“Na het bioscoop-journaal thans het radio-journaal. Wij, journalisten, mogen wel oppassen.” Zo begon het bloemrijke verslag in De Telegraaf van de eerste actualiteitenuitzending ter wereld: A.V.R.O.’s Radiojournaal op 28 januari 1934. “Onzen specialen verslaggever” was niet alleen getuige van de uitzending, ook van de voorbereidingen. “Een zenuwachtige generale en een schitterende première,” zo kopte de krantencollega.
Hoe schitterend ook, het was niet de eerste radio-uitzending met nieuws. Die primeur had het Amsterdamse persbureau Vaz Dias, dat al in 1922 (!) live verslag deed van een voetbalwedstrijd via de zender die door de Nederlandse Seintoestellen Fabriek op de Amsterdamse effectenbeurs was geplaatst. Met die zender verzond Vaz Dias beursberichten naar een aantal dagbladen, die daarvoor betaalden. Om die reden werden de meeste berichten aanvankelijk gecodeerd verzonden. A.V.R.O.’s Radiojournaal mag zich daarom de oudste publieke nieuwsrubriek ter wereld noemen. De Radionieuwsdienst A.N.P. (later “verzorgd door het ANP”) begon pas in 1937 en bestond alleen uit voorgelezen bulletinberichten. Het Radiojournaal bood van begin af aan ook interviews en reportages, naast berichten en commentaren.
Mobiele techniek
En dat was in die tijd nog niet zo eenvoudig. Live gesproken woord en grammofoonmuziek waren al mogelijk sinds de eerste radio-uitzending van Hanso Idzerda op 6 november 1919. Maar voor het maken van reportages en het opnemen van interviews was ook een kwalitatief goed en mobiel opnameapparaat nodig. “Na vele proefnemingen en mislukkingen”, aldus De Telegraaf, “heeft men thans het vraagstuk onder de knie”. De technische dienst van de AVRO gebruikte een nieuw en handzaam type platensnijder met platen die met een emulsie bedekt waren en die direct na de opname konden worden afgespeeld. Niet eenmalig, zoals tot dan toe gebruikelijk was, maar tot 30 keer. Dat maakte het mogelijk de interessantste fragmenten te spotten en scherp te stellen, als een primaire vorm van montage.
Twee jaar na de start, in 1936, nam de AVRO de eerste reportagewagen van de vaderlandse omroep in gebruik. De uitzending bestond dus uit live gepresenteerde aankondigingen, commentaren en interviews, afgewisseld met opgenomen geluidsfragmenten, verbonden door tussenteksten of muziekfragmenten. Om dat live foutloos te laten verlopen werd iedere uitzending grondig gerepeteerd.
Een trotse AVRO-directeur Willem Vogt legde de krantenverslaggever uit dat zijn omroep al lang de behoefte voelde om evenementen uit te zenden die plaatvonden “op ongelegen oogenblikken, ofwel op plekken van waaruit uitzending alleen met zeer grote kosten zou kunnen geschieden. De opening van een brug bijvoorbeeld”, aldus Vogt. “Of een belangrijke gebeurtenis in de nacht”. Nu die gebeurtenissen konden worden opgenomen was er volgens de AVRO-directeur alle reden voor de start van een – voorlopig – wekelijks Radiojournaal.
En daarmee werd de basis gelegd voor nieuws en actualiteiten op de Nederlandse radio. De andere omroepen volgden na de oorlog en zo ontstond in onze verzuilde ether een veelkleurige lappendeken van nieuwsprogramma’s die tot 1995 zouden overleven: Echo van de KRO, Dingen van de Dag van de VARA, de Radiokrant van Nederland (later Hier en Nu) van de NCRV en nog later Tijdsein van de EO.
Gustav Czopp
AVRO Radiojournaal (de ’s is lang geleden verloren gegaan) heeft al die jaren een belangrijke rol gespeeld. In de beginperiode gebeurde dat onder leiding van Gustav Czopp. De in Oostenrijk geboren Czopp kwam als kind naar Nederland en was van oorsprong toneelspeler. Hij kwam bij de AVRO als stem in het Radiotoneel en als bewerker van hoorspelen. Toen het Radiojournaal van start ging werd Czopp presentator, verslaggever en samensteller van het programma. Frits Thors, de later beroemde Journaalpresentator met zijn witte haardos, noemde Czopp “een reuze aardige baas, zeer intelligent en zeer nerveus.”
