Als Ik Tweemaal Met Mijn Fietsbel Bel
Jack Bess (Jacques Bes, 1908-1964) was onwaarschijnlijk productief. Volgens een artikel in Het Parool van 10 februari 1962 (niet zo heel lang voor zijn overlijden dus) heeft hij meer dan 5000 liedjes geschreven. Muziekencyclopedie.nl houdt het, misschien realistischer, op honderden originele teksten en vertalingen. Daarnaast maakte hij honderden revuesketches en ongeveer 50 toneelstukken in allerlei genres, waaronder kluchten en thrillers. Bess was verder actief als voorzitter en bestuurder van belangenorganisaties in de muziekwereld, zoals de Vereniging van Woord- en Toondichters der Lichte Muziek en Buma-Stemra, en vond in zijn jeugd en passant nog de tijd om betrokken te zijn bij de oprichting van de Haagse amateurvoetbalvereniging Texas (die na een informeel begin in de jaren ’20 van de vorige eeuw in de KNVB-competitie werd opgenomen en in 1973 fuseerde met een andere club).
Bess, zoon van een bakker in Den Haag, wilde volgens zijn biografie op muziekencyclopedie.nl eerst journalist worden. Toch trok hij meer naar de muziekwereld en de combinatie van tekstschrijven en componeren. Hij werkte samen met onder meer The Ramblers en met mensen zoals Johnny Hoes, Eddy Christiani, Max van Praag, Bob Scholte, Joop de Leur, Bart Ekkers en Frans Poptie. Populair geworden liedjes van zijn hand zijn bijvoorbeeld Spring Maar Achterop (Eddy Christiani), en De fietsbel (beter bekend als Als Ik Tweemaal Met Mijn Fietsbel Bel, Max van Praag). In 1964 kreeg hij, na zijn overlijden, een Gouden Harp voor zijn oeuvre.
Liedjes van Bess die in de collectie bladmuziek van de Stichting Omroep Muziek zijn opgenomen, zijn vooral luchtige nummers, al of niet voor een bepaalde gelegenheid gemaakt, zoals Tour de France in 1954. De beroemde wielerronde startte dat jaar voor het eerst buiten Frankrijk, in Amsterdam.
Binnen de Nederlandse muziekwereld bestond jarenlang een controverse over het Nederlandse lied. Volgens sommigen, onder wie Gijsbert Nieuwland, destijds hoofd van de afdeling lichte muziek van de AVRO, was de kwaliteit van Nederlandse teksten ondermaats. In zijn rol als voorzitter van de Vereniging van Woord- en Toondichters der Lichte Muziek reageerde Bess daarop in onder meer De Telegraaf (30-10-1958) en Het Parool (10-02-1962). Hij vond dat er wel degelijk kwalitatief goede Nederlandstalige teksten bestonden, maar volgens kregen die liedjes weinig aandacht omdat ze niet bij de smaak van het publiek pasten en muziekuitgeverijen, platenmaatschappijen en omroepen ze dus links lieten liggen.
De omslagen van zijn bladmuziek zijn al net zo luchtig als het werk zelf. Ze zijn merendeels ook niet gesigneerd of voorzien van een handtekening die helaas niet goed te herleiden is tot de ontwerper. Voorbeelden daarvan zijn O, Susanne, Stil nou..! en Het blondje van het snel-buffet. Het heeft de vluchtigheid van “als ik tweemaal met m’n fietsbel bel, nou dan weet j’het wel”, zoals Jack Bess Max van Praag liet zingen.