C.F. LOSSCHER, de koning van de accordeonisten

C.F. Losscher was een accordeonist van wereldformaat die mensen door zijn spel enthousiast maakte voor het accordeon in een tijd dat er werd neergekeken op dit instrument. Het accordeon werd in zijn tijd meestal een harmonica genoemd.

Losscher was heel lang kampioen van Nederland in het accordeonspelen, en werd zelfs tot wereldkampioen uitgeroepen. Tot zijn leerlingen behoorden de bekende Nederlandse musici Cor Steyn en Johnny Meijer. Hij behaalde vele onderscheidingen en won tal van ereprijzen, ook een die beschikbaar was gesteld door de koningin.

C.F. Losscher werd op 5 december 1885 in Zutphen geboren als zoon van Johannes Martinus Losscher (1853-1921), die koopman en paraplumaker was, en Antonia Lindeman (1859-1887). Carel Frederik, door familieen vrienden kortweg Carel genoemd, werd in 1905 artiest. Hij werd lid van de Eerste ’s-Gravenhaagsche Vereeniging tot bevordering van het harmonicaspelen “Excelsior”. Later werd hij zelfs erelid. Hij trad jarenlang op tijdens grote matinées en harmonicaconcoursen van deze vereniging.

Kampioen
Bij nationale wedstrijden voor accordeonisten, waaraan hij vanaf 1909 meedeed, wist Losscher vaak de 1e prijs in de wacht te slepen. Als zo’n wedstrijd ging om het kampioenschap van Nederland, eindigde hij ook vele malen op de eerste plaats. In een interview uit 1971 vertelde Losscher dat hij 21 jaar kampioen is geweest. Sinds april 1922 mocht hij zich ook wereldkampioen noemen. Al was hij dan kampioen van Nederland op het accordeon, er moest ook brood op de plank komen. Bovendien wilde hij trouwen en een gezin stichten. En dan was een vaste baan met een vast inkomen beter dan het onzekere bestaan van een artiest. Hij nam daarom rond 1912 een baan aan als rijksklerk 2e klasse ter Griffie bij de arrondissementsrechtbank in Zutphen. Toen zijn muzikale carrière in een stroomversnelling raakte, vroeg en kreeg hij in 1917 eervol ontslag uit die functie en werd hij fulltime artiest. Tevens verhuisde hij toen naar Den Haag.

In 1912 maakte C.F. Losscher zijn eerste opnamen die op 78-toerenplaten verschenen. Datzelfde jaar, op 19 december 1912, trouwde hij in Rheden met Geesken Clasina Praster (geboren 14 maart 1891 in Rheden). Geesken bracht op 27 september 1915 te Ruurlo (Berkelland) een doodgeboren kind ter wereld. Het echtpaar kreeg daarna in elk geval drie kinderen: dochter Antonia Hendrika, geboren 22-9-1916 in Zutphen, dochter Gezina Frederica, geboren 15-8-1919 in Den Haag, en zoon Charles Frederik, geboren 31-7-1924 in Den Haag. Charles Frederik overleed op 28-7-2001 in Leiden.

C.F. Losscher vertrok op een gegeven moment uit zijn woonplaats Zutphen, en woonde daarna in Amsterdam, Den Haag, Arnhem, Rheden, Vlissingen, Westervoort en Zevenaar.

Mobilisatie en Eerste Wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog begon in Europa op 28 juli 1914. Een paar dagen later, op 31 juli 1914 volgde in Nederland de mobilisatie. In de zomer van 1914 werden 200.000 Nederlandse mannen opgeroepen om zich te melden voor het leger. Hoewel nog onduidelijk was of Nederland wel in de oorlog verwikkeld zou raken, moest het Nederlandse leger paraat zijn. Mobilisatie, dus. C.F. Losscher werd ook opgeroepen en diende achtereenvolgens in Zutphen, waar hij sergeant van de Landweer was, in Winterswijk, waar hij ook sergeant van de Landweer was, en daarna in Ruurlo en Amersfoort.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog gaven artiesten uitvoeringen voor de gemobiliseerde militairen. Losscher trad tijdens de oorlog ook regelmatig voor zijn medesoldaten op. In 1915 was hij jurylid in Leiden bij een harmonica-concours van de Eerste Leidsche Harmonicavereeniging “Onderling Kunstgenot”. Op 30 juli 1918 verzorgde hij in De Hors (Texel) een twee uur durend optreden voor de bemanning van Hr. Ms. Bellona. In een interview uit 1971 vertelde Losscher: “Ik speelde op alle oorlogsschepen, de Zeeland, Holland, Brabant, De Ruyter, Atjeh. Met een barkas voer ik naar de schepen die in Den Helder op de rede lagen. Ja, ja: Ik had met de marine drie keer meegekund naar Indië. Maar mijn vrouw wilde niet.”

