Een eigen en niet onbelangrijke rol als popzender speelde Radio Luxemburg, dat ook een Nederlandstalige programmering had. Programmamaker en auteur Cor Gout schetst de geschiedenis daarvan.
Het zou mij verbazen wanneer Nederlandse muziekliefhebbers, opgegroeid in de jaren ’50 en’60, onbekend waren met het op en neergaande geluid van de avonduitzendingen van Radio Luxemburg ‘the station of the stars on 208 mediumwave’, de Engelstalige ‘service’ met dj’s als Barry Aldis, Tony Prince, David Jacobs, Pete Murray en Jack Jackson. Doordat de programma’s die deze omroepers presenteerden werden betaald door de platenmaatschappijen Philips, Decca, EMI en Pye, waren ze voor hun platenkeuze gebonden aan de releases van deze bedrijven.
Vanaf 5 december 1953 waren er ook Nederlandstalige uitzendingen op ‘Luxemburg’ te horen, met een duidelijk signaal (ook 208 MW) dat tot aan de Randstad reikte. ’s Avonds was de ontvangststerkte geminderd om interferentie met andere stations te voorkomen. Hoewel een stuk oubolliger dan de Engelstalige uitzendingen, bood Radio Luxemburg NL in de jaren ‘50 en begin ‘60 het luisterpubliek de mogelijkheid kennis te nemen van Engelse en Amerikaanse jazz en populaire muziek die de meer gezapige programma’s vanuit Hilversum niet boden. Tot de komst van Radio Veronica en de Engelse zeezenders (Caroline, London) vormde Radio Luxemburg NL een dankbaar alternatief. De populariteit van de Nederlandse uitzendingen had ook een prozaïscher oorzaak: doordat veel mensen in die tijd radio’s bezaten waarmee uitsluitend ontvangst via de middengolf mogelijk was, draaide de luisteraar de knop snel naar de 208-frequentie op de middengolf.
Ontbrekend archief
Wat weten we van de Nederlands- talige uitzendingen op Luxemburg? Weinig. En dat is vreemd voor een radiozender die al rond 1933 op de lange golf Frans-, Duits-, Engels- en Nederlandstalige programma’s begon uit te zenden, tijdens de oorlog zijn uitzendingen staakte, na de oorlog terugkeerde op de middengolf met Frans- en Engels- en later ook met Duits- en Nederlandstalige uitzendingen, om pas in 1992, toen de inkomsten te laag waren om rendabel te blijven, als internationale zender te verdwijnen.
De oorzaak van deze grijze plek op de mediakaart is het ontbreken van enig archief. Zelfs geluidsfragmenten zijn verloren gegaan. De geschiedschrijver zal niet eens te weten komen in welk jaar de Nederlandstalige uitzendingen van voor de oorlog begonnen. Het enige wat hem ten dienste staat, zijn verslagen, knipsels en aantekeningen van luisteraars en herinneringen van dj’s die voor het station hebben gewerkt. Met deze bronnen ben ik aan het werk gegaan, met plezier, want een bijzonder verhaal biedt Radio Luxemburg NL in ieder geval.
De Nederlandse presentatoren en dj’s, in veel gevallen beginners in het vak, vormden bij het station een minderheid ten opzichte van de Belgen. Minder populair waren ze zeker niet. Dat kwam mede doordat de meesten van hen zich moeiteloos konden aanpassen aan de gezelligheidscultuur die het station kenmerkte, met muziek en vermaak in de vorm van spelletjes, quizzen en programma’s ‘die naar de luisteraar toegingen’, soms letterlijk, zoals in het geval van Touring Tournée (1960-’61), een programma gesponsord door de benzinemaatschappij BP en verzorgd door Herman Emmink, die benzinestations van Delfzijl tot Maastricht en van Den Helder tot Breskens bezocht en de bezoekers van die locaties vragen stelde voor een spelletje. De vragen en antwoorden werden opgenomen op een draagbare recorder, waarna de banden via een telefoonlijn werden doorgespeeld naar een studio in Brussel, waar de reclamespots werden ingemonteerd.
