Uit het Aether-archief: Willem van Kooten over jiddisch cabaret LiLaLo in Amsterdam

Radiopionier en Top 40-bedenker Willem van Kooten is op 3 januari 2025 overleden. Hij had een groot hart voor de geschiedenis van de omroep en was een trouwe lezer van Recorder en voorganger Aether. De komende weken zullen we enkele van zijn bijdragen uit het Aether-archief opnieuw publiceren. 

Uit Aether nr. 112 (juli 2014)

Caberet LiLaLo, Amsterdam 1959-1982: Tjako Fennema in gesprek met Willem van Kooten

Wereldwijd na WO II – naar zeggen – het enige Jiddisch cabaret

De Koningsdag-rommelmarkt leverde een langspeelplaat op van het naoorlogse joodse cabaret LiLaLo (jiddisch: voor hem, voor haar, voor mij) in de De Clerqstraat in Amsterdam. Tjako Fennema sprak met mensen die zich dat intieme cabaret weten te herinneren. Verbaast het dat Willem van Kooten (Joost den Draaijer) in zijn studententijd regelmatig afzakte in dit cabaret?

In zijn kantoor in Hilversum barst Willem van Kooten los: “Je weet toch dat het Nederlandse cabaret zijn oorsprong vond in De Pijp in Amsterdam, in een benedenhuis aan de Quellijnstraat 64, met de joodse en voormalige diamantwerker Eduard Jacobs? Die speelde nog als pianist in de Moulin Rouge te Parijs en introduceerde hier – meest staande aan de piano – een cabaret in de sfeer van de roemruchtig en kwistig met beledigingen rondstrooiende Aristide Bruant in de Chat Noir.”

LiLaLo start in 1959
LiLaLo in Amsterdam werd genoemd naar een vooroorlogs joods cabaret in Roemenië. Jacques en Jossy Halland legden in 1959 halsoverkop de hand op een cafeetje in de De Clerqstraat in Amsterdam, op de hoek van de Agatha Dekenstraat. De pacht bedroeg 6000 per jaar. Ze verfden het interieur donkerrood en startten hun cabaret en hielden dat 23 jaar vol. Het podium mat 1 vierkante meter, de zaak (110 m2 ) kon met moeite 56 bezoekers herbergen.

LiLaLo zong in ’t Duits, Nederlands, Engels en – de lingua franca – bij uitstek: het Jiddisch. De echtelieden traden op voor een internationaal en vaak uitgelezen publiek.  Willem van Kooten: ”Het was daar een hang-out voor een breed publiek van allerlei nationaliteiten en status. Mijn zakenvrienden en juristen uit de USA- muziekuitgeversbranche die op bezoek waren in Nederland hadden in The Big Apple al van LiLaLo en Amsterdam gehoord en ik troonde ze dan ook mee. De legende was hardnekkig dat LiLaLo het enige naoorlogse joodse cabaret wereldwijd was. Ik ben er zeker meer dan 100 x geweest, het werd er vaak na tienen ‘s avonds beregezellig”.

Er kwam ook veel podiumvolk bijtanken zoals de socialist-cabaretier Jaap van de Merwe en de zanger Leo Fuld. De oud AVRO-man en platenproducer Gerrit den Braber kwam er ook graag. Ik herinner me dat Gerrit er ook een paar radioprogramma’s aan wijdde. Zelfs de dirigent van het concertgebouworkest, Eduard van Beinum, werd er gesignaleerd. Het echtpaar Halland leed net geen armoe, maar rijk werden ze er echt niet van.

Willem van Kooten: “Jossy bereidde in ’t keukentje gefillte fish en mixte mazzelcocktails. Maar langs de tafels ging ze niet! Ik was er per avond zelden meer dan een riks kwijt, meer kon ik ook niet betalen, maar ik hielp wel een beetje mee: glazen opruimen, stoelen rechtzetten en zo. Jacques was een slanke man, een minzaam type, je zou hem in zijn optreden met Hans Lieberg kunnen vergelijken, alhoewel hij zich een tikkeltje sjiek en afstandelijk voordeed. Hij had veel meegemaakt en hulde zich in een bedding van ironie en Weltschmerz. Hij speelde trouwens goed piano, had een paar jaar conservatorium in Parijs gedaan. Jossy was in de jaren dat ik er kwam een echte matrone, een jiddische momme, met een ietwat rauwe stem maar een groot voordrachtskunstenares. Een soort Bette Midler avant-la-lettre. De podiumchemie tussen beiden was bijzonder. Een succesnummer dat ik me letterlijk herinner en een compositie van Halland? Dat was Tatte Blymenfeld: Fun Vorosjin bis Homel, fun Varadin bis Gomel, wer kennt sich nicht dem Tatte Blymenfeld? Hot gehabt a handel mit Rosinkes un Mandeln, Frajtag for Nacht ist sajn grosses Fest, der Tatte ist der erste Gest.”