Op 11 november 1918 kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog. Op 4 december dat jaar trad Losscher op voor de militairen die gelegerd waren in de Frederiks- en Alexander-Kazerne in Den Haag. In de Haagsche Courant van 23-5-1919 stond een advertentie van hem voor het repareren van harmonica’s en levering van nieuwe harmonica’s. Ook bood hij een tweedehands harmonica te koop aan.

Optredens
Gedurende zijn muzikale loopbaan trad Losscher in ons land vaak op in cafés en aanverwante gelegenheden, ook als er ergens kermis was. Ook voor uitvoeringen en feestavonden van verenigingen werd hij vaak geëngageerd. Verder trad hij regelmatig op in bioscopen als bijprogramma van films, in theaters en concertzalen. Tot de bekendste zalen waar hij optrad behoren het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag (met ruim 2000 plaatsen) en de Grote Doelenzaal in Rotterdam. In de zomer van 1923 vormde Losscher een duo met de cellist J.F. Rackwitsz. Zij lieten hun muzikale kwaliteiten ’s avonds horen in de straten van Apeldoorn. Losscher was even straatmuzikant! Het duo trad later ook op in cafés en hotels, en maakte samen grammofoonplaten.

Losscher kreeg ook koninklijke belangstelling, en mocht op het paleis Het Loo in Apeldoorn spelen. Hij zegt er in een interview uit 1971 het volgende over: “Ja, ja, prins Hendrik was er ook bij. Ik vond het geen onaardige man. Ik kreeg een hand van hem en hij zei: Ik feliciteer je ermee dat je zo’n succes hebt.” In de twintiger jaren heeft Losscher in de Wintergarten in Berlijn gespeeld, waar de beroemdste orkesten kwamen, en ook in Alhambra in Parijs.

Het repertoire van Losscher dat hij ten gehore bracht bij optredens bestond o.a. uit klassieke stukken, stukken uit opera’s en operettes, marsen, serenades, dansmuziek zoals walsen, maar ook populaire Nederlandse nummers van toen, zoals Zandvoort en Hittepetit. Van het laatste nummer maakte hij iets grappigs. Hij speelde het eerst zoals een beginneling dit zou doen, dan zoals een geoefend speler het deed en tenslotte met variaties, zoals een kampioen van Nederland dit paste. Ook had hij een nummer over een circuspaard dat bij de toehoorders erg in de smaak viel. Van het buitenlandse repertoire liet hij o.a. horen Ramona en Trink, trink, Brüderlein Trink.

Van de recensies van zijn optredens die alle zonder uitzondering lovend waren, heb ik de volgende samenvatting gemaakt. De heer Losscher wist meteen vanaf het eerste nummer zijn toehoorders te boeien. Hij toonde zich een meester op zijn instrument. “Nog nooit hebben we op een dergelijk instrument zoiets horen presteren als de heer Losscher deed.” De muziekbladen schreven: “Dit is geen harmonica meer, dit is een orkest, dat alleen door een wondermens ten gehore wordt gebracht.” Het publiek was dus steeds in de verbeelding een groot orkest te horen! “Velen zullen met ons nog nooit beter harmonica-spelen hebben gehoord en ook zo hebben genoten van het sublieme spel van Nederland’s kampioen. Over wat een techniek, over wat een muzikaal gehoor en talent als harmonicaspeler beschikt de heer Losscher. Alle solo’s werden uit het hoofd en voortreffelijk gespeeld.”

Dankzij zijn muzikale geheugen kon hij elk verzoeknummer van het publiek direct laten horen. Het publiek kon daarbij een keuze maken uit nummers uit 50 opera’s en Fantasieën. “De heer C.F. Losscher is een harmonica-kunstenaar van zeer zeldzame virtuositeit. Hij hanteerde zijn instrument van zeer ingewikkelde constructie met ongelofelijke vingervaardigheid.” “Wat C.F. Losscher liet horen was werkelijk fenomenaal.” In een recensie uit 1918 werd o.a. gezegd: “Niemand vermoedde dat met dit zo weinig in aanzien zijnde muziekinstrument zulke mooie avonden te geven waren, maar wij waren allen verrukt over de muziek die de heer Losscher uit zijn harmonica wist te halen.” In een recensie uit 1922 werd hij een “muzikaal wonder” genoemd. Na elk optreden, en meestal ook na elk nummer, volgde een donderend applaus van het publiek. “Het was een waar genoegen naar de heer Losscher te luisteren.”.

