“Een nationale gebeurtenis” Het Dierenbos Songfestival

In 2021 werd voor het eerst in 45 jaar het Eurovisiesongfestival in Nederland georganiseerd. De Europese liedjescompetitie is in ons land al decennialang ontzettend populair. Dat had zo zijn weerklank, ook in een kinderprogramma als De fabeltjeskrant. Maar liefst twee keer werd er een ‘Dierenbos songfestival’ gehouden, in 1972 en 1988.

Vooral de editie uit 1972, Het Landjuweel geheten, baarde veel opzien. Tien dieren kwamen tegen elkaar uit met hun liedjes. Juffrouw Ooievaar zat (uiteraard) als enige dierenbosbewoner in de jury en gaf elke deelnemer spontaan een negen plus. Gelukkig dus maar dat vooraf was besloten dat de kijkbuiskinderen ook mochten meestemmen. Welnu, dat hebben de makers geweten… Meneer de Uil: “Wel wel lieve kijkbuiskinderen. Vandaag is het zover. De lente is in het land en heden begint ons Landjuweel.”

De Fabeltjeskrant, naar een idee van schrijver Leen Valkenier en producent Thijs Chanowski en begonnen op 29 september 1968, is begin 1972 nog altijd een enorm succesvol kinderprogramma. Elke avond twee tot drie miljoen vaste kijkers, waaronder vele honderdduizenden volwassenen. Jacob de Uil leest in zijn krant de belangrijkste gebeurtenissen voor uit Fabeltjesland, een spiegel op het grote mensenbestaan. Het programma is dan al onderscheiden met de Televizierring (1969) en een Edison (1971), de serie heeft een avondvullende speelfilm opgeleverd en kent inmiddels vele internationale versies.

Het dagelijks in zijn eentje schrijven van een nieuwe fabel is auteur Leen Valkenier echter niet in de koude kleren gaan zitten. In goed overleg wordt besloten het programma te beëindigen. Een tijdje rust zal de schrijver vast goed doen. De bedoeling is dat De Fabeltjeskrant vlak voor de zomervakantie van 1972 na ruim 920 afleveringen van het scherm zal verdwijnen. Om de succesvolle periode feestelijk en vooral muzikaal uit te luiden bedenkt Valkenier samen met vaste componist Ruud Bos een liedjeswedstrijd. Het is een knipoog naar het Eurovisiesongfestival. Het duo gaat aan de slag met het schrijven en componeren van tien verschillende liedjes. Valkenier schrijft de scenario’s van Het Landjuweel, een zangwedstrijd waaraan zowat alle bekende dieren een muzikale bijdrage zullen leveren.

“Zangfeestgeval”
Op 1 maart 1972 wordt de eerste aankondiging gedaan in fabel nr. 806. Stralend weer brengt Juffrouw Ooievaar op het idee om op 21 maart, de dag dat de lente begint, een zangwedstrijd te organiseren. “Een gróót landjuweel”, verklaart ze plechtig “Een grote feestelijke bijeenkomst op onze Speelweide waarbij wij allen blijk zullen geven van ons kunnen. Een blij en vrolijk zangfeest.” “Oh, nú snap ik het”’ roept Ome Gerrit de Postduif. “Het wordt gewoon zo’n “zangfeestgeval” zoals dat elders ook wel gehouden wordt.”

Wanneer de andere dieren vragen wie uiteindelijk mag uitmaken wat het beste lied is, laat Ooievaar er geen gras over groeien: “Ík, natuurlijk. En let op… de kijkbuiskinderen. Zij kunnen naar Ome Gerrit de Duif schrijven wie van ons dieren zij het beste vinden.” De eigenaar van het Dierenbosse Post- en Opduifkantoor begint meteen te zuchten. “Pieremetijd”, klaagt hij. “Dat wordt me vlérken vol werk.” De makers van De Fabeltjeskrant zullen er snel achter komen dat Ome Gerrit gelijk heeft…

De eerste voorbereidingen
Al snel vinden de eerste voorbereidingen plaats. De Gebroeders Bever gaan aan de slag met het bouwen van een “weldoortimmerde muziektent”, het fabriceren van de stoeltjes waarop iedereen kan zitten en het aanbrengen van “speciale elektrieke verlichting”. Ome Gerrit zet alvast eigenhandig een grote postbus in elkaar. Op 21 maart is het dan eindelijk zover: het grote zangfestijn kan in al zijn glorie van start gaan. Jufffrouw Ooievaar: “Lieve mededieren. We zijn hier tezaam verenigd voor ons grote feestelijke landjuweel. Ons eerste Dierenbosse zangfestijn.”

Negen plus
Martha Hamster mag het spits afbijten. Op gevoelige wijze brengt ze haar liedje, Onder zusters zachte handen, ten gehore. Het openingsnummer wordt door de andere dieren met een luid applaus ontvangen. Juffrouw Ooievaar beloont Martha’s optreden met een negen plus. Daarna maken respectievelijk Droes de Beer en zijn huisgenoot Jodokus de Marmot hun opwachting. Ook deze optredens ontvangen van het kritische jurylid een negen plus.