Lachajim werd wereldhit
Jacques Halland (Jerome Fraenkel) overleed in 2000. Jossy (Carla Louise Regine Eichner) was hem in 1986 op vakantie in Frankrijk voorgegaan, waarna Jacques ontroostbaar was. Het echtpaar was zeer aan elkaar verknocht. Jacques groeide op in Amsterdam, waar zijn vader een fotozaak dreef en verhuisde op zijn 17e naar het Quartier Latin in Parijs. Na drie jaar kwam hij in Brussel terecht om daar al musicerend in zijn levensonderhoud te voorzien. Daarna door België en Frankrijk. In het boekje over LiLaLo komt Halland uitgebreid aan het woord over zijn levensloop. Over Jossy – zijn muze – meldt hij dat zij uit een typisch Pools joodse artistieke familie stamde, die als kind via Straatsburg, weer terug in Warschau kwam en vervolgens naar België trok, het land dat in de jaren ’30 als best denkbare springplank naar Amerika gold, op vlucht voor het oplaaiend antisemitisme. In het Tramhuis, een joods trefpunt in Brussel, troffen beiden elkaar; het was liefde op het eerste gezicht, aldus Halland, en die werd om praktische redenen bezegeld met een huwelijk in Ostende, de badplaats waar het stel een sjiek engagement had . Zodoende verkreeg Jossy de Nederlandse nationaliteit.

De oorlogsjaren werden in het Franse platteland doorgebracht. In de naoorlogse jaren begon via Parijse cabarets weer een trektocht door Europa die bij enkele nachtgelegenheden in Amsterdam eindigde. Vervolgens op tournee waar ze de Nederlandse kleinkunstgrootheid, de Rotterdammer Alex de Haas ontmoetten. Die kwam daar regelmatig en moedigde het stel aan om naar Amsterdam te komen . Dat werd in 1950 Le Refrain, een Frans cabaret in de Kinkerstraat, maar dat moest sluiten vanwege een financieel debacle. Vervolgens trad het stel op in Quartier Latin, op de hoek Kerk- en Leidsestraat in de hoofdstad. In 1959 kwam het lang verbeide LiLaLo in zicht maar in de jaren ’70 volgden tournees langs wel 60 steden in Duitsland, gevolgd door Moskou en St. Petersburg.

Het echtpaar was in zekere zin een zelfde soort geluk beschoren als de Rotterdamse zanger Leo Fuld (1912-1997) die na de oorlog de hele wereld bereisde, met accent op Amerika, omdat ook hij als echo van een verloren geraakte wereld veel emotie en dierbare gevoelens opriep. Met de compositie Lachajim (op ’t leven) scoorde Jacques een wereldhit die hem nog jarenlang bescheiden royalties opleverde.

Merkwaardig is dat de grote cabaretbijbel van Wim Ibo slechts 1 regel besteed aan LiLaLo en er nog net een foto afkan. Kinnesinne, om een goed jidddisj woord te gebruiken?

Willem van Kooten: “Mijn grootvader W.J. van Lokhorst was dominee in de Grote Kerk, Hilversum en mede-oprichter van de NCRV”. Van Kooten is geboren in Hilversum (jiddische humor: Van Kooten is in Hilversum geboren. Hilversum ligt in t’Gooi en een goi is een niet- jood. Dus i.p.v. goi zeggen mensen in joodse kringen met een grijns ‘hij is een Hilversummer.’), volgde het Christelijk lyceum aldaar, streek in 1960 neer in Amsterdam en studeerde Neerlandistiek aan de VU. Een dwingende oproep voor militaire dienst gooide roet in het eten. Hij werd gelegerd in Crailoo. “Daar was weinig te doen. Ik woonde op kamers op de Bilderdijkkade in Amsterdam, zowat om de hoek bij de De Clerqstraat. Ik solliciteerde telefonisch bij de sigarenboer-om-de-hoek bij Tony Vos van Veronica en werd nog aangenomen ook. Vanaf die legerplaats Crailoo pakte ik een paar keer per week de dienstfiets om naar de Veronica-studio aan de Zeedijk in Hilversum te karren en mijn programma te doen.”

Dit artikel is gebaseerd op gesprekken met Betty Friedman, Charlotte Bon, Willem van Kooten/Joost den Draaijer alsmede het boek Mazzel en sores. Uit het leven van Jossy en Jacques Halland en hun joodse cabaret LiLaLo, van Dick Walda en Will Boezeman, uitg. Pegasus, Amsterdam en de langspeelplaten; LiLaLo Jiddisches cabaret in Amsterdam live, Schuster records (met opnamen uit 1969) en de dubbel-lp LiLaLo live in Bellevue, uitg. Radio Stad Amsterdam 1984.

gerelateerde artikelen