Amsterdam 7520 km, ver weg en toch dichtbij dankzij de radio

Nederland is nooit ver weg. Community Radio in Suriname

Radio is in Suriname het belangrijkste medium. Ook nu nog; het is snel, toegankelijk en staat dicht bij de kleurrijke verscheidenheid van de bevolkingsgroepen in het land. Voor iedere groep is er een station. De radio staat de hele dag aan.

Vanaf de ‘Bosjebrug’ (zoals de Jules Wijdenbosch brug over de Surinamerivier wordt genoemd), het hoogste punt van Paramaribo, kijk je neer op een woud van masten en antennes. En daar blijft het niet bij. Ook verder weg van de hoofdstad, in de districten, in oostelijke en westelijke richting en zelfs in het uitgestrekte binnenland, kom je ze tegen. Overal in Suriname wordt radio gemaakt.

Henk Hendriks was tussen 2005 en 2011 correspondent van Radio Nederland Wereldomroep in Suriname. Hij was bovendien ‘regiovertegenwoordiger’, contactpersoon voor zogeheten ‘partnerstations’ van RNW, waar schotels waren geplaatst voor satellietontvangst van de uitzendingen uit Hilversum. Het tijdperk van de korte golf liep op z’n end. Voor onderhoud, reparaties en updates kwam vanuit Bonaire regelmatig Alex Coffie overvliegen.

Het Nederlands is in Suriname – meer nog dan op de toenmalige Nederlandse Antillen – de belangrijkste voertaal. Daarbij komt dat van elke Surinamer wel een familielid, vriend of bekende in Nederland woont; Nederland voelt dan ook een beetje als verlengstuk van Suriname (hoewel we in Nederland wel eens het omgekeerde denken). Voor Surinaamse radiostations was het dan ook niet meer dan vanzelfsprekend om nieuws uit Nederland door te geven. Het levert bovendien extra reclame-inkomsten op, de levensbron van commerciële stations – en dat zijn ze vrijwel allemaal.

Met de schotels werden ook tv-uitzendingen van BVN (Beste van Vlaanderen en Nederland) ontvangen en doorgezet. Het Nederlandse Achtuurjournaal was een van de best bekeken uitzendingen in Suriname. Stations die dat wensten konden het ook daadwerkelijk om 20.00 uur Surinaamse tijd uitzenden. Hoe Nederlands wil je het hebben?

RNW stopte in 2011 met Nieuwslijn en de Caribische uitzendingen. Maar Nederlandse tv kan in Suriname nog steeds worden bekeken via de particuliere stations. Daarmee kreeg het einde van RNW in Suriname toch nog een zachte landing.

In twee artikelen kijkt Henk Hendriks terug op de bloeiperiode van de Surinaamse radio en de rol van Radio Nederland Wereldomroep. Als eerste de stations ten westen en ten oosten van Paramaribo.

Coronie
Wie vanuit Paramaribo over de Oost-Westverbinding naar Nickerie rijdt, passeert het kleine, dunbevolkte district Coronie, dat met slechts twee zetels in het Surinaamse parlement ook politiek nauwelijks meetelt. Op de autoradio hoor je nu alleen nog de versterkte zenders uit Paramaribo van Radio 10 en Rapar en vanuit het verder westelijk gelegen Nickerie dringen flarden door van Radio Rasonic en Ishara. In Totness, de hoofdplaats van Coronie, staat wel een steunmast van Radio Boskopu (‘boodschap’), de zendgemachtigde van het ministerie van Regionale Ontwikkeling, maar die is slechts een klein deel van de dag in de lucht met ambtelijk nieuws waar eigenlijk niemand naar luistert.

Harold Monkau in de studio van Radio Mohari. Foto: Henk Hendriks

Twintig jaar geleden was dat wel anders. In het kleine Bantaskin, vlakbij Totness, tussen een paar verspreide huizen aan de Oost-Westverbinding, stond de fiere mast van Mohari Broadcasting. Eigenaar, oprichter en bouwer van het station, Harold Monkau, begroette zijn luisteraars al vroeg in de ochtend met “Goedemorgen Coronie, wat een heerlijke morgen”, elke dag opnieuw. Harold had zijn mast zelf gebouwd. Wekenlang was hij met mastdelen op z’n rug naar boven geklommen, tot hij de gewenste hoogte had bereikt. “Als de verbindingen maar kloppen,” bulderde hij toen ik bezorgd omhoog keek “dan klinkt het kraakhelder!” De zender bereikte zelfs Donderkamp en Corneliskondre, kleine inheemse gemeenschappen in het achterland van Coronie.

