Het zal niemand ontgaan zijn: De Fabeltjeskrant bestaat 50 jaar! Dit jubileum bleek een mooie gelegenheid voor kinderpostzegels, een tentoonstelling, een boek, een nieuwe fi lm én een nieuwe serie over de beroemde Meneer de Uil, zodat alle kijkbuiskinderen, jong en oud, opnieuw kunnen genieten van deze klassieker.
In kranten, tijdschriften en hier in Aether is er al veel aandacht aan besteed: van de opmerkelijke ontstaansgeschiedenis en het ongekende talent van de stemacteurs tot de fantastische vormgeving van de vilten poppen en het internationale succes. Maar het programma is op nóg een vlak vernieuwend geweest, en dat is de geanimeerde leader, met de aanstekelijke begintune: “Hallo Meneer de Uil, waar brengt u ons naartoe?”
De opvolger van Pipo
Eind jaren zestig had de Nederlandse televisie maar twee zenders, en voor de kinderen was er alleen een programma op de woensdag- en zaterdagmiddag. Er was dus maar weinig variatie in het aanbod. Vanaf 1958 werd het hoofdprogramma ingevuld door Pipo de Clown van de NTS/VARA, maar na tien jaar werd het toch wel tijd voor iets anders.
Tijdelijk werd het Franse Barend de Beer (KRO/NCRV/NTS, 1964-1966) van stal gehaald, maar dat was na de avontuurlijke Pipo te kneuterig geworden. De Fabeltjeskrant kwam als geroepen, en sloeg in als een bom. In het NTS jaarverslag van 1968 staat: “In het najaar stond de legendarische Pipo de Clown zijn 5 minuten in de vooravond af aan Meneer de Uil van Fabeltjeskrant. Binnen korte tijd bereikten kijkdichtheid en waardering hogere cijfers dan tot dusverre een kleuterprogramma ooit had behaald.”
De reden moge inmiddels duidelijk zijn: het programma is speels, terwijl Meneer de Uil heel vaderlijk is, de moraal wordt niet neerbuigend gebracht, en ook volwassenen kunnen ervan genieten, dankzij de verwijzingen naar de actualiteit. Bovendien is de vormgeving van de vilten handpoppen, die door gleuven in de bodem van het decor bewegen, vernieuwend en erg charmant. Maar ook de leader, met Meneer de Uil die in stop motion beweegt op de aanstekelijke tune van Ruud Bos, gezongen door kinderkoor De Schellebellen, draagt bij aan de populariteit: wie kan dit liedje nou niet meezingen?
De eerste geanimeerde leader
Wat de leader van De Fabeltjeskrant echt bijzonder maakt, is dat het de eerste volledig in stop-motion geanimeerde leader is voor een kinderprogramma. Tot dan toe zijn er ruwweg twee soorten leaders te onderscheiden: live action leaders en titelkaarten. In een live action leader zie je de acteurs van het programma in beeld, zoals bijvoorbeeld bij Pipo of Swiebertje (NCRV, 1955, 1958), of iets later Floris (NTS, 1969-1970). Vaak zie je daaroverheen de teksten (meestal in wit) verschijnen: de titel van het programma, acteursnamen, de regisseur. Vaak wordt deze leader vergezeld met een pakkende introtune.
De andere leadersoort, de titelkaart, zegt het al: je ziet één of meerdere kaarten in beeld met de titel en overige gegevens van het programma. Titelkaarten werden vaak gebruikt bij poppenprogramma’s, zoals bijvoorbeeld Dappere Dodo (KRO, 1955-1960), of bij studioprogramma’s als Uit Oma’s Kabinet (NCRV, 1962) en Ja Zuster, Nee Zuster (VARA, 1966-1968). In het laatste geval draaien de titelkaarten steeds handmatig heen en terug, tussen ‘Ja Zuster’ en ‘Nee Zuster’. Er zijn twee leaders bekend van vóór De Fabeltjeskrant, waarbij je van een eenvoudiger vorm van animatie zou kunnen spreken. In Woord voor Woord (IKOR/RKK) zit vanaf 1965 een leader waarbij de letters ‘O’ van de titel open en dicht gaan en verspringen. De andere leader is van De Verrekijker (NTS, 1962): een actualiteitenprogramma voor de jeugd. Hierin zien we sterren aan de hemel verspringen, waarna een verrekijker in beeld verschijnt. In beide leaders is de stop-motion techniek gebruikt, maar met zo weinig beelden per seconde dat het nog maar net een illusie van beweging genoemd kan worden.
Csánky
De Fabeltjeskrant is hierin anders. De framerate is nog steeds lager dan 24 beeldjes per seconde (de standaard voor televisie, al werd ook vaak 12 beeldjes per seconden gebruikt), maar de illusie van beweging is er wel degelijk. De maker: de Hongaar Ben Csánky, die ook bij de poppenanimatiestudio van Joop Geesink heeft gewerkt, lijkt haast te spelen met de mogelijkheden van animatie. Meneer de Uil beweegt ietwat overmatig: hij knippert veel, zijn pupillen veranderen van vorm, hij wiebelt met zijn tenen, vleugelpennen en oortoefjes, en hij wiegt heen en weer op zijn tak terwijl hij zingt. Gewoon, zo lijkt het, omdat het zo leuk is om al die bewegingen te animeren.
De meeste programma’s werden tot 1968 vormgegeven door de NTS. Het is logisch dat er nog geen geanimeerde leaders waren, aangezien de NTS daar nog niet de nodige apparatuur voor in huis had. Maar De Fabeltjeskrant is buiten de deur gemaakt, door de studio van Thijs Chanowski. Heel mooi aan de leader van De Fabeltjeskrant is dat het alle ingrediënten combineert die er tot dan toe zijn: introliedjes, het hoofdpersonage in beeld, en natuurlijk animatie waar net heel voorzichtig mee werd begonnen. Csánky brengt alle ingrediënten samen tot een leader die we nooit meer zullen vergeten.
- Tentoonstelling: Fabeltjesland is tot 6 januari te zien in Las Palmas, Rotterdam
- Boek: Hallo, Meneer de Uil van Patrick Bremmers
- Film: De Fabeltjeskrant & De grote Dierenbos-spelen is 19 december in de bioscoop.
- Serie: De nieuwe serie staat gepland voor 2019.