Hardnekkige lasterpraat over The Ramblers in de oorlog

Direct na 5 mei 1945 zijn veel mensen die verdacht werden van collaboratie met de nazi’s berecht. Maar er was veel aan te merken op de kwaliteit van de rechtsgang in die dagen. Een van de meest bekende slachtoffers hiervan was de oprichter en leider van het buitengewoon populaire orkest The Ramblers, Theo Uden Masman (1901-1965). Hoewel een Ereraad al in 1945 vaststelde dat Theo Uden Masman “in een conflict van plichten” had verkeerd en de beschuldiging van ‘collaboratie’ met de nazi’s in feite vals was, blijft die aantijging vreemd genoeg nog altijd rondgaan.

In de eerste euforie na de Bevrijding heerste er bij velen in Nederland een begrijpelijke drang om af te rekenen met personen die gecollaboreerd hadden met de nazi’s, zoals de NSB’ers en hun WA-knokploegen, de jodenverraders enzovoort. Velen werden opgepakt en in interneringskampen ondergebracht, waar misstanden heersten. Mr. A. M. van Tuyll van Serooskerken kreeg in 1948 als voorzitter van een speciale commissie de opdracht deze misstanden in tal van interneringskampen te onderzoeken. Veel hiervan was uit de overlevering al wel bekend, echter niet alles. In het kader van de Openbaarheidsdag 2023 zijn begin dit jaar de in het Nationaal Archief bewaarde getuigenissen van wraaknemingen, martelingen en vernederingen na 75 jaar openbaar gemaakt, die het beeld completer maken.

Het land werd na 5 mei 1945 tijdelijk bestuurd door het Militair Gezag onder leiding van de generaal-majoor mr. Hendrik Johan Kruls. Er werden tal van tribunalen, ereraden en zuiveringscommissies in het leven geroepen die met de beste bedoelingen vervolgingen instelden en zittingen tegen collaborateurs organiseerden. Maar vaak liet de juridische zorgvuldigheid veel te wensen over. Zo is er een geval bekend van een burger die drie maanden gevangen heeft gezeten omdat in zijn administratie een contributieafdracht aan de NSB werd aangetroffen. Dat was de Nederlandse Schaak Bond, zo ontdekte men later.

Kritiek 
Wie zich met name terecht zorgen maakte over de kwaliteit van de rechtsgang was mr. dr. L. G. Kortenhorst, een KVP-prominent en Kamerlid. In zijn Nota inzake samenwerking met de vijand schreef Kortenhorst dat een zekere samenwerking met de bezetter en diens trawanten niet alleen geoorloofd was, maar ook gewenst en noodzakelijk omdat daarmee een groot deel van de bevolking een redelijke basis van bestaan hield en zo werd voorkomen dat de bezetter en zijn handlangers op elk terrein alles voor het zeggen kregen. Dat standpunt week nogal af van dat van de regering in ballingschap, die vond dat elke vorm van samenwerking met de vijand als verachtelijke collaboratie moest worden gezien. Kortenhorst zou later voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden.

Ook minister mr. Jaap Burger van de SDAP in het Londense kabinet Gerbrandy beschikte met betrekking tot dit onderwerp over een verlichte geest. Burger, die pas in 1943 naar Londen vertrok, had de eerste drie jaar van de bezetting zelf meegemaakt en gezien voor welke moeilijke keuzes Nederlanders zich vaak gesteld zagen. Gerbrandy had die kennis niet. Jaap Burger was na de Bevrijding bang voor een ongenuanceerde bijltjesdag tegen personen die al dan niet terecht van collaboratie met de nazi’s werden verdacht en hield een toespraak voor Radio Herrijzend Nederland, waarin hij betoogde dat er onderscheid moest worden gemaakt tussen Nederlanders die fout waren geweest en zij die fouten hadden gemaakt. Het merendeel van het kabinet-Gerbrandy in ballingschap dacht daar heel anders over. Jaap Burger raakte hierover in confl ict met Gerbrandy en onder druk van de premier verliet hij het kabinet. Ook zijn geestverwanten, de ministers Albarda en Van den Tempel, stapten uit de regering.

De goedbedoelde tribunalen, zuiveringscommissies en ereraden konden, geredeneerd vanuit een zuivere rechtsstaat, de toets der kritiek niet echt doorstaan. Geen van die ereraden kon bogen op een wettelijke bevoegdheid of legitimatie. Daardoor hadden hun uitspraken in feite geen rechtskracht. De hoogste baas van het Militair Gezag, generaal-majoor mr. H. J. Kruls, verbood daarom dat hun uitspraken gepubliceerd werden.

