquettes. In dit rijk geïllustreerde naslagwerk heeft ook de omroepkunst een plek gekregen.
Tijdens de NAA-periode werd de cultuurhistorische reikwijdte van de collectie vergroot, bijvoorbeeld door verwerving van de reclamecollectie en de verzameling van de stichting Smalfilmmuseum. Per 1 juli 2002 werd het NAA – inmiddels uitgegroeid tot een cultuurhistorisch instituut
– omgezet in Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Het markeert de totstandkoming van het fusieproces. In 2006 opende de Beeld en Geluid-experience zijn poorten voor het publiek.