Marcel Barger was in de periode 1913-1941 actief als Pierrotzanger en chansonnier. Hij had een succesvolle internationale carrière.
Marcel Barger werd op 7 maart 1891 in Amsterdam geboren als Meyer Strelitskie. Hij was van Joodse afkomst. Zijn vader was Eleazer (Eduard) David Strelitskie (1866-1943), diamantklover en koopman in diamant van beroep. Marcels moeder heette Cellie (Celine) Baggers (1867-1943). De familie Strelitskie, waarvan vele leden muzikant, zanger of toneelspeler waren, kwam oorspronkelijk uit Rusland. De achternaam van de familie wordt in diverse bronnen verschillend geschreven. De familie noemde zichzelf Strelitskie, wat onder meer blijkt uit hun handtekeningen. Daarom heb ik in dit artikel consequent deze spelling gebruikt. Ik heb geen informatie gevonden dat Marcel Barger getrouwd is geweest en een gezin heeft gehad.
Pierrot
Op zijn achtste jaar tingelde Marcel al op de piano en zong hij met fijne stem een liedje. Omdat hij concertzanger wilde worden, nam Marcel op 16-jarige leeftijd muzieklessen, waarbij hij zich vooral bekwaamde in het Franse en Italiaanse repertoire. Nadat hij vier jaar les had gehad, werd hij als Max Strelitskie lid van de operette-vereniging De Phoenix te Amsterdam. Dit was een vereniging van amateurs die in 1909 was opgericht. De vereniging gaf met veel succes opvoeringen van operettes, waarin Max Strelitskie regelmatig een hoofdrol vervulde. In de komische opera Le Retour de Pierrot van Emil van den Eynde, die door De Phoenix werd opgevoerd, was de melodie van een Frans lied uit 1899 opgenomen, Bonsoir madame la lune. Tijdens een cabaretavond van De Phoenix op 15 februari 1913 zong Max Strelitskie in pierrotkostuum dit lied en had er veel succes mee.
Strelitskie wordt Barger
Aanvankelijk werkte Marcel als diamantbewerker, mogelijk in dienst van zijn vader. Maar in 1913 introduceerde Max Strelitskie zichzelf bij het grote publiek als Marcel Barger. Mogelijk was deze artiestennaam afgeleid van Baggers, de achternaam van zijn moeder. Met Bonsoir Madame la Lune vestigde Marcel Barger zijn naam in de amusementswereld. Hij zou het nog vaak moeten zingen. Toen hij de Amsterdamse impresario en Scheveningse cabaret-directeur Max van Gelder ontmoette, bezorgde die hem allerlei engagementen zoals een optreden op 22 november 1913 in de kleine zaal van het Concertgebouw, Amsterdam, met Het eerste Hollandsche cabaret-gezelschap De Xde Muze. Hij had het meeste succes met zijn Pierrotliedjes, al was de Pierrot niet zijn favoriete creatie. Hij had zich de Pierrotfiguur helemaal eigen gemaakt, en het publiek vroeg er steeds om. Dus hij moest wel … Het zingen van Pierrotliedjes was eigenlijk een mix van voordracht, zang en mimiek.
Militair toneel
Een paar van Marcels ‘wapenfeiten’ rond de periode van de Eerste Wereldoorlog: hij werd geëngageerd voor het Amsterdamsch Kunstenaarsfeest, op 9 januari 1914 in Bellevue, Amsterdam. Het feest was georganiseerd door het weekblad De Kunst. Er traden veel topartiesten uit die tijd op zoals Koos Speenhoff en zijn vrouw, Nap de la Mar, Joh. Buziau, Max Tak en anderen. Op 15 januari 1915 trad Marcel op tijdens het Tweede Amsterdamsch Kunstenaarsfeest, waar hij in gezelschap was van onder anderen Pisuisse en Dumas. In 1915 mocht hij ook optreden voor Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden in Groningen. De prins complimenteerde hem met zijn optreden. In 1916 werd hij opgeroepen voor militaire dienst in verband met de mobilisatie. Na vier maanden actieve dienst kreeg hij van generaal Kleynhens het verzoek om als zanger voor zijn medesoldaten te gaan optreden. Als onderdeel van het Militair Toneel verzorgde hij in de jaren 1916 en 1917 zeven maanden lang zo’n 200 optredens voor de gemobiliseerde soldaten. In de mobilisatietijd trad Marcel ook nog op met Willy Corsari.
