Tussen de geschiedschrijvers van de omroep neemt Harrie Vossen, overleden op 17 februari van dit jaar, een unieke plaats in. Hij maakte gesproken portretten van omroepmedewerkers. Vossen nam hun levensverhaal op band op en beschreef dat nauwgezet. Van een groot aantal medewerkers die tussen de jaren ‘30 en ’80 bij de verschillende omroepverenigingen werkten heeft hij interviews gemaakt. In totaal zijn dat er zo’n 140.
Vossen studeerde twee jaar geschiedenis in Utrecht. Voordat hij bij de omroep kwam werkte hij onder meer bij de griffie van het kantongerecht in Utrecht en in Oud-Beijerland. In 1969 solliciteerde Vossen naar de functie van referent bij het Historisch Archief Gesproken Woord, een onderafdeling van de toenmalige Discotheek (later Fonotheek) van de NOS. Hoofd was oud-KRO-verslaggever Paul de Waart. Van een gestructureerde archivering van radioprogramma’s was in dat jaar, merkte Vossen, nog geen sprake. Welgeteld één gepensioneerd medewerker maakte een sterk gekleurde selectie uit het programma-aanbod van de verschillende zendgemachtigden. Zo werden in die tijd vooral de programma’s over het Koninklijk Huis en de pauselijke berichtgeving gearchiveerd, vertelde hij in 1992 aan De Gooi- en Eemlander.
In navolging van de Engelse, Duitse en Zweedse omroep kwam Vossen op het idee zich toe te leggen op het afnemen van oral-history interviews met omroepmedewerkers. De NOS-leiding verleende hem aanvankelijk weinig medewerking, maar dankzij steun van de zendgemachtigden kon hij aan de slag. Hij haalde niet alleen programmamakers en presentatoren voor zijn microfoon, ook bestuurders, technici en zelfs portiers vertelden hem hun persoonlijke herinneringen aan het werken bij de omroep.
Een paar namen: Jan de Cler, Mia Smelt, Frits Thors, Bob Spaak, Emile Schüttenhelm, Joop Landré, A. den Doolaard en Bob Uschi. En bijzonder interview bracht Vossen naar Zwitserland. Daar voerde hij een gesprek met Ir. W.A. Herweijer, directeur-generaal van ‘den Nederlandschen Omroep’ tijdens de Bezetting.
Vossens interviews zijn inmiddels allemaal onderdeel van het archief van Beeld en Geluid en ze zijn daar te raadplegen. Onder ‘oral history radio’ vind je op de site gegevens over de personen die Vossen tussen 1981 en 1992 gesproken heeft. Ze vormen een originele bron voor geschiedschrijvers waar wellicht te weinig gebruik van wordt gemaakt.
Bandoneon
In 1992 ging Harrie Vossen met vervroegd pensioen. Het NOB, waar het Historisch Archief inmiddels onderdeel van was geworden, saneerde zijn functie. Een opvolger voor zijn werk zou er niet komen.
De van oorsprong Limburgse Vossen had zijn leven lang een passie voor wielrennen. De verschillende wielerkoersen volgde hij op de voet. Ook zelf was hij tot op hoge leeftijd een toegewijd pedaleur. Daarnaast hield hij van film en was hij een kenner op het gebied van de Argentijnse tango. Hij ging bandoneon spelen en leerde Carel Kraayenhof kennen die toen de blik gericht had op Angelsaksiche folkmuziek. Vossen strooide met namen als Oswaldo Pugliese, Astor Piazzolla en Annibal Troilo. Hij bracht de kwaliteiten van Carel onder de aandacht bij de omroep. Kraayenhof is die vriendschap niet vergeten. Hij speelde op de uitvaart van Harrie Vossen in februari van dit jaar.