In zijn kleine ‘studio’ was alles een beetje houtje-touwtje. Met het knoppenpaneel van een oude ventilator schakelde hij tussen cassetterecorder, pick-up en mengpaneel. Harold zelf paste er maar net in, maar het werkte wel. Hij besprak de problemen van het dorp, zijn vrouw deed de interviews. Er werd radio gemaakt. Radio Mohari verdiende een schotel. Later heb ik me afgevraagd of dit een wijs besluit was.

Nickerie
Verder naar het westen in het district Nickerie pakten ze de zaken anders aan. Er was ook aanzienlijk meer geld. Ondernemers en grote rijstboeren zagen voor hun politieke ambities wel brood in radio en tv. Als je daarmee om te beginnen je eigen extended family en geloofsgemeenschap bereikte en er was genoeg geld om te investeren, dan kwam de rest vanzelf. Zo bouw je aan je publiek. Een radiostation maakt op die manier al snel deel uit van een netwerk van religieuze en zakelijke belangen, van politieke en non-profit organisaties van onder andere vrouwen en kleine landbouwers. Radio Rasonic was de grootste in Nickerie. Directeur Roy Sookha was importeur van onder meer Guyanese ‘Demarara’ rum, zijn vrouw bestierde een reisbureau en hun twee zonen deden de radio en tv. Er was een eigen journaaldienst, met elke dag nieuws en reportages. Dat alles onder één dak, ze woonden ook op het uitgestrekte erf. Een echt familiebedrijf, maar wel midden in de gemeenschap. Dat bleek toen ik een reportage had gemaakt over een arm landbouwersgezin in een rijstpolder. Een van de kinderen had een ‘lui’ oog, het ooglid ging niet omhoog. Met een simpele operatie was dat te repareren, maar er was geen geld. De volgende ochtend – ik zat al in m’n auto richting Paramaribo – belde de voorzitter van de vrouwenorganisatie. Er was geld opgehaald, zei ze, genoeg voor de oogoperatie. Zelf had ik de Caribische ochtenduitzending met het item gemist, maar zo snel werkte lokale radio dus in Nickerie.

Uitzendingen in de Nederlandse taal waren leidend bij Rasonic – mede dankzij de schotel van RNW. Daarnaast was er een apart taalblok in het Javaans en Sarnami voor de Javaanse en Hindoestaanse gemeenschap. De RNW-schotel zette Rasonic trouwens meteen op grote voorsprong ten opzichte van plaatselijke concurrenten als Ishara en SBS. Zij hebben tot hun verdriet de schotel gemist…

Het wilde oosten
Het voormalige mijnstadje Moengo ligt halverwege Paramaribo en Albina, de grensplaats met Frans-Guyana. Moengo is ook de woonplaats van Prins Ronnie, zoals Ronnie Brunswijk gekscherend werd genoemd. De huidige vicepresident heeft die geuzennaam intussen serieus genomen; hij heeft zichzelf nu gekroond tot Koning Brunswijk. Etnisch gesproken beschouwt hij deze streek al langer als zijn koninkrijk. Brunswijk is Aucaner, de dominante Marrongroep in Oost-Suriname. Ronnie is ook voorzitter van FC Inter Moengotapoe en hij trapte in het Ronnie Brunswijk Stadion graag een balletje mee. Door zijn zwaarlijvigheid maakte hij veel overtredingen, maar scheidsrechters die het waagden hiervoor te fluiten kregen een pak slaag of werden met een schop het veld afgejaagd.

Oost-Suriname is een getraumatiseerd gebied. Halverwege de jaren tachtig woedde hier de zogeheten binnenlandse oorlog tussen Brunswijk en Bouterse. Het dorpje Moi Wana werd in 1986 bijna volledig door regeringstroepen uitgemoord. Veel bewoners vluchtten de Marowijne rivier over naar St. Laurent in Frans-Guyana. Ook Moengo werd een wijkplaats voor vluchtelingen. Later volgden spijtbetuigingen, monumenten en beloftes van herstelbetalingen. Het geld is er nog steeds niet, maar de gevolgen zijn wel merkbaar. Er is veel criminaliteit.

