In de collectie bladmuziek van de Stichting Omroep Muziek bevindt zich een aantal lichtvoetige liedjes van ene ‘Ar Colijn’. Als componist of tekstdichter is hij niet bekend geworden, maar wel door totaal ander werk: strips. Achter het pseudoniem Ar Colijn verschool zich namelijk Hendrik (Henk) Herman Backer, op 15 december 1898 geboren in Rotterdam.
Volgens de Comiclopedia op Lambiek.net debuteerde Backer in 1921 in het Rotterdamsch Nieuwsblad met de strip Nieuwe Oostersche Sprookjes. Korte ‘gags’, zonder tekst, rond twee komische figuren: het dikke mannetje Yoebje en het magere mannetje Achmed. Deze reeks, die al gauw naar de hoofdfiguren Yoebje en Achmed werd genoemd, wordt beschouwd als de eerste Nederlandse krantenstrip en liep tot 1923.
Backer bleef voor het Rotterdamsch Nieuwsblad werken tot zijn pensioen in de jaren ’60. Bekend werd de strippionier met name door Tripje en Liezebertha, een reeks die oorspronkelijk De wonderlijke geschiedenis van Tripje heette, en die hij van 1923 tot 1946 publiceerde. Tripje en Liezebertha waren zo populair, dat de albums met hun belevenissen oplagen haalden van meer dan 100.000 stuks. Tijdens de Tweede Wereldoorlog onderbrak Backer de reeks, omdat hij Tripje en Liezebertha geen propaganda wilde laten maken voor de Nationale Jeugdstorm.
Maar een opsomming van zijn strips alleen doet geen recht aan de veelzijdigheid van Backers talent. Naast strips schreef hij korte verhalen, hoorspelen, detectiveverhalen, gedichten en… muziek. De strips verschenen bijna allemaal onder zijn eigen naam (alleen voor een strip voor volwassenen in het blad Kiekeboe gebruikte hij het pseudoniem Fred Somer), voor zijn andere werk bedacht hij een groot aantal noms de plume, waaronder Ar Colijn voor zijn muzikale werk. Als Ar Colijn schreef hij liedjes zoals Oh, poor bass-man, Ben je al gezuiverd?, Oh, my horsey, Oh, Mister Monkey!, Swing de ‘Kiekeboe’, De Volendam Shuffle en Mamma, zijn naam is Johnny. Het was lichtvoetig werk over bijvoorbeeld liefdesverdriet. De tekst van Ben je al gezuiverd? is een verwijzing naar de zuiveringen na de Tweede Wereldoorlog, die hij met een scheef oog bekeek, hoewel hij zelf onder de naam Vindex illegale anti-oorlogspoëzie had geschreven. Hij werkte samen met onder andere tekstdichter Th. C. Warrens, en zijn Argentijnse tango’s El flautista en Tango Fuego werden gearrangeerd en uitgevoerd door niemand minder dan Malando.
De omslagen van zijn bladmuziek zijn voor het merendeel niet gesigneerd, zodat we niet weten wie de ontwerper was. Hijzelf? Uitzonderingen zijn er ook, zo is het omslag van Lovely echo of my dreams gesigneerd door Wim v. N., helaas dus niet met zijn volledige naam. Is dit wellicht illustrator Willem van Nieuwenhoven jr. (1913-1989)? De cover van Swing de ‘Kiekeboe’ is wel van een complete handtekening voorzien. Backer werkte voor dit nummer samen met zanger en cabaretier, Kees Pruis. Na de Tweede Wereldoorlog vormde Pruis een duo met zijn zoon Jan: Mr. Yank & Mr. Doodle. De signatuur van het omslag van Swing de ‘Kiekeboe’ verwijst daarnaar: Yank Pruis. Henk Backer overleed in Eemnes op 5 juni 1976.
Jan Jaap Kassies en Bas Nieuwenhuijsen