In de daaropvolgende afleveringen treden in willekeurige volgorde de overige deelnemers op: Meneer de Raaf, Lowieke de Vos en Momfer de Mol. Plus Stoffel de Schildpad, voor wie de Gebroeders Bever een speciale draadverbinding aanleggen zodat hij ondanks zijn vermoeidheid gewoon mee kan dingen naar de hoofdprijs. Bor de Wolf is natuurlijk van de partij. En zijn Buitenbosse vriendin Oléta Vulpecula, die van de jury “in aanmerking genomen dat zij de Dierenbosse taal niet geheel machtig is” eveneens een negen plus krijgt.

Ome Gerrit zorgt ten slotte voor een klinkende finale met zijn feestelijke nummer Het Landjuweel. Zoals te verwachten komt Juffrouw Ooievaar er met het jureren van de liedjes uiteindelijk niet uit. Dat kon ook niet anders, gniffelt Meneer de Uil, met al die negen plussen. Het bekritiseerde jurylid is diep teleurgesteld wanneer ze hoort dat iedereen zo loopt te jammeren en te klagen. “En dan te bedenken”, huilt ze, “dat ik iedereen nou juist een negen plus heb gegeven omdat ik mijn dieren zo een warm hart toedraag.”

Gelukkig dus maar dat de dieren de hulp van de kijkbuiskinderen hebben ingeroepen. En er wordt meteen een nieuwe wedstrijd aan toegevoegd: onder de kijkersinzendingen zullen drie prijzen worden verloot.

De winnaars
Enkele fabels later kan de winnaar bekend gemaakt worden. Dat gebeurt in een feestelijke uitzending op vrijdag 14 april 1972, waarvan die ochtend zelfs de gewone ‘serieuze’ landelijke media melding doen. Oléta Vulpecula blijkt als derde uit de bus gekomen. Momfer de Mol is de nummer twee. Ome Gerrit de Postduif zegeviert met zijn nummer Het Landjuweel, dat de meeste inzendingen heeft gekregen.

Vol overgave brengen de drie prijswinnaars aan het slot van die uitzending enkele fragmenten uit hun liedjes nogmaals ten gehore. In een speciale fabel de dag erna worden de drie namen van de winnende kijkbuiskinderen getrokken. De winnende briefkaartinzenders worden beloond met een echte Fabeltjeskrant-radio in de vorm van Meneer de Uil zelf.

Maar wat weinigen zich realiseren is dat er achter de schermen heel wat aan vooraf is gegaan…

De eerste 50.000 reacties
Want binnen een week zijn er al 50.000 reacties binnengekomen. Brieven, kaarten, tekeningen en pakketjes van kijkbuiskinderen. Fraaie knutselwerken van vilt, karton en papier. Klassikaal gemaakt, of met de club of vereniging. En soms wel meer dan twee meter in lengte. De PTT heeft er de handen vol aan. Als de postzakken niet meer ‘gewoon’ kunnen worden afgeleverd wordt de platenmaatschappij erbij gehaald en worden extra mensen ingezet om de grote vracht brieven, briefkaarten en kokers met tekeningen in goede banen te leiden.

‘Operatie Lawine’ is geboren. In de Goudsche Courant van zaterdag 1 april 1972 doet Yvonne Parre verslag van de eerste grote stroom van reacties op het Dierenbosse Liedjesfestival: “Mócht De Fabeltjeskrant na 20 juni daadwerkelijk definitief van het scherm verdwijnen – en dat zit er echt in – dan zal de NOS het vertrouwen kwijt zijn van haar jongste kijkklanten”, schrijft Parre. “Want dat De Fabeltjeskrant nog altijd een kleine vier jaar na het verschijnen van de eerste editie een van de meest populaire tv-programma’s blijkt te zijn is vorige week bewaarheid geworden.”

De verslaggeefster kijkt mee over de schouders van de sorteerders en noteert een aantal reacties. Van Marian uit Heeze, die het “echt stom vindt dat Juffrouw Ooievaar iedereen een negen plus heeft gegeven”, tot aan Hank Bakermans, die het jurylid “erg hip vond met haar paarse hoed en een donderbruine zonnebril”. De meeste reacties komen uit de leeftijdsgroep vijf- tot negenjarigen, maar er zijn volgens de journaliste ook reacties van oudere kijkers, een huisvrouw en een dame van zestig.

Ome Gerrits grote zus de PTT
Het vormt allemaal nog maar het begin van de grote stroom reacties. Want enkele dagen later bericht onder andere Het Vrije Volk dat er inmiddels al meer dan 100.000 brieven en briefkaarten binnen zijn. Het liedje van Ome Gerrit lijkt op kop te gaan, aldus de RTV-redactie. Ook Momfer de Mol maakt veel indruk. “Maar voordat we alles geteld hebben”, zegt Loek de Levita in de krant van 6 april, “gaan er nog dagen heen.”

