Oorlog en propaganda horen al sinds mensenheugenis bij elkaar. Al in de Eerste Wereldoorlog werd er druk gefilmd, zoals verrassend te zien was in de in 2019 verschenen film They Never Grow Old. Maar pas de radio doorbrak alle grenzen. Niet voor niets liet Nazi-propagandaminister Joseph Goebbels al in 1933 weten dat iedereen in het land moest kunnen beschikken over de toen net geïntroduceerde (goedkope) Volksempfänger. Het medium bij uitstek om de geesten rijp te maken voor de ‘nieuwe tijd’.
De man die in ons land nog altijd als de belangrijkste propagandist voor de verkeerde zaak wordt gezien, was Max Blokzijl (1884-1946). Geen opzwepende of opgewonden radiospreker, maar iemand met een quasi-redelijke toon. Zijn laatste ‘causerie’ hield hij op 5 mei (!) 1945 en hierin beloofde hij de volgende avond terug te keren, maar dat ging natuurlijk niet door. Wel verscheen hij als een van de eerste kopstukken van het fascisme al snel voor het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag. Daar had men niet veel tijd nodig voor het vonnis: de doodstraf.
De man die na Blokzijl door de Duitsers (en de NSB) als belangrijkste radiospreker werd bekeken, Gerrit Jan Zwertbroek (18931977) kwam er genadiger van af. Hij kreeg slechts acht jaar en kon hierna zijn (merkwaardig verlopen) leven weer oppakken. Zwertbroek, met Levinus van Looi in de jaren ‘20 oprichter van de VARA, had een zwerftocht langs allerlei fascistische clubjes gemaakt voordat hij gevraagd werd bij de genazificeerde Nederlandse Omroep radiospreker te worden. Wat erg telde was het feit dat zijn naam nog altijd in arbeiderskringen een bekende klank had. Juist hiervan maakte de zeer antisemitische Zwertbroek gebruik: hij stelde het nationaalsocialisme voor als een vorm van socialisme. Na de oorlog zwierf hij nog een tijdje rond als monnik door Amsterdam en hield er verwarde toespraken.
Haw Haw
Maar zowel Blokzijl als Zwertbroek waren waarschijnlijk ‘klein bier’ vergeleken met de man die in Berlijn als een echt belangrijke troef werd gezien: William Joyce ofwel lord Haw Haw. Halverwege de jaren ‘90 heeft De Groene Amsterdammer nog een artikel aan hem gewijd (‘De vrienden van het derde rijk. Lord haw-haw, hitleriaan tot in de dood’) en in de Volkskrant dook zijn naam een paar jaar terug op (‘Met de verrader lord Haw Haw aan de schnaps’). De Groene begint met het bizarre einde van deze Brits/Amerikaanse overloper in Duitse dienst op 23 mei 1945. In de buurt van het Noord-Duitse dorp Wasserberg wordt hij aan zijn stem herkend door de Engelse houtsprokkelende luitenant Perry, ironisch genoeg van Duits-Joodse herkomst. Hij wordt naar Engeland gebracht en hier op 3 januari 1946, in de aanwezigheid van tientallen getuigen, opgehangen in de gevangenis van het Londense Wandsworth.
Mosley
Wie was die William Joyce ofwel ‘hitleriaan tot in de dood’? Joyce, geboren in op 24 april 1906 in New York, verhuisde al jong met zijn ouders eerst naar Ierland, hier na naar Engeland. In de jaren ‘30 raakte Joyce, tot de laatste minuut van zijn leven antisemiet, in de ban van het opkomende fascisme. Na omzwervingen langs fascistische clubs (daar hadden ze er in Engeland wel een paar van) kwam hij terecht bij de BUF (British Union of Fascists) van ‘zwarthemd’ Oswald Mosley. Bij de BUF klom hij snel op, maar ook hier kwam een einde aan. In augustus/september ‘39 vertrok hij naar Berlijn, waar hij snel de juiste mensen ontmoette. Want op 18 september ‘39 kon hij al met zijn programma Germany Calling beginnen. De oorlog was met de inval in Polen net begonnen, hij kwam dus voor de Nazi’s op het gewenste moment. Met dit programma wilde men vanuit Berlijn niet alleen Engelse, maar ook Amerikaanse luisteraars bereiken. De naam lord Haw Haw, waaronder hij bekend werd, was eerst een verzamelnaam voor ook andere ‘radio’-overlopers, zoals de Amerikaan Fred W. Kaltembach.
Aanvankelijk viel het aantal luisteraars in Engeland voor dat Germany Calling niet tegen, maar het zakte in toen ook voor de Britten de oorlog echt begon. Hoe pakte William Joyce ofwel lord Haw Haw het aan? Heel Brits in feite, met een high-brow accent, een nogal cabareteske toon en de nodige grollen en grappen. Hiermee probeerde hij vooral de Engelse oorlogsinspanningen, zoals ‘bedenksels’ voor de kustverdediging, belachelijk te maken. Aanvankelijk vond men in Berlijn die vlotte babbel wel leuk (in hun ogen een echte Brit die het Britse rijk te grazen man), maar op een bepaald moment ontstond toch behoefte aan een andere toon. Zo schreef propagandaminister Joseph Goebbels in zijn dagboek mei ‘42: “Onze Engelse radio-uitzendingen hebben, zoals wij door een betrouwbare agent hebben kunnen constateren, in Groot-Brittannie een zeer sterke invloed. Vooral de Engelse spreker lord Haw Haw is een groot man als het om bijtende kritiek gaat, maar de tijd van de bijtende kritiek is naar mijn mening grotendeels voorbij. In het derde oorlogsjaar moet men op een andere manier propaganda maken dan in het eerste oorlogsjaar.”
Bis zum letzten Appell
Of die invloed wel zo sterk was als Goebbels geloofde, valt te betwijfelen, maar wat bedoelde hij precies? Op het moment dat hij dit in zijn dagboek schreef, waren de geallieerde bombardementen op Duitse steden enorm in hevigheid toegenomen. Wat tegelijkertijd ook het neerhalen van meer geallieerde vliegtuigen betekende en dus ook meer gevangengenomen bemanningen. Ook de U-boot oorlog op zee eiste veel slachtoffers. Goebbels begreep dat het tijd werd om met feiten over die verliezen te komen. Door specifieke informatie (zeg maar namen en rugnummers) uit te laten zenden, zouden meer luisteraars in het VK en elders via een programma als dat van lord Haw Haw met hun neus op de werkelijkheid worden gedrukt. En zo misschien de moed verliezen of iets in die richting.
Die aanpak van Goebbels leidde inderdaad tot meer luisteraars. Velen hoopten zo iets te horen over vermiste familieleden of verdwenen schepen om zo een einde te maken aan veel onzekerheid. Dat maakte veelal de afschuw voor dit programma overigens niet minder; het propaganda ‘gebral’ ging gewoon door. Maar er werd behalve dit nog iets bereikt: het Britse informatie-ministerie moest wel met meer specifieke informatie komen.
De laatste uitzending van (een dronken en verwarde) William Joyce ofwel lord Haw Haw was op 30 april ‘45 vanuit Hamburg. Diezelfde dag pleegde Hitler zelfmoord. Hierna werd het een ‘sauve qui peut’, waarbij William Joyce met zijn vrouw in Noord-Duitsland terecht kwam. De laatste woorden in de laatste brief aan zijn vrouw waren: “Sieg heil! Sieg heil! Bis zum letzten Appell!” Net als Blokzijl bij ons nationaalsocialist tot in de dood.