De Nederlandsche Omroep
The Ramblers zijn nu het enige nog bestaande radio-orkest uit de begintijd van ons omroepbestel. Dat alleen al geeft aan dat ensemble een iconische reputatie. Het orkest was nauw verbonden met de VARA. De nazi’s wilden van de omroepzuilen af en vervingen ze in 1941 door een nieuwe organisatie, de Nederlandsche Omroep onder leiding van de hoge NSB’er Willem Herweijer. Deze omroep nam van de omroepverenigingen al het personeel over, inclusief orkesten. Ook The Ramblers verhuisden contractueel van de VARA naar de Nederlandsche Omroep.

Het contract van The Ramblers behelsde onder meer de plicht om elke opdracht, ook buiten de radiostudio, te aanvaarden. Herweijer bespeurde bij The Ramblers weinig animo om voor Duitse organisaties te spelen. Het orkest heeft tweemaal onder dwang voor Frontzorg opgetreden. Per brief had Herweijer laten weten dat bij weigering ernstig rekening moest worden gehouden met de doodstraf. Niettemin weigerde Uden Masman de tweede keer toch. Zijn programmachef bij de omroep vertrouwde Uden Masman toe dat hij in het verzet actief was en dat zowel Theo als hijzelf als eindverantwoordelijke in ernstig gevaar zou komen als The Ramblers niet zouden opdraven. Toen zwichtte Theo en heeft het orkest met grote tegenzin gespeeld. De derde keer was in 1944, ditmaal heeft Uden Masman geweigerd en heeft Herweijer het orkest ontslagen.

Theo en zijn vrouw Betsy hielden in de oorlog een joodse onderduikster in hun huis verborgen voor de Nazi’s Foto: Nederlands Jazzarchief

Fout?
Theo Uden Masman zei na de oorlog: “ik heb fouten gemaakt, maar ik ben niet fout geweest”. Die stelling kon hij onderbouwen. Uden Masman heeft zijn twee joodse musici Sem Nijveen en Sal Doof tamelijk lang aan het werk weten te houden. Zelfs tot in 1941 toen al geruime tijd geen enkele Jood nog ergens mocht werken. Borden met opschrift “Verboden voor Joden” lapte Uden Masman aan zijn laars. Toen het uiteindelijk toch te gevaarlijk werd voor de twee muzikanten, heeft Theo Uden Masman ze onder dwang moeten laten gaan, maar hij bleef hen financieel steunen. De twee joodse musici doken onder. Sal Doof verried helaas zichzelf door in een advertentie klarinetlessen aan te bieden. Hij en zijn hele gezin zijn in 1943 in Sobibor vergast. Sem Nijveen overleefde de oorlog.

Sem Nijveen kon geen kwaad woord horen over Theo Uden Masman. “Ik kan alleen maar lyrisch praten over Theo,” zegt hij in een tv-documentaire. Hij ontdekte later dat The Ramblers tijdens de oorlog uit protest geruime tijd demonstratief met twee lege stoelen hadden opgetreden. Uden Masman wilde zijn orkest in stand houden om te voorkomen dat zijn twaalf muzikanten en huisvaders zouden worden gedwongen te gaan werken via de Arbeits-einsatz in de oorlogsindustrie van nazi-Duitsland. Bekend is ook dat Uden Masman en zijn vrouw Betsy van der Leyé tijdens de oorlog in hun huis een joodse onderduikster voor de nazi´s verborgen hielden. Daarmee nam het echtpaar een levensgevaarlijk risico. In Nederland zijn later straten naar Theo Uden Masman genoemd, met name in Beverwijk en Amersfoort.

De tekstdichter en componist Hendrik Backer, die in de oorlog illegale anti-oorlogspoëzie schreef, keek met een scheef oog naar de zuiveringen in 1945 en componeerde onder pseudoniem Ar Colijn met de nodige spot het lied ‘Ben je al gezuiverd’?

Ereraad
De Ereraad die in 1945 de zaak van Theo Uden Masman behandelde, vloog uit de bocht door de orkestleider zelf niet voor de zitting op te roepen. Zodoende kon Uden Masman zich tijdens de zitting op 25 augustus 1945 niet verdedigen. Dat was natuurlijk in strijd met de zuivere rechtsgang, terwijl Theo Uden Masman er nota bene op had aangedrongen wel opgeroepen te worden. De Ereraad probeerde zich aanvankelijk vrij te pleiten door te beweren dat Masman in het buitenland verbleef en niet te traceren was. Dat was een pertinente leugen. De Ramblers speelden namelijk op dat moment in België voor de Amerikanen en de Canadezen. Dat was bekend bij prof. Donkersloot, toen voorzitter van de Ereraad, die heel goed wist in welk Belgisch hotel Masman verbleef. Masman beklaagde zich in Den Haag bij het Militair Gezag over de oneerlijke behandeling die hij van de Ereraad had gekregen en kreeg gelijk.

