Mastklimmen, een tijdsbeeld

Illustratie 'Mastklimmen', Kees van Lent. N.C.R.V.-gids (4 december 1952)
Illustratie ‘Mastklimmen’, Kees van Lent. N.C.R.V.-gids (4 december 1952)

Een tien kilo zware varkensham als hoofdprijs voor de beantwoording van een aantal quizvragen op de radio in de jaren vijftig van de vorige eeuw stond symbool voor de Nederlandse kneuterigheid. Zeker wanneer men bedenkt dat tegelijkertijd in Amerika de makers van de tv-show The $ 64.000 Question een dergelijk bedrag ter beschikking stelden aan de winnaar.

Johan Bodegraven (1914-1993), een voormalig belastingambtenaar, kwam door een toevallige omstandigheid in 1947 bij de NCRV terecht. Zijn talent werd ontdekt door Gerard Hoek, programmaleider bij de NCRV. Aanvankelijk werd hij ingezet voor de spelletjes Spraakwaterval en Familiecompetitie. Vervolgens introduceerde hij Mastklimmen, een succesvol radiospelletje van verantwoorde ontspanning, dat van 1952 tot en met 1957 rechtstreeks voor de microfoon werd uitgezonden. Het idee was geïnspireerd op een voormalige kermisattractie, namelijk de mast van Kokanje (Luilekkerland). Deze eeuwenoude vorm van volksvermaak bestond uit een met groene zeep ingesmeerde masteind. Bovenaan bevond zich een platform, waarop een presentje lag.

Bij de radiovariant ging het om een in de studio geplaatste paal. Het prijzenmateriaal was aan touwen opgehangen. Het spel (duur 30 minuten) maakte onderdeel uit van het avondvullende Studio Steravond, dat wekelijks werd uitgezonden. De spelregels waren duidelijk. De wedstrijd werd gespeeld met drie of meer paren. Er was een keuze uit elf verschillende onderwerpen, zoals geschiedenis, aardrijkskunde, sport, muziek etc. Aan elk paar werden vijf vragen gesteld met een opklimmende moeilijkheidsfactor.

Voor elk goed antwoord werd een prijs beschikbaar gesteld. Zo bestond de tweede prijs uit een fruitmand. Bovenin prijkte de hoofdprijs: een gerookte ham. De laatste, kardinale vraag werd steevast ingeluid met de uitdrukking “En dan nu de hamvraag”.

In april 1956 vond de honderdste uitzending van dit populaire programma plaats. De succesvolle formule werd soms door de NCRV benut om op locatie leden te bereiken. De meest spectaculaire opvoering van Mastklimmen vond plaats in maart 1955 in een Haarlemse gevangenis.

Er bestond zelfs een begeleidend lied. De tekst van de begin- en eindtune was geschreven door componist Rudolf Karsemeyer, een broer van de bekende zanger en dirigent Lex Karsemeyer: “Wie klom er mee, tot boven in de mast. Hij was wel glad, maar winnen deed u vast. Want haalde u de ham niet uit de top, dan haalde u in elk geval uw kennis weer eens op.” Deze herkenningsmelodie werd voor het eerst gezonden door operazanger Anton Eldering. Later verzorgde onder andere Henk Dorel begeleid door het Promenadeorkest de uitvoering. De originele bladmuziek kreeg een plek in de Omroepbladmuziekcollectie.

De Steravonden mochten zich verheugen in een grote populariteit. Geplande vergaderingen werden zelfs uitgesteld en visites afgezegd om het programma in de huiskamer te volgen. De jury in de NCRV-studio werd geleid door de destijds bekende Nederlandse schrijver/journalist mr. Evert Straat. De faam van het programma deed de NCRV-leiding in 1956 besluiten om bij huisleverancier Bosch en Keuning een boekje uit te geven onder de titel Mastklimmen. De publicatie zonder afbeeldingen bevatte in totaal 1350 vragen en antwoorden.

Stoppen op hoogtepunt
Aangezien Bodegraven al jaren een overvol programma had, nam de NCRV-leiding hem in bescherming. Na vijf succesvolle jaren was het tijd om het stokje aan een ander over te geven. Mastklimmen werd in het winterseizoen vervangen door Raakt de roos. Een door journalist Goos Kamphuis geleid spelprogramma, omdat Bodegraven zich in het vervolg zou gaan richten op de hoorspelafdeling van de zendgemachtigde. De eerste uitzending van deze productie vond plaats op 3 oktober 1957. Echter de nieuwkomer kon nimmer tippen aan de bekendheid van het eerdere programma.

Twintig jaar later na de laatste uitzending van Mastklimmen zou Ferry de Groot, sidekick van komiek André van Duin in de radio-uitzending van de Dik voor mekaar show voor dezelfde omroepvereniging de oud-presentator op de hak nemen. In een interview met de gefingeerde heer Hengstenbrouwer (Vereniging voor Vreemdelingenverkeer) vermeldde deze in de Bekende mensenroute, dat het huis van Johan Bodembegraven het eindpunt was. Volgens hem herkenbaar aan de NCRV-sticker op de deur en de vele lege flessen in de tuin. Deze uitlating illustreert hoezeer de van oorsprong calvinistische omroep in moreel opzicht in twee decennia qua amusement was opgeschoven. Klaarblijkelijk was satire binnen de protestants christelijke omroep inmiddels salonfähig geworden.

De grootste bekendheid verwierf Bodegraven overigens met zijn geldinzamelacties voor goede doelen bij onder andere de radio-actie Beurzen open, dijken dicht. Een reactie van de gezamenlijke omroepen na de watersnoodramp van 1 februari 1953.

 

Titelafbeelding: Portret van Johan Bodegraven uit 1984. Bron: Beeld & Geluid

gerelateerde artikelen