‘In vele opzichten geslaagd,’ vond De Volkskrant. ‘Algemeen grote geestdrift over het resultaat,’ vond het AD. ‘Televisie gestart, proef geslaagd,’ vond Het Vaderland. Enkele tienduizenden mensen zagen op dinsdagavond 2 oktober 1951 de eerste officiële televisie-uitzending in Nederland. Het was nog niet helemaal perfect, maar “hiermee doen we zeker niet onder voor Amerika,” aldus ir. Philips. De reacties op straat waren al meteen gemeleerd, kranten noteerden uitspraken variërend van ‘Veel te veel geklets’ en ‘Ik ga net zo lief naar de bios, daar zie je het veel groter,’ tot ‘Hoe bestaat het. Dat ik dit nog mag beleven!’ Maar hoe dan ook – het was een sensatie.
Gekeken werd er bij de circa 500 tv-bezitters thuis, in horeca-gelegenheden en bij de vele radiowinkels waar men een toestel in de etalage of op straat had gezet. Hier en daar was het zo druk dat de politie er aan te pas moest komen. Er waren verkeersopstoppingen en gebroken ruiten en in verdrukking geraakte kijkers.
Het Vrije Volk noteerde vooral hoe de ontvangst was in diverse windstreken. “Het beeld was zeer scherp en het geluid voortreffelijk. Radiowinkels, overal in de stad, hadden zeer veel bekijks.” Dat ging over Rotterdam. “Den Helder ontving uitstekend, op 130 km van de zender die officieel voor maximaal 70 kilometer wordt gegarandeerd.” In Leeuwarden was het beeld niet best, maar het geluid wel. In Enschede sneeuwde het een beetje in het beeld. In Maastricht kon men kiezen uit de zenders Lopik en Eindhoven, en het geluid van Lopik was opmerkelijk sterker en het beeld soms ook, dan dat van Eindhoven. In Groningen was de ontvangst matig, maar toch was daar de omroepster Jeanne Roos “nog een lieftallige verschijning en haar stem even helder als in Bussum zelf.”
Staatssecretaris Cals die de uitzending opende, zei: “Er is alle reden tot vreugde over deze nieuwe vooruitgang van de techniek.” Hij stak nog wel een waarschuwend vingertje op: “Meer dan ooit tevoren gaat de techniek ons leven beheersen, nu niet alleen meer in het arbeidsproces, maar ook in de vrijetijdsbesteding. Na de massa-arbeid is het nu de massa-recreatie die de menselijke persoonlijkheid belaagt. Wanneer deze dreiging niet duidelijk wordt onderkend, zal de techniek zelf meester en tyran worden Wij dienen te waken dat de techniek nooit doel gaat worden, maar slechts als middel wordt aangewend. In dienst gesteld van de cultuur kan zij een uiterst machtig en onmisbaar middel vormen. Met deze richtlijnen voor ogen zal televisie niet tot cultuur-afbraak, maar integendeel tot cultuurverspreiding en cultuuropbouw kunnen medewerken.”
De eerste avonden:
In de eerste tv-maanden werd slechts op twee avonden per week uitgezonden: dinsdag en vrijdag van 20.15 tot 21.45 uur. De vier deelnemende omroepen waren dus eens in de twee weken aan de beurt.
Dinsdag 2 oktober 1951,
eerste officiële uitzending: o.a. een speech van staatssecretaris Cals; speech van prof. dr. J. Kors, de voorzitter van NTS en KRO; filmpje over het gieten van klokken; lezing van prof. Halbertsma over ‘de leek en televisie’; tien minuten pauze (!); toneelspel De Toverspiegel. Omroepster Jeanne de Roos;
Vrijdag 5 oktober,
eerste tv-uitzending van de AVRO: o.a. opening door voorzitter De Clercq en directeur Vogt, nieuwsrubriek Televizier, documentaire over de Hoge Veluwe, KNMI-weerpraatje, presentatie door dr. A. Portielje van Artis. Omroepster Netty Rosenfeld.
Dinsdag 9 oktober,
eerste tv-uitzending van de VARA: o.a. speech van voorzitter J. Burger; film Het VARA-familiefeest 1950; poppenspel Twee Cameraatjes van Willy van Hemert, door Bert Brugmans Poppentheater. Omroepers Jopie Allema en Evert Garretsen.
Vrijdag 12 oktober,
eerste tv-uitzending van de NCRV: o.a. opening door voorzitter mr. A.B. Roosjen, snel-tekenaar Roland Wagter, diverse volksliedjes. (V anaf de tweede uitzending is Tanja Koen omroepster)
Dinsdag 18 oktober,
eerste uitzending van de KRO: o.a. opening door voorzitter J.B. Kors, een pottenbakkers-demonstratie, het muziekonderwijs aan het doof-stommeninstituut, en omroepster Mies Bouwman.
Dinsdag 22 april 1952
(dus bijna zeven maanden later): eerste tv-uitzending van de VPRO, over vormen van vrijetijdsbesteding. De VPRO heeft nog weinig leden en heeft in heel 1952 nog pas drie uitzendavonden.