Tijdens zijn carrière als artiest trad Marcel ook vaak belangeloos op voor goede doelen. In de jaren ‘10 en ‘20 maakte hij ook regelmatig deel uit van het gezelschap van Pisuisse. Hij nam ook deel aan de Intieme Kunstavonden onder leiding van respectievelijk Max van Gelder, Pisuisse en Nap de la Mar.
Internationaal artiest
Tijdens zijn carrière maakte Marcel diverse keren een tournee door Nederland. Hij trad op in de grote theaters van ons land, en in bioscopen als bijprogramma van films. Hij had overal veel succes met zijn optredens als de zingende Pierrot, compleet met bijpassende outfit. Zijn vader was zijn manager. Daarnaast verzorgde hij ook optredens en maakte hij ook tournees in een groot aantal Europese landen en landen in Noord-Afrika. Waar hij ook kwam, het succes lachte hem overal toe. In een aantal buitenlandse steden zoals Parijs kreeg hij in diverse theaters lange engagementen.
In 1920 maakte de actrice Asta Nielsen een tournee door Nederland. Marcel was een van degenen die met haar mee op tournee gingen. Asta Sofie Amalie Nielsen, ook bekend als Die Asta (18811972) was een Deense actrice, die vooral in Duitse stomme films uit de jaren 10 en 20 van de 20e eeuw speelde. Zij was Europa’s eerste filmster. Bioscopen, parfums en gebakjes werden naar haar vernoemd. Ze had de bijnaam De Stille Muze. In 1920 trad zij in Nederland persoonlijk op in het mimisch drama La Main. Marcel Barger had hierin ook een rol en trad tevens op als Pierrotzanger.
78-toerenplaten, radio en film
Rond 1921 maakte Marcel Barger een serie opnamen met pianobegeleiding. Daarbij was ook het lied, waarmee hij was doorgebroken: Bonsoir Madame la Lune. De opnamen werden door het Beer Record-label op 78-toerenplaten uitgebracht. Deze platen zijn zeer zeldzaam. In 1929 en ook in de jaren ‘30 was hij regelmatig op de radio te horen, met liedjes en imitaties. In 1933 werkte Marcel mee aan een Nederlandse muzikale geluidsfilm, onder regie van Johan Gildemeyer, die werd vervaardigd in het Koloniaal Instituut (nu het Koninklijk Instituut voor de Tropen) in Amsterdam.
Marcel had een hoofdrol in de revues Ik houd van Susy (1933), Hoe gaas ‘es (Hoe gaat het?) (1935) en Dàt is Holland (1938). Gedeelten van deze revues werden ook voor de VARA-radio uitgezonden. In 1934/35 maakte Marcel een tournee door ons land. In het laatste kwartaal van 1935 gaven oudleden van het Militair Toneel (onder wie Marcel Barger) uit de periode van de mobilisatie (19141918) in veertig plaatsen in ons land voorstellingen. In januari en februari 1936 zouden zij optreden in Londen, Parijs, Berlijn en mogelijk Brussel. Informatie over het doorgaan van deze buitenlandse optredens ontbreekt echter.
In mei 1939 werd in Den Haag de Vereeniging ter behartiging van de belangen van Nederlandsche Kleinkunstenaars opgericht. Marcel Barger werd een van de bestuursleden. In de jaren 1939/40/41 maakte Marcel deel uit van diverse cabaretgezelschappen, die in vele plaatsen in ons land voorstellingen gaven. Met Tobi’s Cabaret werd meer dan 100 keer de cabaret-revue De Spijskaart opgevoerd.
Repertoire
Marcels Pierrot-liedjes vormden zijn handelsmerk. Maar hij had een breed internationaal repertoire. Behalve Hollandse liedjes, zong hij Franse, Spaanse, Italiaanse, Duitse en Engelse liedjes. Als chansonnier verscheen hij op het toneel in rokkostuum met hoge hoed. Verder deed hij vaak imitaties van bekende zangers, film- en cabaretsterren, zoals Koos Speenhoff, Maurice Chevalier, Zarah Leander, Richard Tauber, Josephine Baker. Maar als rasechte Amsterdammer liet hij ook graag een lied zoals Mooie Jans (uit de Jordaan) horen, waarvan hijzelf de tekst had gemaakt.
Marcel Barger overleed op 8 mei 1945 in Auschwitz. Waarschijnlijk was hij al in 1942 naar dat vernietigingskamp gedeporteerd. Hij werd 54 jaar. De ouders van Marcel, evenals zijn broer David Eduard en diens vrouw Maria Judels, kwamen eveneens in Auschwitz om. Een triest einde voor een man die zoveel mensen had geamuseerd.