BOB Radio van Gerrit BarronEen echt radiostation was er nog niet in Oost-Suriname, het zou een uitgelezen kans zijn voor Brunswijk om zijn politieke aspiraties vleugels te geven. Maar Brunswijk is geen man van de taal. En dus stapte iemand anders in het gat: op 18 september 2001 startte Gerrit Barron, dichter, uitgever en kinderboekenschrijver in Moengo het radiostation Barrons Omroep Bedrijf, kortweg BOB-radio. Hij noemde het liefkozend ‘The Air Flavour’. Barron vindt taalontwikkeling belangrijk “om te voorkomen dat mensen elkaar de hersens in slaan,” zoals hij het zelf formuleert. Hij neemt deel aan educatieve programma’s en werkt samen met scholen. Tresna Pinas, een leerkracht op de MULO-school van Moengo is dagelijks gast in zijn programma.

De filosofie van Barron sprak aan. Er was geen twijfel over: hij verdiende een schotel. BOB-Radio is partner gebleven en is in 2010 door OLON en het trainingscentrum van RNW naar Nederland uitgenodigd.

Wanica
Ten zuiden van Paramaribo neemt de bebouwing alleen maar toe. Het district Wanica is eigenlijk een uitgestrekte buitenwijk van de hoofdstad. Surinamers bouwen niet omhoog, maar koesteren hun erf. Je leven is niet compleet als je geen perceel hebt van minstens 350 vierkante meter, waarop je een huis bouwt. Al duurt het jaren voordat het af is, dit is je droom. Aan ruimte geen gebrek in Suriname, al is die vaak oneerlijk verdeeld. Ook in die druk bebouwde achtertuin van Paramaribo staan radiostations. De meest spraakmakende is Radika. Het bescheiden station werd opgericht in de jaren zestig door de familie Radhakishun, die twintig jaar later in de ogen van het militaire bewind veel te kritisch was. Onder andere kleinzoon Prem maakte van zijn hart geen moordkuil. Dat weten we in Nederland inmiddels ook. In de nacht van 7 op 8 december 1982 werd het station kapotgeschoten. Militairen hielden de brandweer tegen. De familie Radhakishun vluchtte naar Nederland.

Roschnie Radakishun (midden), mettegenover haar een studiogast en (links
van haar) Mahinder
Roschnie Radakishun (midden), met tegenover haar een studiogast en (links van haar) Mahinder. Foto: Henk Hendriks

Pas in 1990 begon Radika weer met uitzenden onder leiding van Roschnie Radhakishun en haar zoon Mahinder in het Hindoestaans (Sarnami) en Nederlands. Roschnie maakte het programma Auraton ki Duniya, oftewel De Wereld van de Vrouw. Ze praatte met Hindoestaanse vrouwen, haalde deskundigen in de studio en liet vrouwen inbellen. Ze deed dat tot haar dood in 2018, ondertussen geplaagd door grote en kleine rampen: van het overlijden van twee van haar zoons tot het omwaaien van de zendmast. In Suriname is niets gemakkelijk. Radika werd een partnerstation van de Wereldomroep en heeft ook een tv-tak.

Terug naar Coronie
Ondanks de schotel bleven de inkomsten uit bij Radio Mohari in het arme Coronie. Misschien was hij te kritisch, waardoor ook de plaatselijke middenstand afhaakte. Toen ik weer eens een bezoekje bracht aan Harold Monkau, scharrelden er een stuk of vijf varkens naast zijn huis. Hij wees trots op de aanplant van dagoeblad, een groente die uitstekend gedijt in varkensmest. Met de radio ging het niet goed, hoewel hij trouw elke dag RNW uitzond. “Paarlen voor de zwijnen,” riep hij verbolgen. Een rake vergelijking, gelet op zijn eigen nevenverdienste.

Ik vond het jammer dat het kleine Bantaskin het nu weer zonder radio moest stellen. Als je geen commercieel draagvlak hebt, is ook het partnerschap van RNW blijkbaar geen garantie voor succes. Ook kun je je afvragen of de manier waarop we het nieuws uit Nederland in zo’n kleine gemeenschap brengen, wel passend is. Zelfs al hebben we het over zwaarwegende en voor Coronie zeer relevante onderwerpen als de stijging van de zeespiegel, het klimaat en de rol van mangrovebomen als kustversteviging, de Coronianen communiceren toch anders met elkaar. En voor de plaatselijke problemen heb je de Wereldomroep niet nodig. In een geürbaniseerde omgeving daarentegen vallen uitzendingen uit Nederland beter op hun plek.

gerelateerde artikelen