Jan van Riemsdijk, de hoofdpersoon van dit artikel, werd na zijn debuut als dichter-zanger in korte tijd een unieke figuur in onze Nederlandse kunstenaarswereld. Meer dan veertig jaar bracht hij zijn onweerstaanbare vrolijkheid in alle dorpen en steden van Nederland. Een correspondent van het Algemeen Handelsblad schreef in 1932 “Van Riemsdijk is geen haar minder dan Speenhoff of wijlen Pisuisse”.
Jan van Riemsdijk werd als Johannes Gerhardus van Riemsdijk op 23 april 1879 in Rotterdam geboren. Zijn ouders waren Rombout Pieter Ruurds van Riemsdijk (1842-1896) en Margaretha Hendriks (1842-1914). Jans vader was makelaar in tabak en verdiende er goed geld mee. Hij kon daarom in Heerde op de Veluwe het landgoed Het Veen kopen, waar ook een boerderij bij hoorde. Toen Jan negen jaar was verhuisde het gezin van Rotterdam naar Heerde. Daar ging hij naar de lagere school, waarna hij onderwijs volgde op de landbouwschool in Wageningen. Het was de bedoeling dat Jan boer zou worden. Om praktijkervaring op te doen liep hij daarna stage op een agrarisch bedrijf in Sleeswijk-Holstein (Duitsland) en bij een zuivelfabriek in Denemarken.
Nadat Jan in 1899 was teruggekeerd in zijn woonplaats Heerde, begon hij daar een jaar later een boterfabriek. Hij trouwde op 10 oktober 1901 in Wageningen met Anna Altona (1880-1936). Het echtpaar kreeg twee zoons: Rombout Pieter Ruurds van Riemsdijk, geboren in 1902, en Reinier van Riemsdijk, geboren in 1905.
Intussen was zijn particuliere boterfabriek niet echt een succes geworden, omdat de boeren coöperatief gingen werken. Jan verbouwde de fabriek daarom in 1903 tot de Stoom-Wasch-en Natuurbleekerij Het Veen. De zaken gingen goed. In 1907 kwam er een strijkinrichting bij; in 1910 volgde een uitbreiding met een zeeppoederfabriek. Na het overlijden van Jans moeder op 24 mei 1914 werd Het Veen verkocht. Jan behield alleen een boerderij met 5 hectare grond. De boerderij werd verbouwd tot een landhuis en kreeg de naam De Tippe. Om ervoor te zorgen dat de zoons middelbaar onderwijs konden volgen, verhuisde het gezin in 1916 naar Kampen.
Dichter-zanger
Inmiddels was Jan liedjes gaan schrijven in het Veluws dialect, en trad hij hiermee her en der op. In Heerde had Jan door zijn omgang met zijn medeleerlingen en de dorpsbewoners in het algemeen, de taal van de Veluwe geleerd, alsmede de gewoonten en dergelijke van de bevolking. Hij kon zich dan ook helemaal inleven in de mensen die er woonden. En die waarnemingen verwerkte Jan in de teksten van zijn liedjes.
Wat hij deed was nieuw voor ons land: zingen in een dialect over het leven van de boeren, en dan op zo’n manier dat het stadsmensen aansprak. Op 34-jarige leeftijd, in december 1913, maakte Jan zijn debuut als dichter-zanger. Een belangrijke ontwikkeling wat zijn muzikale carrière betreft, vond plaats toen de bekende Jean Louis Pisuisse hem in november 1914 in Diligentia, Den Haag, bij het theaterpubliek introduceerde, en hem opnam in zijn gezelschap. In dat gezelschap bevond zich ook Antoinette van Dijk. Een en ander leidde ertoe dat Jan en Antoinette samen gingen optreden (onder andere in het Concertgebouw in Amsterdam), en ook samen plaatopnamen maakten.
In de jaren die volgden trad Jan vaak op tijdens Nutsavonden, stond hij onder meer in het Centraal Theater in Amsterdam, in de Princesse Schouwburg en Diligentia, beide in Den Haag, alsmede in Cabaret Artistique in Scheveningen. Hij droeg een boerenkostuum en begeleidde zichzelf op een trekharmonica en soms op een gitaar. Overal kreeg Jan lovende kritieken voor zijn optredens.
In de periode 1918-1922 werd Henk Stuurop zijn vaste begeleider op piano. In deze periode maakte Jan ook zijn eerste plaatopnamen met Stuurop op piano. Toen Stuurop eind 1922 pianist werd in het gezelschap van Pisuisse, nam Jans vrouw Anna zijn plaats in. In 1922 keerde Jan met zijn gezin uit Kampen terug naar Heerde, waar hij op De Tippe ging wonen.
In de twintiger en dertiger jaren trad Jan overal in het land met veel succes op met een eigen gezelschap van vier tot zes personen, waarvan ook zijn vrouw Anna (met zang en pianobegeleiding) en later ook nog zijn oudste zoon Rombout deel uitmaakten. Rombout zong liedjes, speelde piano en werkte mee aan eenakters, en ontwierp de toneelrekwisieten. Ook schreef hij liedjes. Het gezelschap trad niet alleen in Nederland op maar ook in België, Duitsland, Engeland en Denemarken. Vaak bracht Jan vóór de pauze Hollandse levensliedjes en liet hij na de pauze zijn Veluwse boerenliedjes horen. Ook zeemansliedjes stonden op zijn repertoire. Jan en de zijnen brachten altijd een beschaafd programma, want zoals hij hierover zei “’k Bin wal ’n boer, maar ‘k blief altied ’n heer”.