De meeste programma’s werden in Brussel opgenomen. Tot april 1961 bevonden de kantoren en studio’s van Radio Luxemburg zich op het Brouckèreplein, waarna ze verhuisden naar de Grensstraat. In 1968 werd een gebouw aan de Lloyd Georgelaan betrokken. Nadat een opname was voltooid, werd de geluidsband naar het zendstation in Luxemburg gereden. In 1959, toen het mogelijk werd gebruik te maken van een lijnverbinding van de RTT (de Belgische PTT), was het uitvoerbaar een groot deel van de programma’s live te presenteren. Vanaf 1961 kon ook gebruik worden gemaakt van studio’s in Hilversum. Zo nam Herman Emmink zijn programma 1000 Vrolijke noten (nieuwe 78-toerenplaten van Philips en Decca) op in de Hilversumse Phonogram Studio.
Stan Haag en Pete Felleman
Een grote populariteit verwierf Stan Haag met zijn gemoedelijke stijl van presenteren. Met name zijn programma Stan Haag bij de koffie, dat van 1960 tot 1968 in de lucht bleef, was een favoriet, maar ook Muziek met een plaatje (zijn eerste programma), Met muziek de lucht in (gesponsord door ASPRO), en Muziek voor Eva werden goed beluisterd. Haag was geen ‘beginner’, maar een doorgewinterde kracht in radioland. Al voor zijn tijd bij Luxemburg had hij bij de KRO gewerkt als tekstschrijver voor het populaire radioprogramma Negen heit de klok. Voor de AVRO had hij programma’s gepresenteerd, teksten geschreven en liedjes ten gehore gebracht. Behalve als radiomaker genoot Haag bekendheid als tekstschrijver van honderden liedjes en als platenartiest. In 1968 trad hij in dienst bij Radio Veronica waar hij het programma Jukebox zou presenteren.
Allesbehalve een debutant in radioland was de welbespraakte jazz-man Pete Felleman, die van 1947 tot 1957 als radio-dj bij de VARA furore had gemaakt met programma’s als Swing & Sweet from Hollywood & 52nd Street. Maar wie kon vermoeden dat hij in zijn pro- gramma’s ook muziek zou draaien die allesbehalve jazzy was en dat hij reclameteksten zou voorlezen als: Willem II, Willem II, Tegen zo’n sigaar zeg je geen nee, Willem II, Willem II, Willem II Steek eens op, steek eens op, Steek eens op, dat is een goed idee.
In het blad Rhythme van oktober 1959 had de volgende aankondiging gestaan: Pete Felleman is terug! Elke zondagmiddag klinkt zijn bekende, sonore stemgeluid weer door de ether: in het programma van Radio Luxemburg, van 12.00 tot 12.15 uur. “Ik heb terug willen komen op de mooiste klok”, zegt Felleman, “en dat is me gelukt.” En hij filosofeert: “Op de tijd dat ik mijn uitzendingen heb, zijn de meeste vrome lieden terug uit de kerk, en de meest slechte lieden terug uit de kroeg, geloof ik…”
In 1962 presenteerde Felleman voor Luxemburg de DAFfodilshow, gesponsord door de Firma van Doorn uit Noord-Brabant (DAF). Naast muziek uit de Verenigde Staten draaide hij daarin ‘Musica Americana’, ofwel Latijns-Amerikaans getinte muziek en ‘continentale creaties’. Nieuw in de formule van zijn programma’s was ‘een tweede stem’, zijnde die van zijn echtgenote Gerda, die hij voorstelde als zijn playmate. Zij moest de luisteraar gloedvol inlichten over de wonderen van de nieuwste aanwinst van de autofabrikant, de Daffodil.