Instrumenten
In een interview uit 1971 vertelde Losscher dat hij “dertien harmonica’s versleten” had. Daarbij waren mogelijk ook een of meer accordeons die op zijn aanwijzingen speciaal in Italië voor hem werden gemaakt. Kranten uit die tijd noemden die een “buitengewoon instrument”, een “wonder-instrument” en een “instrument van zeer ingewikkelde constructie”. Ze schreven er wel bij dat er alles op gemaakt kon worden, “als men de virtuositeit heeft” van C.F. Losscher.

Directeur van “Musica” en “Apollo”
In november 1922 werd in Rotterdam de Rotterdamsche Accordeon-Kapel “Musica” opgericht. Tot directeur werd benoemd C.F. Losscher. Toen “Apollo”, de eerste Rotterdamsche Vereeniging tot Bevordering van Mondharmonicamuziek, in 1924 haar bestuur samenstelde, werd Losscher tot eerste directeur benoemd.

78toerenplaten
C.F. Losscher maakte in de periode 1912 tot ca. 1924 zo’n 82 opnamen die op 78-toerenplaten werden uitgebracht door de volgende platenmerken: Favorite, Homokord en Odeon. De opnamen werden gemaakt in Rotterdam en/of Amsterdam, en in Berlijn. Losscher maakte opnamen van marsen, dansmuziek: walsen, two-step, polka en Hollandse klompendans. Verder nam hij nummers uit opera’s en operettes op. Ook de volksliederen van Nederland en Frankrijk zette hij op de plaat. Hij nam diverse nummers voor een paar verschillende platenmerken op. Ook een paar eigen composities werden door hem opgenomen. Voor Odeon maakte hij ook duo-opnamen: een aantal met de cellist J.F. Rackwitsz, en een aantal met de fluitist A. van Dongen. Voor Favorite en Homokord nam hij de V.V.V. Marsch op. Dit was het clublied van de Venlose voetbalvereniging V.V.V.

Radio
In de periode 1926-1930 trad Losscher een aantal keren voor de radio op:

  • 16-8-1926 Hilversum H.D.O. 1050 M – Vooravondconcert door het H.D.O.-orkest. Solist: Hr. C.F. Losscher, harmonica, virtuoos.
  • 12-12-1928 Hilversum 1071 M Vaudeville-programma. Christina Nosnah, Kees Pruis, Losscher en het A.V.R.O.-dansorkest o.l.v. W. Rentmeester.
  • 18-5-1929 Hilversum 1071 M – Accordeon-concert door C.F. Losscher. 10-10-1929 Hilversum 1071 M A.V.R.O. Accordeon-soli door C.F. Losscher
  • 10-10-1930 Hilversum 298 M (Na 6 uur 1071 M) A.V.R.O. Concert door het A.V.R.O.-Orkest o.l.v. Nico Treep. Accordeon-soli door C. F. Losscher.

Losscher vierde zijn 25-jarig jubileum op 26-11-1930 in het café-concert De Karseboom, Wagenstraat 45, Den Haag. Het aantal optredens dat hij verzorgde in de dertiger jaren is op twee handen te tellen, als ik afga op de vermeldingen in oude kranten. In 1937 werd in Apeldoorn een nieuwe mondaccordeonclub opgericht. Elke donderdag werd er gerepeteerd in het Nutsgebouw, onder leiding van Losscher. Het laatste optreden dat in de historische kranten is te vinden betreft een optreden dat werd aangekondigd voor 21 en 22 mei 1949 in Café Alfons in Enschede.

Kippenhok
In 1970 woonde Losscher on der ellendige omstandigheden in een verbouwd kippenhok in Arnhem. Later dat jaar verbleef hij in een pension in Velp. Daar werd hij niet goed behandeld. Hij voelde zich er erg eenzaam. In 1971 werd hij opgevangen door de familie Legerstee uit Arnhem, die hem in huis namen. Losscher was toen een oude invalide man van 86 jaar met twee krukken.

C.F. Losscher overleed op 8 maart 1977, 91 jaar oud, ver weg van de schijnwerpers waarin hij eens als beroemd accordeonist stond.

Op Youtube staat 1 opname van C.F. Losscher: Fiançailles (Verlovingswals).

 

gerelateerde artikelen