Koninklijk Huis
In 1923 trad Jan op voor koningin Wilhelmina, prins Hendrik en prinses Juliana op het Loo, als eerbetoon aan de koningin vanwege haar 25-jarig regeringsjubileum. Hij zong een speciaal door hem geschreven lied: De Veluwsche f ilsetaasie veur de Koninginne. Jan trad tijdens zijn leven nog verscheidene malen voor koningin Wilhelmina en prins Hendrik op. In 1924 kwam er weer een nieuwe mijlpaal in zijn carrière: hij trad samen met Antoinette van Dijk op voor de radio (N.S.F.). Het was het begin van vele radio-optredens.
Naar Amerika en Indië
Een nieuwe mijlpaal volgde in 1928: Jan werd door een bekend Amerikaans theaterconcern uitgenodigd om in het ‘land van de onbegrensde mogelijkheden’ optredens te verzorgen. Dus vertrok Jan in september 1928 samen met zijn vrouw, zoon Rombout, en zangeres/cabaretière Neke Hildebrandt naar Amerika. Er was succes in New York, maar niet dusdanig dat de beoogde tournee van 22 weken doorgang vond. Het gezelschap vertrok toen weer richting Nederland. Jan van Riemsdijk vertelde over zijn bezoek aan Amerika: “Ie kunt er wel kommen, maar d’r is een bult water veur”.
In 1931 vormde de eenakter Goedkoop logies een hoogtepunt van de optredens van Jan en zijn gezelschap. In 1933 vierde Jan zijn 20-jarig jubileum als zanger, en maakte hij van oktober 1933 tot mei 1934 een tournee door Nederland. De ene mijlpaal volgde de andere op: in 1935 ging Jan met zijn gezelschap naar Nederlands-Indië en maakte er een tournee op uitnodiging van de Kunstkringen daar. Het gezelschap bestond, behalve uit Jan zelf, uit zijn vrouw, alsmede de voordrachtkunstenares Xandra van Rhijn en de chansonnier Hans Snel. Deze tournee was zo’n succes dat hij met een aantal maanden werd verlengd. Jan trad er ook een paar keer voor de radiozender AVROM op, samen met zijn vrouw Anna op piano.
In de periode 1935-1939 werkte Jan vaak samen met Ceesje Speenhoff, een dochter van Koos Speenhoff. Jans vrouw Anna overleed in 1936. Op 20 november 1937 hertrouwde hij met de 29-jarige, in Nederlands-Indië geboren Bertha (Bep) Hensing (1908-2002). Bep had geen ervaring met het theater maar ging al snel deel uitmaken van het gezelschap van haar man. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog trad Jan nog maar sporadisch op. Wel was hij nog regelmatig op de radio te horen. Op 18 oktober 1954 overleed Jan in Heerde, 75 jaar oud.
Jan van Riemsdijk de liedjesschrijver
Veel teksten en bladmuziek van Jans liedjes werden uitgegeven. Als hij moest optreden bij een bijzondere gelegenheid schreef hij vaak een speciaal lied, zoals De Veluwsche filsetaasie veur de Koninginne. Toen koningin Wilhelmina in 1927 in Hoog Soeren de nieuwe waterleiding opende, bracht Jan van Riemsdijk een paar liedjes ten gehore, waaronder een speciaal door hem voor die gelegenheid geschreven lied, Hoogsoeren hef water. Zijn Geldersch Volkslied, waarvoor hij de tekst schreef en zijn zoon Rombout de muziek, werd van 1928 tot 1998 beschouwd als het volkslied van Gelderland.
78-toerenplaten
In de periode 1921-1930 maakte Jan van Riemsdijk in elk geval 26 opnamen. De opnamen vonden plaats in Amsterdam en Berlijn, en werden op het Odeon-label uitgebracht. Veel liedjes waren geschreven door Jan zelf, waarbij in een aantal gevallen zijn zoon Rombout voor de muziek tekende. Bij de opnamen zorgde Jan voor de harmonica begeleiding, met ook nog op piano Henk Stuurop, en later Jans vrouw Anna. Jan nam samen met Anna de zang voor zijn rekening.
In 1924 maakte Jan samen met Antoinette van Dijk zes opnamen, waarbij Jan op harmonica en Jans vrouw Anna op piano begeleidden. Op twee van deze opnamen was ook zijn zoon Rombout als zanger te horen.
Radio-optredens
Op 29 juni 1924 verzorgde Jan van Riemsdijk samen met Antoinette van Dijk een optreden voor de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (NSF) in Hilversum. Zijn vrouw Anna begeleidde hen op piano. In de periode 1929-1940 trad Jan elk jaar een of meer keren voor de radio op, meestal voor de AVRO; de eerste jaren samen met het Omroeporkest van de AVRO.
In 1933 en 1936 trad hij op voor de Phohi (Philips Omroep Holland-Indië. Uitzendingen naar Nederlands-Indië vanuit Huizen). In 1935 trad hij een paar keer op voor de AVROM in Nederlands-Indië (Algemene Vereniging voor Radio Omroep). In de jaren 1936-1940 werkte hij elk jaar mee aan het bekende AVRO-programma De Bonte Dinsdagavondtrein. Ook na de oorlog, in 1946 en 1949 ‘zat’ hij in de ‘trein’. In de periode 1946-1954 trad Jan op in diverse radioprogramma’s van de NCRV, KRO en VARA. In 1950 en 1951 werkte Jan mee aan de NCRV-Steravonden met optredens in diverse plaatsen. Of die optredens ook door de radio werden uitgezonden heb ik niet kunnen achterhalen.
Beeld boven het artikel: omslag van de bladmuziek voor Karmeslied, omslagillustratie van Willy Sluiter