Muziek door radiotechniek. Uit de knipselmap van Arie en Nico Brandon, vader en zoon bij de omroep

Fagottist Freek Sluijs (Radio Filharmonisch Orkest) belicht het werk van musicus en radiotechnicus Arie Brandon, die een bijzondere bijdrage leverde aan nieuwe muziekvormen.

In het voormalige Radio Kamer Orkest speelde van 1978 tot 2004 violist, componist en dirigent Nico Brandon. Uit zijn nalatenschap komt een plakboek met foto’s, dat zijn vader Arie Brandon, eveneens violist, componist maar ook omroeptechnicus, bijgehouden had. We zijn in de jaren ‘50, bij de NRU, de Nederlandsche Radio Unie. In de controlekamers van de diverse omroepen, het terrein van de radiotechnici, werden geluiden opgenomen voor uitzending via de lucht of toen nog de draadomroep. De presentatie van een radioprogramma, een boodschap van de minister-president, stichtelijke woorden, muziekopnames, buitengeluiden, in de beginjaren van de opnametechniek werd dat op grammofoonplaat gesneden. Later aan het einde van de jaren ‘40 deed de bandrecorder zijn intrede en kon daarmee geluid worden vastgelegd, maar ook beter worden gemanipuleerd.

Musique concrète
Componisten als Pierre Schaeffer maakten sinds de naoorlogse jaren al gebruik van deze opnametechnieken. Brekend glas, een passerende trein, een enkele muziektoon werden bijvoorbeeld in fragmentjes gecombineerd, achterstevoren afgespeeld, in patronen herhaald of op andere manieren bewerkt en gaven zo nieuwe klanken, die met gewone instrumenten en zangstemmen niet zouden kunnen worden gemaakt, de toenmalige musique concrète.

De Nederlandse componist Henk Badings (19071987) kwam in 1954 naar de studio voor zijn radiofonische opera Orestes. Het Omroeporkest onder leiding van dirigent Henk Spruit en de heren van het Omroepkoor produceerden voor de microfoons de door de componist genoteerde muzikale klanken. Nadat de opnames waren gemaakt begon het pas echt, zou je kunnen zeggen. Badings had precies uitgedacht op welke wijze deze opnames moesten worden omgevormd tot een nieuw en ongekend klankbeeld. Voor het koor van de Wraakgodinnen werden opnames van het mannenkoor tweemaal versneld afgespeeld, het geluid klinkt daarbij ook een octaaf hoger. Daarnaast werden geluiden van het orkest ook vervormd: een gongslag zonder de hoorbare aanslag of achterstevoren afgespeeld. Dit vervreemdende klankbeeld moest mede expressie bieden aan de vertwijfeling waarin de hoofdpersoon Orestes verkeert nadat hij zijn moeder heeft gedood om daarmee te wreken dat zij zijn vader had omgebracht. Het werk op een libretto van J. Starink werd direct bekroond met de Prix d’Italia.

Die opnametechnieken komen we later weer tegen. Henk Badings maakte nog een ballet Kaïn en Abel in het Philips-laboratorium, maar wel met technicus Arie Brandon erbij! Ton de Leeuws werk Job is ook met diens assistentie ontstaan. In de lichte muziek worden deze elektronische technieken ook gebruikt, bijvoorbeeld op het Sgt. Peppers-album van de Beatles, maar ook bij de BBC waar de muziek voor de serie Doctor Who gemaakt werd met behulp van elektronica en gemanipuleerde opnames en bij de omroep in Keulen, het werkterrein van componist K.H. Stockhausen.

Tegenwoordig kan “iedereen” thuis muziek maken en bewerken met een computer zonder gebruik te hoeven maken van grote en dure radiostudio’s vol apparatuur én briljante technici als Arie Brandon. De begrippen kennis en vakmanschap komen hiermee in een heel ander licht te staan.

Auteur: Freek Sluijs
Badings’ compositie Orestes is te beluisteren op cd, maar ook via internet, zij het alleen in de Engelse vertaling die voor de BBC gemaakt is.

Afbeelding: Henk Badings (rechts) kijkt toe terwijl drie technici (Theo van Woerkom rechts vooraan, Luc Ludolf en Arie Brandon achteraan) aan de slag zijn met zijn muziekwerk. Bron: Philips Koerier.

gerelateerde artikelen