Luisterend Nederland kende Gustav Czopp vooral van zijn vele interviews met beroemde landgenoten. Vier jaar na de start van het Radiojournaal werd hij gehuldigd voor zijn 250ste interview. Het waren brave vraaggesprekken, zoals destijds gebruikelijk was op de radio: “Goedemorgen excellentie, heeft u een goede reis genoten?” Maar Czopp had meer in zijn mars. Toen in 1936 de verloving werd gevierd van Prins Bernhard en prinses Juliana sloop hij met enkele studentes die een aubade kwamen brengen het paleis binnen om opnamen te maken. Dat lukte, voor hij werd ontdekt en naar buiten gegooid.
In 1939 publiceerde hij het boek De wereld kreeg radio waarin hij van leer trok tegen de zelfcensuur bij de omroep. De joodse Czopp ergerde zich aan de neutrale manier waarop het wereldnieuws in die vooroorlogse periode werd bericht. Daar was AVRO-directeur Willem Vogt niet van gediend en het kostte Czopp zijn baan. Hij werd in 1941 door de Duitsers gearresteerd en overleed drie jaar later in concentratiekamp Dachau.
Czopp had wel gelijk. De achtereenvolgende regeringen van het krampachtig neutrale Nederland waren zó bang om het boze buitenland voor het hoofd te stoten, dat ze alle radioprogramma’s lieten keuren door de Radio-omroep Controle Commissie, kortweg Rococo. Vóór uitzending uiteraard, want “bij radio is het kwaad geschied met het uitspreken van de tekst,” aldus minister-president Gerbrandy. Alleen al in 1933 controleerden de ‘mannetjes met de rode potloden’ vooraf 1094 programma’s, waarvan er 41 geheel en 147 gedeeltelijk werden geschrapt.
Jan de Visser
In de naoorlogse jaren was het vooral eindredacteur Jan de Visser die een stempel drukte op het Radiojournaal. Vanaf 1965 zwaaide hij 25 jaar lang de scepter op de redactie. Het Radiojournaal had lange tijd de meeste zendtijd van alle actualiteitenrubrieken, destijds verdeeld over de zenders Hilversum 1, 2 en 3. De Visser verzette zich fel tegen iedere dreigende afbrokkeling van die zendtijd: “We zitten al sinds 1934 met Radiojournaal achter het nieuws. Wij horen bij het nieuws”, aldus de Visser in 1967 tegenover NRC. Over de koers van het programma zei De Visser: “Wij streven naar een zekere common sense. Wij zijn algemeen, wat anders is dan neutraal. Dingen worden bij ons bebabbeld en zo kan een commentaar tot stand komen. Zoals de AVRO-wens om het land weer financieel gezond te maken”.
Het buitenland werd in ieder geval niet meer neutraal besproken, daar zorgde de uitgesproken rechtse-liberale commentator mr. G.B.J. Hiltermann wel voor. Met zijn Toestand in de Wereld bond hij van 1956 tot 1999 iedere zondagmiddag een grote schare luisteraars aan het radiotoestel. De ruime aandacht voor het buitenland bleek ook uit het grote netwerk van eigen correspondenten in de hele wereld.
Modern, degelijk, betrouwbaar
De laatste eindredacteur van het Radiojournaal was Ab Visscher, die vanaf 1990 leiding gaf aan de laatste vijf jaren van het AVRO Radiojournaal. Bij het 60-jarig bestaan, in 1994, stond de geschreven pers uitgebreid stil bij de verjaardag van de grande dame van de actualiteitenprogramma’s. “Radiojournaal, 60 jaar beschaafd van toon”, kopten de regionale GDP-kranten boven een paginagroot artikel. “Stemmen die niet des AVRO’s zijn, die niet dat geboetseerde geluid van de omroep kunnen uitdragen, komen niet voor de microfoon,” aldus eindredacteur Ab Visscher in dat artikel. Ouderwets, misschien. “Maar ook modern, degelijk, en vooral betrouwbaar.” Volgens Visscher was de verkeersinformatie een uitvinding van het Radiojournaal. Net als de aandacht voor financieel en economisch nieuws. “Maar ook Den Haag. Wij hebben de parlementaire verslaggeving een vaste plek gegeven op de radio.”
Rode draad, ook zoveel jaren later, was de aandacht voor het buitenland. Verslaggevers reisden mee met bewindslieden, correspondent Hetty Lubberding deed live vanuit Koeweit verslag van de Iraakse inval en verslaggever Wessel van Dijk berichtte maandenlang vanuit Teheran over de Iraanse revolutie. Senior verslaggever Hans Engelman vatte het belang van het programma mooi samen met een citaat van oud-premier Dries van Agt: “Als je door omstandigheden niet in de gelegenheid bent het kabinetsberaad bij te wonen, kun je zondag altijd nog naar het AVRO Radiojournaal luisteren. Dan hoor je wat je gemist hebt.”
—
Bekijk hier een kort fragment: https://nos.nl/l/2209717