Bijzondere bladmuziek: Lennaert Nijgh


Toen Een meisje van zestien, vertaling van Aznavours Une enfant de seize ans en gezongen door Boudewijn de Groot, door Phonogram werd uitgebracht, wist iedereen meteen wie de vrijwel onbekende Lennaert Nijgh was; een tekstdichter van grote klasse en dat zou hij nog vele malen bewijzen. Lennaert Nijgh, geboren in 1945 Haarlem, overleden in 2002, heeft boeken geschreven, een mooie musical, De engel van Amsterdam, en heel veel liedteksten, voornamelijk voor Boudewijn de Groot. Maar ook Ramses Shaffy, Liesbeth List, Jasperina de Jong en Rob de Nijs om een paar voorbeelden te noemen, hebben van zijn teksten dankbaar gebruik gemaakt. Hij gebruikte graag oude beelden, al dan niet bedacht, en die teksten zijn het bekendst geworden. Hij leefde een betrekkelijk teruggetrokken bestaan, was driemaal getrouwd, de eerste keer met Astrid de Backer die als Astrid Nijgh bekendheid verwierf met een van zijn teksten Ik doe wat ik doe.

Het werk van Lennaert Nijgh is ook terug te vinden in de collectie bladmuziek van de Stichting Omroep Muziek. Veel liedjes zijn gepubliceerd in albums, enkele apart. De meeste daarvan zijn uitgebracht door muziekuitgeverij Altona, zoals Onder ons en Verdronken vlinder, en Het land van Maas en Waal, beide met Boudewijn de Groot. Een bijzonder geval is de bladmuziek van De Fanfare (A Banda), van origine een werk van de Braziliaan Chico Buarque de Hollanda, dat door diverse artiesten is uitgevoerd. Op de voorkant prijken Johnny Kraaijkamp en Rijk de Gooyer. Achterop staat de Nederlandse tekst van dit nummer, van hand van Lennaert Nijgh en gezongen door Liesbeth List. Voor haar schreef Nijgh samen met Boudewijn de Groot ook de tekst van Pastorale. Nijgh tekende ook voor de vertaling van Une enfant de seize ans van Charles Aznavour: Een meisje van zestien, uitgevoerd door Boudewijn de Groot. Het is de enige uitgave die niet bij Altona verscheen, maar bij de Belgische uitgeverij Editions Raoul Breton. Misschien verklaart dat waarom op het omslag De Groot niet Boudewijn heet, maar Bodewijn. Wie de omslagen hebben gemaakt, heeft de redactie niet kunnen achterhalen. Ze zijn allemaal voorzien van een foto van de uitvoerende artiest(en), zonder verdere aanduidingen.

Op de achterpagina van het vorige nummer van Aether stonden we stil bij Gerrit den Braber, die onder meer onder het pseudoniem L (Lodewijk) Post werkte. Lezer Cees van Zijtveld stuurde ons de volgende aanvulling: “Hij had nog een tweede pseudoniem: P. Cirkel. Toen ik Gerrit eens vroeg waar hij deze twee pseudoniemen vandaan haalde, vertelde hij dat hij ze op een plantenetiket had gevonden. Van LP maakte hij Lodewijk Post en P. (later ook wel Peter en/of Piet) Cirkel was het copyrightteken voor het Engelse ‘phonogram’ ℗. Of dit juist is kan ik niet garanderen want mijn ex-collega verkoos vaak een goed verhaal boven de werkelijkheid.”

Co de Kloet, Jan Jaap Kassies, Bas Nieuwenhuijsen

gerelateerde artikelen