Dezer dagen verschijnt onder deze titel de biografie van dirigent-componist-arrangeur-pianist Dolf van der Linden (Vlaardingen, 22 juni 1915). Zijn naam wordt meestal genoemd in combinatie met die van het Metropole Orkest, het ensemble dat hij in 1945 heeft opgericht en 35 jaar leidde.
Auteur van het boek is Bas Tukker, o.a. specialist op het gebied van het Eurovisie Songfestival. Hij is o.a. eindredacteur van de zeer informatieve website www.andtheconductoris.eu, gewijd aan de dirigenten die ooit tijdens het Eurovisie Songfestival voor een orkest hebben gestaan. Wie van deze site kennis heeft genomen weet dat de schrijver van de Van der Linden-biografie niet over een nacht ijs is gegaan.
Nadat Tukker in mei 2014 de opdracht kreeg heeft hij bijna 40 interviews afgenomen, met familieleden en anderen die konden vertellen over (hun ervaringen met) de in 1999 overleden dirigent. De Bredase docent Klassieke Talen schortte zijn vakantieplannen op en besteedde vele uren aan de research. Door zijn belangstelling voor de Songfestival-historie was hij al ingevoerd in dat aspect van zijn hoofdpersoon, en hij had geluk dat Dolf van der Linden een groot archief naliet met onder meer brieven, die meer licht op zijn persoon konden werpen.
Zo vond hij over de vier eerste decennia van Van der Lindens leven veel gegevens die het beeld dat ontstond in de periode waarin hij het Metropole Orkest leidde van reliëf konden voorzien. Na lessen harmonieleer en compositie van Jules Zagwijn verlegde Dolf van der Linden zijn aandacht al spoedig naar de lichte muziek. Hij speelde in Hilversum als pianist in het orkest van Eddy Meenk, en kwam in 1939, na zes jaar een vaste omroepbetrekking geambieerd te hebben, bij de AVRO in vaste dienst, als arrangeur bij het orkest van de nu vrijwel vergeten Elzard Kuhlman.
Vervolgens behandelt Tukker Van der Lindens wederwaardigheden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1945 werd Van der Linden verzocht een nieuw amusementsorkest te vormen. Hij zocht 38 musici bij elkaar, die op 25 november dat jaar het eerste concert gaven. Tukker: ‘Ik kon voor de beschrijving van deze periode ook putten uit informatie die ik ontving van Cor Baan (98 jaar oud), de enige nog levende musicus uit de oorspronkelijke bezetting van het Metropole Orkest’.
Vooral tijdens de eerste vijftien jaar schreef Van der Linden behalve vele composities ook honderden arrangementen van bestaand repertoire voor het orkest. Bovendien schreef hij veel filmmuziek en muziek voor een aantal hoorspelen. Een specialisme waarom hij vooral in Engeland werd gewaardeerd was de zgn. library music, te vertalen als ‘achtergrondmuziek’.
Tukker: ‘Dolf van der Linden heeft slechts enkele directielessen gekregen; hij bezat een natuurlijke autoriteit, waardoor hij vanaf het begin nauwelijks met ordeproblemen te kampen had. Hij zag voor het orkest ook een opvoedende taak: het brengen van lichte muziek in stijlvolle arrangementen’.
Het repertoire dat hij dirigeerde was breed: van jazzy materiaal tot operette en klassieken als het Concierto d’Aranjuez. Tukker omschrijft het muziekgenre waarin Dolf van der Linden excelleerde bij gebrek aan een passende Nederlandse term als ‘gehobene Unterhaltung’.
Na 1960 deed de popmuziek haar intrede, met als gevolg een aanpassing van het repertoire en de wijze van arrangeren. De omroepen brachten veel minder showprogramma’s, waardoor Dolf van der Linden regelmatig concessies moest doen aan zijn volgens de nieuwlichters gedateerde opvattingen.
Hij betreurde het verdwijnen van het genre dat in Hilversum door het Metropole Orkest (en het Promenade Orkest) decennialang was beoefend. Heeft hij nog enige hoop gehad dat het tij weer zou keren, dan heeft hij al snel moeten constateren dat deze storm niet zou overwaaien.
Ook in het buitenland trad hij regelmatig op. Hij was een van de meest succesvolle dirigenten die actief waren tijdens het Eurovisie Songfestival (in de periode 1957-1971 behoorde hij driemaal tot het winnende team).
Dolf van der Linden was een enigszins gesloten man, die volgens Tukker binnen de orkestkringen het informele wel koesterde. Hij citeert violist Ernö Olah, die ruim tien jaar onder leiding van Dolf van der Linden in het Metropole Orkest speelde: ‘Van der Linden was Onze Vader die op de bok zijt’.
In zijn biografie besteedt Tukker uiteraard ook aandacht aan het privéleven van zijn hoofdpersoon. Tukker: ‘Dolf van der Linden was een huismus, die – verrassenderwijs – een reputatie als wegpiraat genoot. Zijn echtgenote heeft hem daarom vele jaren met de auto naar de opnamestudio vervoerd.’
Na zijn afscheid als chef-dirigent van het Metropole Orkest in 1980 stond hij nog enkele jaren als freelancer voor het orkest. Ook dirigeerde hij een aantal regionale orkesten, tot hij nogal plotseling een punt zette achter zijn indrukwekkende carrière.
Dolf van der Linden overleed op 30 januari 1999 op 83-jarige leeftijd in Weesp.
Na de kennismaking met Bas Tukker lijkt de verwachting gerechtvaardigd dat zijn biografie een leemte zal vullen in de literatuur over centrale figuren in het Nederlandse muziekleven gedurende vele decennia van de vorige eeuw.
Op 12 juli zond Co Snel op RTi Hilversum een Dolf van der Linden-special uit t.g.v. diens 100e geboortedag. Hieronder kunt u die radiouitzending terugluisteren.