Al gauw moest op gezag van Den Haag dezelfde Ereraad de reparatie van zijn oorspronkelijke oordeel uitvoeren. Dat gebeurde in een nieuwe uitspraak op 12 november 1945, nadat Theo Uden Masman nu wel zijn verdediging had mogen voeren. Dat dezelfde Ereraad dat “hoger beroep” ging afwikkelen, kon ook de toets der kritiek niet doorstaan. Niettemin werd tijdens de tweede zitting duidelijk dat de Ereraad eerder de plank behoorlijk had misgeslagen. Ineens was er veel begrip voor de rol van The Ramblers, die volgens de Ereraad in een “conflict van plichten” hadden verkeerd. Ook verklaarde de Ereraad dat Theo Uden Masman, waar dat maar mogelijk was, vaak had gesaboteerd. Algehele rehabilitatie van Uden Masman zou uiteraard een enorm gezichtsverlies voor de Ereraad betekend hebben, hoewel er zo bitter weinig van de aanklacht in stand bleef dat feitelijk van een rehabilitatie gesproken mocht worden. Echter omdat generaal Kruls de publicatie van Ereraaduitspraken had verboden, kwam deze, in tegenstelling tot de eerste uitspraak, jammer genoeg niet in de krant. The Ramblers kwamen in 1946 weer in dienst van de VARA.

Valse verdachtmaking
Ver na de oorlog stelde mr. Harm Mobach, hoogleraar, fiscaal jurist, groot muziekkenner en onder meer oud-raadsheer van het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch, na uitgebreid onderzoek andermaal vast dat de beschuldiging van collaboratie inderdaad vals is. Hoe kan het dan dat zo’n valse verdachtmaking steeds weer opnieuw rond Bevrijdingsdag in de krant komt? Dat komt vermoedelijk door de internetencyclopedie Wikipedia, waarop iemand de beschuldiging van ‘collaboratie’ door Uden Masman meldt, zonder de rehabilitatie erbij te vermelden. Dit artikel heb ik aangeboden aan de hoofdredactie van de groep kranten die zich bij herhaling schuldig maakt aan deze publicaties. Ik kreeg van de hoofdredacteur de volgende mail terug: “Uw verhaal is indrukwekkend gedegen uitgezocht, maar wij vinden het niet geschikt voor onze krant. Het is te historisch, te gedetailleerd en te specialistisch”. Ik moet dit natuurlijk zien als een groot compliment voor de kwaliteit van mijn artikel, maar het doet mij wel het ergste vrezen over wat over dit onderwerp wel “geschikt” bevonden wordt voor de krant rond komende Bevrijdingsdag.

De Ramblers van toen zijn niet meer in leven en kunnen zich niet meer verdedigen, maar het is voor hun nabestaanden pijnlijk dat deze laster steeds weer de kop opsteekt. Twee jaar geleden toen ‘75 jaar Bevrijding’ werd herdacht begon het weer opnieuw met krantenkoppen als “Ramblers goed of fout?” en “Maar… zij speelden door”. Het zal voor Theo Uden Masman onverteerbaar zijn geweest dat hij zich heeft moeten verantwoorden voor zijn dienstverband bij de Nederlandsche Omroep, terwijl tegen de NSB’er en hoogste baas Herweijer nooit vervolging is ingesteld. Ook dat zegt wat over het niveau van de rechtsgang kort na de Bevrijding. Na de oorlog kon Herweijer in Zwitserland onbedreigd een nieuw bestaan als ingenieur opbouwen.


 

Naschrift: Ten behoeve van dit artikel heeft de schrijver hiervan mr. Harm Mobach in 2020 telefonisch geraadpleegd en is hem grote dank verschuldigd. Mobachs minutieuze onderzoek naar de rol van Theo Uden Masman geeft een helder beeld van wat zich werkelijk in die duistere oorlogsjaren heeft voorgedaan. Helaas overleed mr. Harm Mobach op 9 juli 2021, bijna 93 jaar oud. Harm Mobach was Officier in de Orde van Oranje-Nassau en drager van de prof. mr. H. J. Hofstra-penning.

Over de auteur
Na eerst een muziekopleiding te hebben gevolgd kwam Nol van Bennekom in 1957 op zijn zeventiende als leerling-journalist in dienst van De Tijd-Maasbode. Hij werkte onder meer 38 jaar bij De Gooi- en Eemlander, onder andere als redactiechef, als muziekverslaggever en als voorzitter van de Ondernemingsraad en was van 2014 tot 2022 voorzitter van de Stichting The Ramblers. Thans is hij vice-voorzitter/secretaris.

Bijschrift bij de afbeelding boven het artikel: 
Een zeldzame foto van The Ramblers uit 1942, uit de nalatenschap van Skip Voogd. Achterste rij geheel links Jac. Pet bas, v.l.n.r. Marcel Thielemans trombone en de trompettisten Jack Bulterman, George van Helvoirt en Ferry Barendse. Voorste rij: v.l.n.r. Kees Kranenburg drums en de saxgroep Fred van Ingen, André van der Ouderaa, Wim Poppink en Frits Reinders, geheel rechts Theo Uden Masman. Foto: Vorstelman

gerelateerde artikelen