“Het is gewoon kolossaal uit de hand gelopen”, aldus journalist Wim Kuipers op zaterdag 8 april 1972 in onder andere het Eindhovens Dagblad. De teller staat dan op 140.000 reacties. “Niet alleen zijn er brieven en kaarten voor de winnaars van het Songfestival binnen gekomen”, noteert Kuiper. “Maar ook honderden paaswensen voor de dieren van De Fabeltjeskrant, een stapeltje officiële felicitatiekaarten voor Greta Bontekoe, Teun Stier en hun op Eerste Paasdag geboren kalfje Greta II, cadeautjes voor de kleine Greta, zelfgemaakte Meneren de Uil, riante Praathuizen en ga zo maar door.”

Wat moeten we ermee?
Hein Hoefnagels is door platenmaatschappij Phonogram aangesteld om het uitzoeken in goede banen te leiden. Loek de Levita zegt in de media dat “de lawine van reacties” wel een belasting is voor het team. “Wat moeten we ermee?” zo vraagt hij zich af. “We hebben een heel nieuw verantwoordelijkheidsgevoel gekregen. Je wíst natuurlijk dat De Fabeltjeskrant populair was, maar exact was er niets bekend omdat de kijkcijfers van de NOS niet voor kinderen gelden. En nu dit!”

Uit de kranten die in aanloop naar de uitslag verschijnen is op te maken dat De Fabeltjeskrant enorm leeft onder de Nederlanders. Onder andere De Nieuwe Apeldoornse Courant slaat op 12 april 1972 de spijker op zijn kop: Nederland wil Fabeltjeskrant nog niet missen. “Als de NOS over een paar weken zou besluiten dat De Fabeltjeskrant na dit winterseizoen niet meer op de buis komt, dan kunnen ze daar in Hilversum hun lol nog wel op”, aldus de RTV-redactie. “Want óf er ontstaat een burgeroorlog óf er gebeuren nog vreselijker dingen.”

Emotioneel betrokken
Ook het Friesch Dagblad constateert dat tienduizenden mensen zeer emotioneel zijn betrokken. “Een vereniging van zeesportvissers vond nu de tijd gekomen om Chanowski te laten weten, dat alle leden van de vereniging zich met een dier uit het fabelrijk identificeren”, schrijft de krant. “Hetzelfde deed een groepje studenten. Men kondigde daarbij tevens alvast aan de studio’s in Hilversum te zullen gaan bezetten, wanneer onverhoopt mocht worden besloten om de serie stop te zetten.”

Verdere verloop
Nog lang na de bekendmaking van de winnaars op 14 april komen nog steeds nieuwe inzendingen binnen. “Misschien is dit de kick, die hij (Leen Valkenier – P.B.) nodig heeft om verder te kunnen”, zegt Phonograms Hoefnagels in De Leeuwarder Courant van 27 april 1972. En inderdaad: aan het blad Televizier vertelt Valkenier op 17 juni 1972 dat hij is teruggekomen op zijn besluit. “Ik moet er met nadruk op wijzen”, zo vertelt de schrijver wat verlegen aan de verslaggeefster, “dat het niet aan de NOS ligt als De Fabeltjeskrant ophoudt. Het ging van míj uit. Ik wilde ermee stoppen en niemand kon vermoeden dat ik er later op terug zou komen. Natuurlijk kan de NOS daar geen rekening mee houden, ik hoop alleen dat er nog een klein kansje is.”

De NOS heeft echter op dat moment al een opvolger voor De Fabeltjeskrant gevonden in het nieuwe kinderprogramma Ti-Ta-Tovenaar. De kijkbuiskinderen moeten nog tot 2 december 1973 wachten totdat Meneer de Uil zijn krant weer openslaat. Tot en met 31 augustus 1974 is de serie dan weer, eerst wekelijks en dan weer dagelijks, te zien. Om uiteindelijk plaats te maken voor nóg zo’n memorabele creatie uit de Chanowski/Valkenier-stal: Paulus de Boskabouter.

En toch… Het Landjuweel uit 1972 zullen de makers van De Fabeltjeskrant niet gauw vergeten. Het leek een beetje op een nationale gebeurtenis, zoals Hoefnagels zei toen hij er destijds over werd ondervraagd door een verslaggever van NCRV’s Hier en Nu. En de liedjeswedstrijd mag vijf decennia later dan wel in de vergetelheid zijn geraakt, De Fabeltjeskrant geldt nog altijd als een van de meest succesvolle en legendarische televisieprogramma’s uit 70 jaar Nederlandse televisiegeschiedenis.

Met speciale dank aan Irene Kunst en Remko de Kok

gerelateerde artikelen