Na twee series De zes Falken, geregisseerd door Ome Keesje Willem van Cappellen, kwam schrijver Jaap ter Haar in 1964 met een nieuwe hoorspelstrip: Drie meisjes op zolder. De eerste aflevering werd uitgezonden op 5 september 1964. Frits Enk was als scholier soms te gast bij de opnames in de hoorspelstudio’s 3 en 6 van de VARA. Hij haalt met zijn plakboeken en foto’s die hij destijds maakte herinneringen op aan deze serie.
Zondagmiddag, half zes, Hilversum 1 of Hilversum 2: de vaste plek voor een jeugdhoorspel van de VARA, voorafgegaan door legendarische series als Ome Keesje (geschreven, gespeeld en geregisseerd door Willem van Cappellen), Monus de man van de maan en De spijkers van Duindorp van A.D. Hildebrand, De A van Abeltje van Annie M.G.Schmidt, De Limobiel van Annet van Battum en mijn superfavoriete Het huis met de gekroonde Karnton van Jelte Kuipers.
Jaap ter Haar schreef in de VARA- gids zelf de volgende tekst ter begeleiding van de eerste aflevering: “Hun spiegelbeeld lag op het water van de Spiegelgracht – tussen de bomen, de wolken, de huizen, die daar in het water weerkaatsen: drie meisjes, die met een niet te stuiten slappe lach tegen de brugleuning hingen en vrijwel niet meer konden. Hun gierende, joelende uithalen klonken boven het straatrumoer uit. Ze schenen zich nergens iets van aan te trekken. Terwijl de Amsterdamse voorbijgangers met een glimlach of een afkeurend hoofdschudden passeerden, schoten ze steeds weer opnieuw in een remloze lachbui: stikkend, soms snakkend naar adem: elkaar vastgrijpend om steun te vinden. Dat is het einde! Helemaal het einde! Klonk af en toe hijgend tussen de gierende uithalen door. Wat er precies aan de hand was, wist niemand. Sommige voorbijgangers bleven staan; trachtten te ontdekken wat de oorzaak was van zoveel domme lol. Tenslotte begonnen ze onwillekeurig mee te grinniken, omdat dit ongegeneerde gelach zo aanstekelijk werkte. De dikste van de drie meisjes probeerde iets te zeggen. Ze kwam niet uit haar woorden. Gillend, hikkend, snikkend van de lach stampte ze machteloos met haar been op de grond, schudde haar hoofd en ging toen ten onder in een onbedaarlijk geproest. De knapste van de drie wilde haar kalmeren. Ze trok aan de dikke arm, wees naar de mensen, die waren blijven staan, opende haar mond. Haar goede bedoeling bleef steken in een gierend gebulk. Er was geen twijfel mogelijk: die drie meisjes deden het bijna in hun broek. Ze grepen elkaar hulpeloos vast, wezen om zich heen, brulden en proestten met tranen in de ogen. Een opgeschoten jongen kon zijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen. Hij liep grinnikend op de drie meisjes af. “Hé, malle meiden, mag ik meelachen?”
Door dat ene zinnetje was opeens de hoorspelserie geboren. Waarom zou niet iedereen mogen meelachen met die drie malle bakvissen op de brug? Wie ze waren en waar ze woonden, wat ze deden was gauw ontdekt.”
Gewone avonturen
Een strip met belevenissen van drie giechelende meisjesstudenten die op een Amsterdamse zolder zijn gehuisvest. Samen studeren ze aan een school voor maatschappelijk werk. Ze beleven heel gewone avonturen, die meisjes van zo’n jaar of achttien. Geen ruimtevaarten. Geen juwelendiefstallen. Geen buitenissigheden. Gewoon het leven van alle dag. Met ondernemingslust en zin voor avontuur, die hen in de vreemdste situaties doet komen. Met die meisjes wordt ‘het gewone leven’ betrapt. Voor alle leeftijden. Een serie die het door zijn vele menselijke aspecten ook bij oudere luisteraars (van acht tot tachtig, zei de VARA) goed deed.
Echte namen
Bijzonder was dat Jaap ter Haar de namen van de echte namen van de hoorspelactrices gebruikte. Paula Kaptein (Paula Majoor), Corry Smits (Corry van der Linden), Joke van Vliet (Joke – later Reitsma – Hagelen) en ‘mevrouw Teugels (de hospita van de drie, gespeeld door Dogi Rugani, die op dat moment ook de echte hospita was van Paula Majoor!). Geluidsinspiciënt was Max Westra. De regie deed de nieuwkomer bij de VARA: Ad Löbler.
Het is de tijd van de Beatles. In een van de afleveringen gaat de herkenningstune over in het zingen van Love, love me do. Een andere keer weten de drie geen raad meer op zolder met de hond Spritsie. Een hond, een regelmatig terugkerend item in het werk van Jaap ter Haar. Zo was er ook een hond bij de familie Falk. In De zes Falken was Jaap ter Haar, gespeeld door Jan Verkoren, zelf de hoofdpersoon als schrijver en schreef hij de belevenissen rond zijn gezin zoals hij dat daarvoor deed in Saskia en Jeroen waarbij hij zijn eigen tweeling Saskia en Jeroen als voorbeeld nam.
In het begin van deze eeuw speelde die tweeling op het toneel hun rollen in een revival. Zo ook bij hoorspelactiviteiten bij de Haagse Kunstkring, waarbij Carla Plugge en ik de ouders van de tweeling speelden. En ooit stond Ernst-Jan, de zoon van Wim Paauw en de broer van Justine Paauw, de vroegere hoorspelregisseur bij de AVRO, model in de serie Ernst-Jan en Snabbeltje. Aanvullende muzikale illustraties als het gitaarspel van Lex Vervuurt en een vioolsolo van Johnny Ombach, waarbij Dries Krijn een straatviolist vertolkte.
Meedoen
Een groot deel van de hoorspelteksten zette Jaap ter Haar na de uitzending om in proza. Zo verschenen er vele boeken van hem bij uitgeverij Holkema en Warendorff. Behalve die van de al eerder genoemde series, ook losse, kortere series als Met Heintje naar Parijs, Tom Boerhaven grijpt zijn kans en Een Hollands meisje vermist verschenen in boekvorm. Ik heb ze allemaal op mijn jeugdboekenplank. Vele series als De Parel, De Ponyclub en Gudrun kregen alleen een leven ‘in gesproken vorm’. Ik was als middelbare scholier in de vakanties vaak bij hoorspelopnames in Hilversum. Twee keer bij de meisjes. Bij een keer mocht ik in een klas meedoen, toen Sinterklaas kwam. De foto’s maakte ik in VARA Studio 3.
Frits Enk