Op 6 juni overleed nieuwsman, filmkenner en Laurel en Hardy-fan Bram Reijnhoudt (geboren in 1932 en 89 jaar oud). Een reus, niet alleen vanwege zijn imposante gestalte, maar vooral ook door zijn encyclopedische kennis, feilloos taalgevoel en scherpzinnigheid. Reijnhoudt werkte decennia lang als eindredacteur van de Radionieuwsdienst van het ANP, en was uitgegroeid tot een grootmeester in het glashelder uiteenzetten van ingewikkelde nieuwsfeiten in ‘gewoon’ Nederlands. Een begaafd stilist, die naast zijn nieuwswerk zeer actief was in de filmwereld en het blad Blotto maakte, over Laurel en Hardy. Een bijzondere liefde, die hij onder andere deelde met Thomas Leeflang, die zijn vriend en collega herdenkt.
Dag Bram
Leven is vakantie van de dood. Die ‘vakantie’ vulde Bram Reijnhoudt voor een groot deel met de bestudering van en het publiceren over het oeuvre van twee filmkomieken: een corpulente Amerikaan genaamd Oliver Hardy en een in een lichtere gewichtsklasse vallende Brit Stanley Jefferson, oftewel Stan Laurel. Bram deed dat op bijna wetenschappelijke manier, hij nam alles over het duo Laurel & Hardy uiterst serieus, geen détail was hem te triviaal. Tegelijkertijd relativeerde hij het belang van eigen werk en kon hij er tijdens Laurel en Hardy-‘conventies’ zelfs bijzitten met een gezicht van iemand die per ongeluk de verkeerde feestzaal binnen liep. Terwijl er niemand is, zeker in Nederland niet, die meer wist van alles wat met Laurel & Hardy. Bram stond dan ook op een hoge plek in de hiërarchie van de internationale Laurel & Hardy liefhebbersvereniging Sons of the Desert.
Dat door hem zelf afvlakken van zijn altijd van hoog niveau zijnde bijdragen aan de L&H-kunde ging zelfs zover dat hij zijn briljante boek over leven en werk van ‘de jongens’ gewoon Het zoveelste Laurel en Hardy-boek noemde. Met een knipoog voegde hij de ondertitel toe: ‘Niet het beste maar wel het betere boek’. Dat dan weer wel. Decennialang maakte Bram in z’n eentje als hoofdredacteur en uitgever het alom gewaardeerde L&H-fanzine Blotto. In een hospice in Hilversum, wetende dat zijn tijd er op zat, was hij er nog mee bezig. In 1994-1995 voerde hij samen met Egbert Barten en Mark van den Tempel de redactie van het viermaal per jaar verschijnende Tijdschrift voor Film- en Filmgeschiedenis Flashback, een haast literair blad dat startte met een ‘aanloopsubsidie’ van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Met slechts 250 abonnees moest Flashback al na het vierde nummer stoppen, omdat ‘filmminnend’ Nederland het liet afweten. Kennelijk waren de essays in het blad van een te hoge kwaliteit.
Omdat ondergetekende zich permitteerde om zo nu en dan eens wat te publiceren over Laurel & Hardy, hadden we van tijd tot tijd contact. Niet alleen via de telefoon en handgeschreven papieren brieven en later via e-mail, ook ‘in person’. Hoewel Bram zijn Hilversumse appartement niet graag verliet mocht ik hem wel als het hem schikte komen ophalen met de auto en zakten we neer op het terras van De Generaal in Baarn. Daar liet hij zich de garnalenkroketten en een Duveltje goed smaken en hadden we het over film en Laurel & Hardy in het bijzonder. Die gesprekken maakte me nederig: Bram wist zoveel… Kort voor zijn overlijden, vlak voor z’n 90ste verjaardag, kreeg ik een korte e-mail van hem: ‘Bedankt voor je vriendschap.’ Ach, lieve dappere Zeeuw, was ik maar een betere vriend voor je geweest.